Hoe Mark Rutte de VVD wist te splijten met de spreidingswet

Verbon
Demissioinair premier Mark Rutte. Beeld: Fontys Hogeschool/YouTube.

We herinneren ons natuurlijk nog hoe in augustus 2022 in de VVD rumoer ontstond over het asielbeleid. Lokale afdelingen eisten dat de VVD-Tweede Kamerfractie niet meer zou meewerken aan de zogeheten spreidingswet. Verder zou premier Mark Rutte in de EU ervoor moeten zorgen dat Nederland tijdelijk een andere asielregeling mocht toepassen.

De VVD-parlementariërs wilde de spreidingswet alleen steunen als de instroom van asielzoekers beperkt zou worden. Het schijnt dat Rutte tijdens een fractievergadering in november 2022 daar toezeggingen over heeft gedaan. Fractievoorzitter Sophie Hermans legde daarna uit dat de VVD er voldoende vertrouwen in had dat Rutte die toezeggingen zou nakomen. Maar wat hebben de VVD-bewindslieden vervolgens gedaan?

Laten we beginnen met de meest betrokken bewindspersoon. Dat is Eric van der Burg, staatssecretaris voor Asiel en Migratie. Hij heeft aan het beperken van de instroom helemaal niets gedaan. Van der Burg was voornamelijk in tranen toen het kabinet viel en ‘zijn’ spreidingswet dreigde te sneuvelen. De VVD is altijd goed geweest in het afsteken van preken over een strenger asielbeleid, maar kwam daarna altijd met een ‘softe’ bewindsman. Van der Burg zei het al in 2017, toen hij nog wethouder was in Amsterdam: ‘Hoe meer asielzoekers, hoe beter.’

Rutte werd geholpen door Eerdmans

Het is bijna een traditie dat de VVD geen idee heeft wat te doen met de asielinstroom. Dat bleek bijvoorbeeld ook uit het beleid van voormalig VVD-staatssecretaris Klaas Dijkhoff. Tijdens de vluchtelingencrisis van 2015 wist hij niets beters te bedenken dan de grote aantallen Syrische vluchtelingen met enige dwang over Nederlandse gemeenten te verdelen.

Dan blijft natuurlijk nog de premier over die uiteindelijk de belofte over het beperken van de asielinstroom had gedaan. Is hij die belofte nagekomen? Hij werd geholpen door een motie van Joost Eerdmans, Tweede Kamerlid voor JA21. Deze motie – op  9 februari 2023 door de Kamer aangenomen – vroeg de regering samen met de Deense regering te bevorderen dat de asielopvang en asielprocedures naar partnerlanden buiten de EU worden verplaatst.

Denemarken is al lang een gidsland voor rechts – maar soms ook voor links – op het gebied van asielbeleid. Het is de Denen namelijk gelukt de asielinstroom te beperken. De aanpak is zelfs zo’n succes, dat de Deense Vluchtelingenraad bij monde van Charlotte Slente andere landen haast smeekte het Deense ‘model’ voor asielbeleid niet toe te passen. De Deense Vluchtelingenraad is een ngo die het liefst zo veel mogelijk asielzoekers zou willen ontvangen. Als het dan in Denemarken niet (meer) kan, dan toch liever wel in Nederland, denkt de Vluchtelingenraad kennelijk.

Heeft de motie van Eerdmans missionair premier Rutte tot actie aangezet? Ja, maar niet door naar Denemarken af te reizen, maar de andere kant op, naar Italië. De premier van Italië, Giorgia Meloni, was immers ook wel te porren voor het verplaatsen van de asielopvang naar een land buiten de EU. Dat land moest Tunesië worden. Er waren al direct veel vragen bij een zogenaamde Tunesië-deal. Niet de minst prangende vraag was of het verstandig was een deal te sluiten met een dictator. Die dictator bleek ook helemaal niet van zins aan de gestelde voorwaarden te voldoen en stortte het ontvangen geld terug.

Toen de Tunesië-deal werd gesloten in juli 2023, was Rutte inmiddels demissionair. Zijn laatste idee om de asielmigratie af te remmen was in zijn kabinet gestrand. Het idee was om bij asielmigranten die niet voor een permanente verblijfsstatus in aanmerking kwamen geen gezinshereniging toe te staan. Dat was echter voorbij de niet helemaal rechte rode lijn van de ChristenUnie. Kinderen moeten volgens de CU kunnen opgroeien bij hun beide ouders. Dus kan het gescheiden houden van gezinnen niet een methode zijn om de asielinstroom te beperken.

Daarna waren bij Rutte de ideeën over het beperken van de asielinstroom op. Dat was op zich wel verrassend.

Nederland is voor asielzoekers gul

We weten dat het asielrecht geen openeinderegeling is. Het asielbeleid, zoals dat door de EU wordt gedefinieerd, verwijst naar het Vluchtelingenverdrag van 1951. De EU geeft echter een ruimere omschrijving van het recht op asiel. Volgens de EU is het doel ‘iedere onderdaan van een derde land die internationale bescherming nodig heeft in een van de lidstaten een passende status te verlenen’. Deze definitie legt niet uit wannéér iemand ‘internationale bescherming’ nodig heeft en ook niet wat een ‘passende status’ betekent. Nationale overheden hebben dus een interpretatievrijheid. Zij zijn behoorlijk vrij om te bepalen onder welke voorwaarden een asielzoeker al dan niet statushouder kan worden. Een EU-lidstaat kan dus streng of minder streng asielaanvragen beoordelen.

Het blijkt dan ook dat er in de EU een grote variatie is in de mate waarin asielaanvragen worden gehonoreerd. Nederland hoort bij de EU-landen die meer dan gemiddeld een asielstatus verlenen. Het kan niet anders of dat heeft een aanzuigende werking.

Als het beroep op een publieke regeling uit de hand dreigt te lopen, kun je maar één ding doen: strengere criteria opstellen. Dat geldt ook bij het asielbeleid: er zal strenger geselecteerd moeten worden. Dat kan omdat het asielrecht (zie boven) niet in beton is gegoten. De overheid kan desnoods kwantitatieve normen opstellen voor het recht op asiel. Daarbij hoeft Nederland bij de toekenning van asiel niet eens zo diep te zakken als Hongarije (1,8 procent), Slovenië (9,8 procent) of Kroatië (10,4 procent) om toch een beheersbare instroom te krijgen.

Maar Rutte kwam daar dus niet op, helaas. Zijn laatste poging in het kabinet (‘beperk de gezinshereniging’) was gestrand. Daarmee was ook zijn rol als premier ten einde. Behalve de mislukte Tunesië-deal was er dus geen enkele maatregel genomen om de asielinstroom te beperken. Onder die omstandigheden lag het voor de hand dat ook de spreidingswet niet door zou gaan. Rutte kon immers zijn belofte aan de VVD-fractie in de Tweede Kamer niet waarmaken.

Zoals bekend diende nieuwe liberale partijleider Dilan Yeşilgöz daarom een motie in om de behandeling van de spreidingswet in de Eerste Kamer niet door te laten gaan. Al evenzeer bekend is dat Rutte daar vóór ging liggen. De Eerste Kamer ging, volgens hem, over de eigen agenda. Dat was natuurlijk ook waar. Het was al even waar dat Rutte de VVD-fractie in de Eerste Kamer niets had beloofd over de asielinstroom. Dus ook niet dat hij eerst de asielinstroom zou beperken, voordat de spreidingswet ingediend zou worden.

De VVD-fractie in de Eerste Kamer kon dus haar eigen afwegingen maken. Dat hebben we geweten. Marian Kaljouw, de woordvoerder namens de VVD, vond de spreidingswet een reparatie aan de achterkant. Er was natuurlijk ook reparatie aan de voorkant nodig. Ze noemde strengere toelatingseisen en een beperking van de gezinshereniging. Anderzijds zouden provincies en gemeentes die al veel asielzoekers opvangen, ontlast moeten worden. ‘Alles afwegende’, zo deelde Kaljouw mee, zou de VVD-fractie de wet toch steunen. 

Laat Rutte maar thuisblijven

Kennelijk was het niet nodig eerst de voorkant van het asielbeleid te ‘repareren’. Edith Schippers, de fractievoorzitter van de VVD in de Eerste Kamer, probeerde het uit te leggen in een brief aan de VVD-leden. Ze schreef dat een meerderheid in de Tweede Kamer voor instroom beperkende maatregelen is, daarmee suggererend dat die maatregelen er ook daadwerkelijk zullen komen. Dat wachten we nog maar even af; voorlopig zijn er, als gezegd, geen stappen gezet.

Premier Rutte is erin geslaagd door halfslachtige en niet nagekomen beloftes over beperking van de asielinstroom de VVD te splijten. De VVD-fractie in de Tweede Kamer is tegen de spreidingswet, in de Eerste Kamer is de VVD voor. Dat kan nog interessant worden op het partijcongres van zaterdag. Ik ben benieuwd of Kaljouw en Schippers daar de VVD-storm durven trotseren. Ik zou Rutte adviseren thuis te blijven.

Harrie Verbon was hoogleraar openbare financiën aan de Universiteit van Tilburg. Zie hier zijn blog. 

De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!