Hoe Frank van Gool steeds weer politici weet te winnen voor meer arbeidsmigratie naar Nederland

WouterRoorda 9-3-24 DEF
Ondernemer Frank van Gool (links) en oud-politicus Gert Jan Segers. Foto: Herbert Wiggerman

Al bijna een kwart eeuw is Frank van Gool van het bedrijf OTTO de meest hardnekkige en meest succesvolle ijveraar voor (meer) arbeidsmigratie naar Nederland. Hij werd er schatrijk mee.

Opvallend aan de methode-Van Gool: het openlijk inschakelen van politici. Gert-Jan Segers van de ChristenUnie is Van Gools jongste aanwinst. Maar politici van VVD, CDA en PvdA gingen hem voor. Politieke partijen sponsoren, dat doet Van Gool ook. Wouter Roorda zet het zoeklicht op dit deel van de migratie-lobbycratie.

Iedereen sprak er uiteraard schande van. De man van uitzendbureau OTTO, dat gespecialiseerd is in arbeidsmigranten, die een vraag daarover mocht stellen tijdens het verkiezingsdebat bij SBS6. Dezelfde man die een ton had gestort in de campagnekas van de VVD. Ook bleek zijn bedrijf sponsor van het BNR-radioprogramma van Wilfred Genee, de presentator van het verkiezingsdebat.

Het begon met een faillissement

Het gaat over Frank van Gool (1965). Samen met onder meer naamgever Otto Cornelisse richtte hij in 1999 uitzendorganisatie OTTO Work Force op. In 2000 bedroeg de omzet al vier miljoen gulden en die groeide naar 46 miljoen euro in 2005, om in 2010 150 miljoen euro te bereiken. In 2020 werd de horde van 500 miljoen euro omzet genomen en in 2023 die van één miljard euro.

Het in Venray gevestigde bedrijf heeft tegenwoordig ruim 26.000 mensen aan het werk. In 2018 kreeg het Japanse beursfonds Outsourcing voor naar verluidt 66 miljoen euro een meerderheidsbelang van 56 procent in OTTO, wat daarna opliep tot 100 procent in 2022. Toen werd het bedrijf gewaardeerd op 700 miljoen euro. Het legde Van Gool geen windeieren: In 2023 stond hij op plek 213 in de Quote500 met een geschat vermogen van 265 miljoen euro.

De zoon van een tuinder uit het Brabantse Berghem, die na de havo op zijn achttiende het groentekassenbedrijf van zijn vader overnam, kende niet altijd zoveel voorspoed. Het kassenbedrijf ging in 1999 failliet, evenals het daaraan gelieerde bedrijf Gopack dat groente en fruit verpakte en leverde aan winkelketens. Van Gool werd in 2007 veroordeeld voor onbehoorlijk bestuur. Een miljoenenschuld van Gopack bleef buiten de boeken, waardoor de administratie een te gunstig beeld gaf van de financiële situatie.

Van uitzendbureau naar verhuurder

Hoewel Van Gool nog steeds verbonden is aan OTTO heeft hij inmiddels de bakens verzet. Samen met zijn ex-vrouw Karolina Swoboda runt hij het eveneens in Venray gevestigde KAFRA Housing, dat een samentrekking is van hun beider voornamen. KAFRA werd in 2019 opgericht en groeit sindsdien onstuimig. Het realiseert grootschalige woonlocaties waar het tijdelijke huisvesting biedt aan voornamelijk arbeidsmigranten. Ook andere categorieën migrerende ‘spoedzoekers’ komen in aanmerking, zoals statushouders, studenten en Oekraïners.

Dure huisvesting tastte de winst aan van OTTO. De oprichting van KAFRA komt hieraan tegemoet. Als de huisvesting is geregeld, dan is het vervolgens geen enkel probleem om arbeidskrachten te plaatsen. In het geval van OTTO is dat vooral in de sector logistiek, met name bij de distributiebedrijven van Albert Hein en Jumbo. Nog steeds komt circa 70 procent van de werknemers uit Polen, al neemt het aandeel Roemenen en Bulgaren toe.

Hardnekkige verhalen rond uitbuiting

De koppeling van arbeid en huisvesting is een belangrijke oorzaak van de maatschappelijke weerstand tegen uitzendorganisaties als OTTO. Niet alleen verliezen werknemers hun baan bij ontslag, maar ook het dak boven hun hoofd als ze geen nieuw werk vinden. Voor de commissie-Roemer, die in 2020 onderzocht hoe de positie van arbeidsmigranten in Nederland kan worden verbeterd, was dit aanleiding om aan te bevelen om beide van elkaar los te koppelen.

Huisvesting – of beter: de gebrekkigheid daarvan – leidt ook tot hardnekkige verhalen rond uitbuiting en terugkerende aanvaringen met organisaties als FNV en SP. Dat geldt ook voor OTTO, hoewel het bedrijf volhoudt zich netjes aan de regels te houden. Van Gool stelt destijds met OTTO te zijn begonnen niet alleen om te voorzien in de behoefte aan personeel, maar ook om iets te doen aan de slechte omstandigheden voor arbeidsmigranten.

In 2019 kwamen de vakbond en OTTO in botsing over migrantenhuisvesting op park Old Heino. De FNV sprak over ‘erbarmelijke omstandigheden’, maar toonde zich tevreden als het systeem van gele en rode kaarten, dat het gedrag van de bewoners in goede banen moest leiden, werd opgeheven en mensen niet langer in groepen van vijf het hele jaar rond in één vakantiehuisje hoefden te verblijven.

Een andere luis in de pels is SP-Kamerlid Bart van Kent, die elk (vermeend) incident aangrijpt om in de (sociale) media flink te keer te gaan, daarbij niet gehinderd door het leveren van bewijs. Volgens Van Kent werden in 2021 arbeidsmigranten in een ‘Polenhotel’ in Boskoop ‘als beesten gehuisvest’ en betaalden zij 400 euro per persoon voor een tweepersoons hok zonder daglicht. De foto die hij hierbij toonde, liet volgens OTTO een opslagruimte voor huisraad zien. In november 2023 beweerde Van Kent dat arbeidsmigranten zelfs 800 euro per persoon moesten betalen.

Geen slechte reputatie

Na het bezoek van Van Kent in 2021 voerde de gemeente in Boskoop twee onaangekondigde inspecties uit, waaruit geen onregelmatigheden bleken die in strijd waren met de vergunning, het bouwbesluit of de normen van de Stichting Normering Flexwonen (SNF). De beschuldigingen van Van Kent dat sprake zou zijn van geen daglicht in de kamers en schimmelvorming werden niet door de feiten gestaafd.

OTTO heeft geen slechte reputatie als het aankomt op werkgeverschap en huisvesting van arbeidsmigranten. Het komt nooit in aanvaring met de autoriteiten. Het biedt haar werknemers relatief vaak een vast contract en past de Nederlandse CAO toe. KAFRA voldoet aan de SNF-normen, wat maar voor 20 procent van alle huisvesting voor arbeidsmigranten geldt.

Tijdelijke woonruimtes

In het verleden verhuurde men aan arbeidsmigranten vaak alleen een bed, waardoor sprake is van logies en er geen huurbescherming geldt of de huurprijzenwet. Hoewel deze praktijk nog veelvuldig voorkomt, is deze in de meer bonafide delen van de markt sterk teruggedrongen. Tegenwoordig bedient men zich daar vooral van tijdelijke huisvesting in woonunits op bedrijventerreinen, dichtbij de werkgevers, of op andere minder gewilde locaties. Het tijdelijke karakter van maximaal tien jaar maakt dat men niet aan de regels voor nieuwbouw is gebonden maar aan die voor bestaande bouw. Ook is het dan gemakkelijker om af te wijken van het bestemmingsplan. Er zijn zelfs subsidies voor het realiseren van tijdelijke woonruimtes.

In de KAFRA Tower in Venray heeft men 17m2 leefruimte en een ‘appartement’ (=slaapkamer) van 5,9m2. Daarvoor geldt een huur van 85 euro per persoon all-in per week, een vrij gangbaar bedrag. Volgens onderzoek van BMC voor de corporatiesector zou KAFRA maximaal een huur mogen vragen van €141,19 per maand. Dat lijkt nogal vergezocht, aangezien voor een gemiddelde studentenkamer met dezelfde omvang (veel) meer wordt betaald.

Een opmerkelijk punt is dat KAFRA werkt met ‘huurcontracten naar aard van korte duur’. Dergelijke huurcontracten bieden geen huur(prijs)bescherming. De commissie-Roemer deed het voorstel de duur van dergelijke contracten te gaan beperken tot maximaal vier maanden, waarna een tijdelijk huurcontract moest worden aangeboden. Inmiddels heeft wetgeving tijdelijke huurcontracten onmogelijk gemaakt, met uitzondering van huurcontracten naar aard van korte duur.

Een neusje voor politieke relaties

Het verdienmodel van een uitzendorganisatie voor arbeidsmigranten loopt het risico vergaand beïnvloed te worden door de politiek. Vanaf de start heeft OTTO daarom nauwe relaties onderhouden met politici. In de beginjaren was het doel daarbij vooral het opheffen van wettelijke beperkingen voor het tewerkstellen van arbeidskrachten uit de pas toegetreden EU-landen in Oost-Europa.

Een Raad van Advies zorgde ervoor dat de lijnen kort waren met de belangrijkste partijen. Deze Raad werd bevolkt door oud VVD-politici als Hans Wiegel en Frank de Grave. Ook oud CDA-staatssecretaris René van der Linden en oud-burgemeester van Tilburg en voormalig vakbondsbestuurder Ruud Vreeman (PvdA) maakten er deel van uit. Eerste Kamerlid Ger Biermans (VVD) is al vele jaren commissaris bij OTTO en was daarvoor ook lid van de Raad van Advies.

Circulaire migratie

Vorig jaar kondigde CU-leider Gert-Jan Segers verrassend aan een functie te aanvaarden bij OTTO. Daarvoor had hij zich altijd kritisch uitgelaten over de rol van werkgevers bij arbeidsmigratie. Segers moet het belang van ‘circulaire migratie’ onder de aandacht brengen. Die is volgens Van Gool hard nodig omdat Nederlanders allerlei werk niet willen doen en het een probaat middel zou zijn tegen de vergrijzing, waar veel tegenin te brengen valt.

Het houdt in dat mensen gedurende vijf jaren hier werken en dan, gesterkt door hun werkervaring, teruggaan naar hun land van herkomst. Gezinshereniging of -vorming zijn niet aan de orde. OTTO is alvast begonnen met het werven van Filipijnse verpleegkundigen voor wie in eigen land onvoldoende werk zou zijn. Circulaire migratie wordt ook door de EU gepropageerd, omdat het zou leiden tot minder illegale immigratie. Daarvoor is geen enkel bewijs noch dat het tijdelijk zou zijn. Wel blijft zo een kanaal van relatief goedkope arbeidskrachten voor werkgevers in stand.

Door zich aan de regels te houden, meer te doen dan de gemiddelde uitzendorganisatie voor arbeidsmigranten en relatief goede huisvesting aan te bieden heeft OTTO samen met KAFRA een sterke positie weten op te bouwen. Van Gool pleit ook al jaren voor het streng aanpakken van malafide uitzendbureaus en heeft de aanbevelingen van de commissie-Roemer onderschreven. De aanscherping van de regels rond het tewerkstellen en huisvesten van arbeidsmigranten en het uitzendwezen in het algemeen die al enkele jaren aan de gang is en ook de komende jaren doorgaat, zijn voor beide organisaties dan ook geen bedreiging. Integendeel. Deze zullen de concurrentie juist beperken.

Het valt echter moeilijk in te zien waarom er voor arbeidsmigranten op het terrein van huisvesting uitzonderingen moeten gelden, waarvan de politiek toepassing op de rest van de bevolking of zelfs maar op buitenlandse studenten niet wenselijk acht. Arbeidsmigranten vallen qua arbeidsvoorwaarden ook gewoon onder de CAO en de Nederlandse sociale zekerheid en arbeidswetgeving. Waarom dan uitzonderingen toestaan als huurcontracten naar aard van korte duur en tijdelijke huisvesting die valt onder soepeler regels?

Lobbycratie

Voor het in stand houden van de stroom arbeidsmigranten naar Nederland in het algemeen en voor je eigen bedrijf aantrekkelijke uitzonderingen in het bijzonder zijn korte lijntjes met regerende politici onontbeerlijk. Dat Frank van Gool daar een neus voor heeft, valt niet moeilijk in te zien.

Minstens zo interessant: er blijken in de Nederlandse lobbycratie ook altijd politici te vinden die bereid zijn de arbeidsmigratiebelangen van een ondernemer als Van Gool te dienen. Zelfs als ze, zoals Gert-Jan Segers, nog maar kort tevoren als volksvertegenwoordiger een hele andere lijn verkozen. Haast nog interessanter: het baart niet eens opzien.

Wouter Roorda publiceert regelmatig in Wynia’s Week over hoe de schaduwwereld van de meningsvorming en besluitvorming in Nederland werkt.

Wynia’s Week volgt de macht in Nederland waar anderen het spoor bijster zijn. Dat wordt mogelijk gemaakt door de duizenden donateurs, die we van harte danken. Doet u mee? Hartelijk dank!