Woke eist tolerantie met gedrag dat niet te tolereren valt
Door Peter Lamberts*
We hebben een probleem in onze liberale samenleving en dat probleem heet tolerantie. Of beter: niet meer begrijpen wat tolerantie eigenlijk is. Het merkwaardige daarbij is dat iedereen de term ‘tolerantie’ kent en iedereen ‘tolerantie’ erg belangrijk vindt; dat blijkt uit alles wat we doen en uitdragen. Tegelijkertijd is iedereen in verwarring wat je er dan mee aan moet. Bij steeds meer onderwerpen wordt een beroep gedaan op je tolerantie, terwijl je onbewust wel aanvoelt dat tolerantie hier juist niet op z’n plaats is. Maar bij de vraag ‘waarom eigenlijk niet?’ ontbreekt een helder antwoord.
Wat is tolerantie eigenlijk?
Tolerantie is de tegenhanger van individualisme – ook al zo’n term waar iedereen mee loopt te worstelen. Het zijn de twee onderdelen van het bekende liberale adagium: ‘Je bent vrij om te doen wat je wilt, zolang je de vrijheid van een ander niet beperkt.’
Dat roept de vraag op wanneer je een ander beperkt en wat daar nou precies zo slecht aan is. Als je de hele dag met alles wat je doet loopt na te denken of er misschien niet iemand in je omgeving zich ergens door beperkt voelt dan schiet dat immers niet op. Feitelijk doe je dan aan zelfcensuur en dat is het begin van de ultieme onvrijheid.
De combinatie van individualisme en tolerantie in het adagium geeft een oplossing: geef je omgeving de mogelijkheid om aan te geven of jouw gedrag beperkend is of niet. Wat voor een ander tolerabel is of niet bepaalt waar de grenzen liggen van jouw vrijheid.
Hier komt een andere bekende term op het toneel: vrijheid van meningsuiting. Veelal wordt dit gezien als een teken van vrijheid en dat is ook zo. Het is alleen niet de basis voor jouw vrijheid, maar de basis voor de vrijheid van de mensen in jouw omgeving. Als je immers niet aan zelfcensuur hoeft te doen én jouw omgeving mag jou niet corrigeren dan ontstaat de basis voor een dictatuur (zowel op microniveau als op macroniveau).
Om te horen wat je omgeving van je gedrag vindt, is het wel nodig dat je kunt luisteren.
Wortels van het liberalisme
Nu heeft het liberalisme wel last van een specifiek probleem. Het is ontstaan in een tijd dat enkelen vrijheid opeisten zonder enige zelfcensuur én hun omgeving niet toestonden om hier iets van te zeggen. Of de wortels van het liberalisme nou liggen in de tijden dat burgers in de tweede helft van de Middeleeuwen stapje voor stapje hun rechten gingen zekerstellen tegenover de adel, of het nou ligt in het verzet van Luther en anderen tegen de geestelijkheid of in de Verlichting waarin dit verzet tot volle wasdom komt maakt hiervoor niet zoveel uit.
De basis van het liberalisme ligt in een tijd dat er veel te ontwikkelen was en grenzen van deze ontwikkeling nog volledig buiten beeld waren. Een zeer klein deel van de samenleving (adel en geestelijkheid – en in de 18e eeuw een klein deel van de bourgoisie) had nagenoeg onbeperkte vrijheid ten koste van de onvrijheid van alle andere mensen. In die verhouding zorgde de Verlichting voor een kentering. Niet meer dan dat. Tegenwoordig hebben we te maken met een samenleving waarin zo ongeveer iedereen zich vrijelijk kan ontwikkelen en lopen we aan tegen grenzen waarbij ieder gedrag wel van iemand een tegenreactie oproept.
Ook als je wilt luisteren helpt de kakofonie van deze tijd niet mee om te kunnen luisteren.
Het liberale vierkant
Je kunt hier alleen uitkomen door het oppakken van de derde en vierde hoeksteen van het liberale vierkant: ‘gelijkwaardigheid’ en ‘eigen verantwoordelijkheid’. Op basis van deze begrippen komen het individu dat vrij wil zijn en het individu dat zijn grenzen wil aangeven bij elkaar. De gelijkwaardigheid bepaalt namelijk dat een ander net zoveel rechten op ontplooiing heeft als jij zelf én dat het aan jou is om dit op morele gronden te wegen. Met deze ‘eigen verantwoordelijkheid’ kom je feitelijk bij de zelfcensuur uit het begin, maar dan wel op basis van andermans argumenten in plaats van je eigen bedenksels.
Zelfcensuur mist een luisterend oor en dit luisterende oor is juist cruciaal om te zorgen voor het ‘samen’ in een samenleving. De vrijheid van tegenwoordig speelt zich af in een samenleving waarin het liberalisme uiterst succesvol is geweest en derhalve te maken heeft met een verdeling van dezelfde vrijheid over een zeer hoog percentage van haar burgers. Door dat hogere percentage is het al snel moeilijker om het iedereen naar de zin te maken en zul je meer aandacht moeten geven aan de vraag waar de grenzen van de vrijheid liggen oftewel wanneer je tolerant bent en wanneer de grenzen van de tolerantie zijn bereikt.
Vanuit die positie krijgt luisteren de dimensie, die je nodig hebt om tolerantie tot wasdom te laten komen.
Die grenzen van de tolerantie worden daarbij niet zozeer bepaald door het luisteren naar een ander, maar door het gunnen aan een ander. Het is namelijk een zeer bijzondere aanname dat je vrijheid kunt nemen, want dit gaat per definitie ten koste van de vrijheid van een ander. Het is belangrijk om vrijheid te geven en daarmee draai je het hele idee van vrijheid om én geef je het haar ware aard: je kunt nooit echt vrij zijn als een ander je deze vrijheid niet gunt.
Tolerantie is immers geen reactieve handeling, maar een proactieve handeling. Het is dan voor het individu belangrijk om te tonen dat je dit geschenk waard bent en dan blijft het vierkant van het liberalisme gewoon staan, maar leest het opeens in een andere volgorde.
Goed luisteren
Liberalisme in de huidige wijze van denken is namelijk een rekbare vorm van egoïsme. Het bekende adagium waar ik mee begon refereert hier ook aan; het begint bij jezelf en de vraag wat je voor jezelf kunt nemen. De hele worsteling van liberalen ontstaat ook hier en de kritiek van niet-liberale krachten in onze samenleving richt zich daar ook op. Dit neemt niet weg dat het cruciaal blijft om goed te luisteren. Ook het gunnen van vrijheid aan een ander vraagt namelijk om na te gaan welke vrijheid je geeft en of een ander hier wel behoefte aan heeft.
Net als ‘vrijheid’ gaat ‘luisteren’ twee kanten op. Dan heb je een gesprek en de basis voor acceptatie.
Intolerantie
In de praktijk komt intolerantie in veel verschillende vormen voor. De duidelijkste vorm van intolerantie zit vaak achter de anonimiteit van de social media: ik geloof niet dat er ook maar één baggeraar op het worldwide web zelf zo behandeld wil worden als ze richting anderen doen.
In de Oudheid tot ver na de Middeleeuwen was het nog volstrekt normaal om anderen hun vrijheid te misgunnen. Tegenwoordig is de openlijke uiting om anderen dood te wensen redelijk uitzonderlijk: de positie van organisaties als Hamas en Hezbollah richting Israël is hiervan het meest actuele voorbeeld.
Het moeilijke is dat veel uitingen van intolerantie beter verstopt zijn. Soms zijn het hele slechte leugens, zoals de ‘rechtvaardiging’ van Rusland om Oekraïne aan te vallen. Vaak zijn het listige combinaties, die het lastig maken om te weten waar de grens ligt van hetgeen je moet tolereren (en wat niet).
Een voorbeeld van een situatie waarin te tolereren en niet te tolereren gedrag door elkaar lopen komen we tegen in het migratie-dossier. In dit dossier zien we dat de ene kant van het politieke spectrum vooral tolerantie bepleit voor het hele collectief, terwijl de andere kant van het politieke spectrum geen mededogen toont voor ditzelfde collectief. Een tolerante samenleving dient echter altijd oog te hebben voor de nuance.
Woke
Tenslotte ontstaat er terecht steeds meer weerstand rondom de ‘woke’-beweging. Terwijl zij – vaak op zeer goede gronden – vragen van mensen om toleranter op te treden rondom een brede waaier van maatschappelijke thema’s treden ze zelf in steeds sterkere mate uiterst intolerant op richting hun critici. Hierdoor wordt tolerantie openlijk geëist met behulp van gedrag dat feitelijk niet te tolereren valt; een uitstekende basis voor verwarring rondom het thema ‘tolerantie’.
*Peter Lamberts is historicus.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. Plus video’s en podcasts. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!