Hoe een krankzinnig gedoogbeleid de georganiseerde misdaad baarde
Nederland Narcostaat heet het nieuwste boek van antropoloog en criminoloog Hans Werdmölder. Die titel is volgens hemzelf formeel gezien niet juist. De Nederlandse staat houdt zich immers niet bezig met de productie van en handel in drugs. Althans, nog niet.
Toch is Nederland in de ogen van velen, en zeker ook van het buitenland, wel degelijk een narcostaat omdat het een van de belangrijkste producenten van synthetische drugs (xtc en amfetamine) is en een grote rol speelt in de handel in cannabis, cocaïne en heroïne.
Werdmölder toont in een sterk betoog hoe het zo ver heeft kunnen komen. Ideologisch gesteund door progressieve rechtsgeleerden (Bianchi en Hulsman), artsen, psychiaters en kunstenaars is de politiek een onderscheid gaan maken tussen schadelijke harddrugs en onschadelijk geachte softdrugs.
Ten aanzien van die softdrugs is een gedoogbeleid gevoerd. Coffeeshops mogen ongestraft kleine hoeveelheden hasj en marihuana verkopen. Dat kunnen ze echter alleen maar doen als ze zelf grotere hoeveelheden krijgen aangeleverd. Die aanvoer blijft illegaal, maar wordt oogluikend toegestaan, omdat immers anders die kleine hoeveelheden niet verkocht kunnen worden.
Liquidaties op klaarlichte dag
Van meet af aan een krankzinnig beleid. Zowel de coffeeshopeigenaars als de groothandelaren in drugs zijn er puissant rijk van geworden. En worden dat nog steeds. Die hebben zich natuurlijk niet beperkt tot softdrugs, maar zijn ook harddrugs gaan produceren en verhandelen. Zo is een omvangrijke en machtige georganiseerde misdaad ontstaan.
Verreweg de meeste Nederlanders kennen de drugswereld niet en willen die ook niet kennen. Zij beseften pas hoe groot het probleem is toen ze op het Journaal zagen dat de advocaat van de kroongetuige in het Marengoproces was geliquideerd en vooral toen ze hoorden dat de Bekende Nederlander Peter R. de Vries, adviseur van die kroongetuige, op klaarlichte dag middenin Amsterdam was doodgeschoten. Toen werd duidelijk dat de georganiseerde drugsmisdaad een staat binnen de staat dreigt te worden. En dat er iets aan gedaan moet worden.
Progressieve opvattingen
Het is de grote verdienste van Werdmölder dat hij deze gang van zaken, vanaf het allereerste begin tot op de dag van vandaag, in zijn boek zorgvuldig uit de doeken doet. Mooi is dat hij ook namen noemt. Niet alleen Bianchi en Hulsman hebben ideologisch de weg geplaveid voor het funeste gedoogbeleid, ook de door Hulsman opgerichte Coornhert Liga, artsen als Pierre Vinken en Otto de Vaal, ‘drugsprofessor’ Peter Cohen, dichter Simon Vinkenoog, topambtenaar Eddy Engelsman en de ministers Dries van Agt, Winnie Sorgdrager en Els Borst worden door Werdmölder medeverantwoordelijk geacht.
Aan het gedoogbeleid lag ‘geen uitgebreid empirisch onderzoek ten grondslag’, maar ‘de politici hebben zich laten leiden door hun progressieve opvattingen en ideeën’. Zelfs politici die als pragmatisch en nuchter bekend staan, zoals de premiers Lubbers en Kok ‘riepen in de jaren negentig hun buitenlandse collega’s op het Nederlandse voorbeeld te volgen, want in Nederland waren veel minder drugsdoden te betreuren’. ‘In de aangrenzende landen, maar ook in Frankrijk en Zweden, werd daar heel anders over gedacht’, schrijft Werdmölder.
De laatste giftige paddenstoel
En nu zitten we met een levensgroot probleem. Welke aanpak is de beste? In zijn Slotbeschouwing schrijft Werdmölder dat ‘de stapsgewijze legalisering van soft- én harddrugs, maar dan alleen in overleg en in nauwe samenwerking met de omringende Europese landen, de enige en reële oplossing is’. Hiermee zou de georganiseerde misdaad haar middel van bestaan verliezen.
Tegen deze oplossing kun je verschillende bezwaren aanvoeren. Een praktisch probleem is dat het nog wel enkele decennia kan duren voor ‘de omringende Europese landen’ bereid zijn tot een dergelijke legalisering.
Verder is het naïef te menen dat de georganiseerde misdaad voor een gat gevangen zit. Wanneer de handel in gelegaliseerde drugs niet meer loont, zal ze de handel in nog niet gelegaliseerde drugs intensiveren, en als ook de laatste giftige paddenstoel wettelijk is vrijgegeven, zal ze zich richten op andere illegale markten: vrouwenhandel, mensenhandel, wapenhandel en noem maar op. Ook al is de georganiseerde misdaad groot geworden met de handel in illegale drugs, zij verdwijnt niet door die drugs te legaliseren.
Sluit de coffeeshops
Een fundamenteler bezwaar tegen de aanpak van Werdmölder is dat met de ‘aanvoer van staatswiet en staatscoke onder streng toezicht van politie en justitie’, zoals hij wil, Nederland nu ook formeel een narcostaat zou zijn geworden. Wat blijft er over van het morele gezag van een overheid die handelt in drugs?
Werdmölders aanpak staat haaks op de aanpak die ik hier eerder heb gesuggereerd en die is gericht op de vraagzijde van het drugsprobleem. Net zoals eerder met roken is gebeurd, zou er een brede en intensieve campagne moeten worden gevoerd tegen het gebruik van drugs. Hasj en wiet zijn minstens zo gevaarlijk voor de lichamelijke gezondheid als tabak en veel gevaarlijker voor de geestelijke gezondheid. In het kader van zo’n campagne moet ook de handel in kleine hoeveelheden softdrugs verboden worden en moeten de coffeeshops dicht.
Hogere straffen
Werdmölder vindt deze oplossingsrichting niet reëel en onverstandig. Hij denkt dat er teveel cannabis- en zelfs teveel cocaïnegebruikers zijn om deze omslag te realiseren. Ik denk dat het wel kan. Met tabak is het immers ook gelukt.
Werdmölder is het wel met mij eens dat, welke oplossing je ook kiest, de georganiseerde drugsmisdaad keihard moet worden aangepakt. Ook pleit Werdmölder voor een noodzakelijke harmonisering van de strafmaat voor drugsdelicten binnen de Europese Unie, wat betekent dat in Nederland de straffen fors omhoog moeten.
Ongelijke strijd
Eerlijk gezegd zie ik dat broodnodige harde opsporings- en vervolgingsbeleid voorlopig niet van de grond komen. Wie weet dat het kabinet Rutte IV slechts 1 miljard extra heeft uitgetrokken voor de bestrijding van de georganiseerde misdaad en dat die georganiseerde misdaad vele miljarden winst per jaar maakt, weet ook wie deze ongelijke strijd wint.
Dat laat onverlet dat Hans Werdmölder een interessant en boeiend boek heeft geschreven. Iedereen die zich bezighoudt met het Nederlandse drugsbeleid, op welk niveau dan ook, zou het moeten lezen.
Hans Werdmölder, Nederland Narcostaat, 50 jaar drugshandel, en vele liquidaties, Just Publishers, 2022, 256 pp.