Hoe ‘meer tijd voor de patiënt’ leidt tot (nog) langer wachten bij de huisarts
De huisartsenvereniging LHV en de branchevereniging voor langdurige zorg Actiz zorgden deze week voor opschudding omdat ze nog niet bereid zijn hun handtekening te zetten onder het zorgakkoord van de ministers Ernst Kuipers en Conny Helder.
Eerder al maakte de vereniging voor patiënten in de GGZ, Mind, bekend het akkoord niet te willen tekenen. De beroepsverenigingen van verpleegkundigen hebben hun eerdere steun voor het akkoord inmiddels ook ingetrokken. De FNV was al eerder uit de onderhandelingen weggelopen.
Weigerachtige huisartsen
Inmiddels lijkt Actiz onder stevige druk van de minister het akkoord toch te willen tekenen. Het bestuur van de LHV is door de minister ook onder druk gezet om op,
haar eerdere besluit terug te komen. Of de minister, ondanks dat de achterban van de huisartsenvereniging het akkoord heeft verworpen, toch het bestuur van de LHV over de streep weet te trekken is twijfelachtig.
Minister Kuipers heeft een grote inschattingsfout gemaakt en de weerstand tegen het akkoord bij de huisartsen onderschat. Zijn belofte dat hij er persoonlijk op zou toezien dat de zorgverzekeraars zich aan de afspraken zullen houden, maakte op de huisartsen weinig indruk.
De huisartsen voelden zich toch al geschoffeerd door de minister, doordat hij op het laatste moment verstek liet gaan bij de huisartsendemonstratie in juli op het Malieveld. Wat ook niet hielp was dat de 80 miljoen euro die de afgelopen jaren was gereserveerd voor de huisartsen maar door de zorgverzekeraars niet zijn uitgegeven, op het budget voor de komende jaren in mindering is gebracht.
Deze 80 miljoen is slechts 2 procent van het totale huisartsenbudget. Voor veel huisartsen was dit geld niet van de zorgverzekeraars maar van de huisartsen. Dat het niet bestede geld van hun budget is afgehaald was voor veel huisartsen een teken van de macht en het beknibbelen van de zorgverzekeraars.
Als minister Kuipers dit voor de zorgverzekeraars relatief geringe bedrag aan de huisartsen had gegeven, waren ze wellicht positiever gestemd geweest. Wat de minister ook niet goed ingeschat heeft is dat – in tegenstelling tot bijvoorbeeld de ziekenhuisbestuurders die aan tafel zaten – voor de huisartsen het akkoord geen algemene en abstracte afspraken zijn om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden, maar hun direct raakt in hun inkomen en arbeidsvoorwaarden.
Huisartsen wantrouwen de verzekeraars
De huisartsen willen geen vrijblijvend akkoord, maar een bindend contract met de minister en de zorgverzekeraars. Het zorgakkoord had op Prinsjesdag het belangrijkste wapenfeit en beleidsplan voor de komende vier jaar van ministers Kuipers en Helder moeten zijn. Nu staan ze op de derde dinsdag in september met lege handen.
De huisartsen hebben er geen vertrouwen in dat de afspraken in het akkoord worden nagekomen. De achterliggende reden is, zoals zo vaak, geld. Huisartsen willen meer garanties dat de financiële afspraken uit het akkoord worden nagekomen. Ze willen zekerheid dat de zorgverzekeraars wat doen aan de werkdruk.
Werkdruk: Nederland 2022
De huisartsen willen het akkoord pas ondertekenen als de NZA hogere tarieven vaststelt voor avond-, nacht- en weekenddiensten. Daarnaast willen ze met de zorgverzekeraars afspreken dat het standaard consult van 10 minuten vanaf volgend jaar wordt verlengd naar 15 minuten.
Als een huisarts een kwartier heeft voor een patiënt vermindert dat de werkdruk. Net als in veel andere sectoren wordt er ook in de zorg veel geklaagd over de hoge werkdruk.
Verpleegkundigen, buschauffeurs, kinderopvangmedewerkers, conducteurs en machinisten staken voor hogere lonen en vermindering van de werkdruk. Zelfs hoogleraren liepen vorig jaar in protest rond de Hofvijver om aandacht te vragen voor de in hun ogen te hoge werkdruk. Geen wonder dat ook de huisartsen in actie komen en hun eisen op tafel leggen.
Wachten bij de huisarts
Huisartsen doen dat niet zonder reden. De vraag naar zorg neemt veel sneller toe dan de huisartsen aan kunnen. Bij veel huisartsenpraktijken moet je tegenwoordig een week of langer wachten voordat je voor een 10 minuten gesprek terecht kan. De huisarts krijgt ook steeds meer patiënten met psychische klachten die meer tijd en aandacht vragen.
Meer tijd voor de patiënt heeft echter ook een keerzijde. Nu kan een huisarts zes patiënten per uur zien. Als de tijd wordt uitgebreid naar 15 minuten kan de huisarts nog maar vier patiënten per uur zien. Huisartsen denken dat meer tijd voor de patiënt leidt tot minder verwijzingen naar het ziekenhuis. Minder verwijzingen betekent waarschijnlijk dat deze patiënten vaker terugkomen bij de huisarts. Kortom, meer tijd voor de patiënt leidt tot langer wachten voor de patiënt.
Volgens eigen berekeningen van de huisartsen, zou het aantal huisartsen met 20 procent moeten toenemen als de tijd voor een gesprek met de huisarts van 10 naar 15 minuten gaat. Nederland heeft zo’n 13.500 huisartsen. Er zouden dus 2.700 huisartsen bij moeten komen om het consult te uit te breiden van 10 naar 15 minuten. En die zijn er niet. In elk geval niet van vandaag op morgen.
Jaarlijks mogen er van het ministerie van VWS 750 nieuwe huisartsen worden opgeleid. Die aantallen zijn nu al niet genoeg om het aantal huisartsen dat met pensioen gaat of iets anders gaan doen, te vervangen.
Zelfs als het aantal opleidingsplaatsen voor huisartsen verdubbeld zou worden, duurt het minimaal zeven jaar voordat er 2.700 extra huisartsen zijn opgeleid. Een verdubbeling van de capaciteit is overigens volstrekt onhaalbaar: nu al zijn er te weinig opleiders om 750 nieuwe huisartsen op te leiden.
Verpleegkundigen zijn ook schaars
Een deel van de zorg van de huisarts zou nog overgeheveld kunnen worden naar praktijkverpleegkundigen zodat de huisarts meer tijd krijgt. Maar er is ook een tekort aan verpleegkundigen en het opleiden van extra verpleegkundigen opleiden kost ook een aantal jaren. Zolang de extra huisartsen er niet zijn kan meer tijd voor de patiënt alleen worden gerealiseerd door de patiënt langer te laten wachten bij de huisarts.
Meer tijd voor de patiënt kost volgens de huisartsen zelf 340 miljoen euro. Dit moet worden opgebracht door de premiebetaler. De media en de politiek buitelen over elkaar heen met verhalen over gezinnen die zich van het gas laten afsluiten omdat ze de energierekening niet meer kunnen betalen en schoolkinderen die dagenlang niet hebben gegeten.
Zorgpremie extra omhoog in crisistijd?
Als een rampscenario werkelijkheid wordt zullen deze winter een miljoen huishoudens van het gas afgesloten worden en 670 duizend tot 1,2 miljoen huishoudens in ernstige financiële problemen raken. Dan helpt het niet als in januari ook nog eens de zorgverzekeringspremies extra omhoog gaan om meer geld voor de patiënt te betalen.
Voorlopig lijkt er geen akkoord te komen. De huisartsen willen in december – als de contracten voor het komend jaar zijn afgesloten – bekijken of de zorgverzekeraars aan hun eis voor meer tijd voor de patiënt tegemoet is gekomen. Het zal voor minister Kuipers en de zorgverzekeraars moeilijk worden om de huisartsen tevreden te stellen.
Wim Groot, hoogleraar economie in Maastricht, schrijft enkele keren per maand voor Wynia’s Week nuchtere analyses over economie (en een beetje over politiek).
Wynia’s Week is er 104 keer per jaar. Dankzij de donateurs, die het allemaal mogelijk maken. Doet u mee? Hartelijk dank!