Hoe de tsunami in Japan leidde tot de rampzalige sluiting van Duitse kerncentrales
Op 11 maart 2011 vond om 14:46 uur lokale tijd, 160 kilometer voor de kust van het Japanse hoofdeiland Honshu, de op vier na sterkste aardbeving plaats die ooit is gemeten (9,0 op de schaal van Richter). 50 minuten later sloeg er een gigantische tsunami-golf over de kust. Bijna 20.000 mensen werden het slachtoffer van deze tragische natuurramp. Dat betekende het einde voor meer kerncentrales in Duitsland dan in Japan.
De kerncentrale van Fukushima-Daiichi staat maar tien meter boven zeeniveau. De dijk die hem tegen de zee moet beschermen is berekend op golven van ten hoogste acht meter. Een fatale fout bij de aanleg, en dat heeft zich gewroken. Direct na de aardbeving schakelde de Fukushima-Daiichi-centrale zichzelf uit en sprong in een veilige modus, net als drie andere centrales: Fukushima-Daiini, Onagawa en Tokai-2. De noodgenerator werd opgestart en de centrale was nog grotendeels onbeschadigd.
50 minuten laten overspoelde de tsunami de gebouwen en veroorzaakte grote schade aan de elektrische systemen. Vooral hachelijk was dat de noodgenerator, die op diesel liep, nu uitviel. De vervalwarmte in de reactoren in de units 1 tot en met 3 kon daardoor niet meer worden afgevoerd, en de druk en temperatuur in de primaire kring stegen. Chemische reacties leidden tot de vorming van grote hoeveelheden waterstof. Omdat de schoorsteenkleppen voor drukontlasting niet meer functioneerden, kwam die waterstof in gasvorm het reactorgebouw binnen, explodeerde en tilde daarbij het dak van het gebouw. De beelden hiervan werden op de Duitse televisie telkens opnieuw vertoond, maar zonder technische uitleg van wat er gebeurd was. Michael Schneider, overtuigd anti-atoom-activist en consultant van de Duitse regering en de EU, bleef er daardoor altijd van overtuigd dat de reactor is ontploft als een atoombom. Daarvoor ontbrak echter simpelweg de kritische massa die een ongecontroleerde kettingreactie mogelijk had kunnen maken. Als dat was uitgelegd had die verklaring de Duitse bevolking met haar systematisch aangewakkerde atoomangst misschien in de war kunnen brengen.
Desalniettemin viel deze ramp natuurlijk in de gevaarlijkste categorie, met een meltdown en radioactief materiaal dat vrij was gekomen in het milieu. Maar uiteindelijk is er niemand aan de straling gestorven. Wel vielen er doden door de tsunami en door de haastige evacuatie van ongeveer 150.000 mensen, onder meer uit ziekenhuizen en bejaardentehuizen. Achteraf bezien hadden op grond van de stralingsbelasting zulke grootscheepse evacuaties niet hoeven plaatsvinden. De slachtoffers vielen niet door straling maar door de beschermingsmaatregelen tegen die straling.
Na het ongeval vond wereldwijd inspectie van kerncentrales plaats, en nieuwbouwplannen werden tegen het licht gehouden. Bij alle kerncentrales in de EU zijn toen stresstests uitgevoerd. Ook in Japan vonden zulke tests plaats, en geleidelijk aan werden een paar reactoren weer in bedrijf gesteld. Ondertussen moest Japan althans tijdelijk grote hoeveelheden kolen en olie importeren om de elektriciteitsvoorziening op peil te houden. Ngo’s begonnen onmiddellijk te klagen over de toegenomen Japanse CO2-uitstoot.
De Duitse regering tweette vijf jaar na Fukushima: Precies vijf jaar geleden veroorzaakte een zware aardbeving in Japan een tsunami en daarmee een catastrofe in de kernreactor van Fukushima. We betuigen onze innige deelneming aan de nabestaanden van de 18.000 slachtoffers.
De politieke en media-tsunami in Duitsland
Kort na de ramp waren de geigertellers in Duitsland uitverkocht. Een reactie die waarschijnlijk alleen mogelijk was in een land waar nu al drie generaties van jongsaf aan atoomangst ingeprent krijgen. Uit onderzoek bleek dat in geen enkel ander land ter wereld – met uitzondering van Japan dan – zoveel over de beschadigde kerncentrale bericht werd als in Duitsland. Een media-tsunami overspoelde de discussie over kernenergie. Er werd verband gelegd tussen de dodelijke slachtoffers en het ongeluk met de kerncentrale. In interviews zag je vooral woordvoerders uit ngo-kringen, groene politici en al wie kritisch tegenover kernenergie stond. De plaatsvervangend energiemedewerker van de Groene Jeugd in Lutjebroek mocht bij wijze van spreken zijn bezorgdheid op tv ventileren, aan een hoogleraar Kernfysica werd niets gevraagd.
Er is geen leed in de wereld of Duitse politici weten er gebruik van te maken .De groene politica Claudia Roth, die verontwaardiging en mythevorming altijd vakkundig voor het voetlicht weet te brengen, nam ook nu het voortouw:
‘Vandaag twee jaar geleden vond de verwoestende nucleaire ramp in Fukushima plaats, die na Tsjernobyl opnieuw een hele regio en daarmee de hele wereld in de atoomafgrond liet kijken. In totaal stierven 16.000 mensen bij de ramp in Japan …’
vertrouwde ze, als altijd zeer betrokken, haar Facebook-account toe. Na enige kritiek op die bewering nam ze gas terug. Haar partijgenoot Jürgen Trittin schreef iets in diezelfde trant (‘19.000 mensen zijn bij de tsunami en de reactorramp omgekomen’).
Kernenergie als duivelstuig
De publieke media volgden diezelfde groene interpretatie:
‘Japan herdenkt vandaag de slachtoffers van de verwoestende aardbeving en de tsunami-ramp van twee jaar geleden. Een aardbeving met een kracht van negen schokte het noordoosten van het land en veroorzaakte een 20 meter hoge tsunami. Als gevolg hiervan vond er een reactorongeval plaats in de kerncentrale van Fukushima. Daarbij vonden ongeveer 16.000 mensen de dood …’
Zo klonk het in de ARD-Tagesschau van 11 maart 2013. Een taalkundig slordige formulering kan hier worden uitgesloten, het ging om de meningsvorming bij de bevolking, de geschiedschrijving moest de gewenste richting in geduwd worden. Een met belastinggeld betaalde omroep als verlengstuk van beleidsvorming. Het is nog maar een kwestie van tijd en dan zullen Duitse schoolkinderen ons vertellen dat in 2011 de explosie van een kerncentrale in Japan een tsunami heeft veroorzaakt.
De kerken, in de pas met de tijdgeest en loyaal aan de regering, steunden de propaganda ook. Kardinaal Marx beschreef kernenergie als duivelstuig. Duitse kerkvorsten zullen binnenkort windenergie wel vieren als een ‘geschenk uit de hemel’.
Merkel flexibel als altijd
Bondskanselier Merkel zag toen wel in dat de publieke opinie aan het omslaan was en dat machtsverlies dreigde. In verschillende deelstaten stonden verkiezingen voor de deur. Zoals altijd was ze flexibel in haar mening. Ze besloot de vergunningen voor Duitse kerncentrales niet te verlengen, hoewel daar net in 2010 toe besloten was, en ze verklaarde kernenergie onbeheersbaar. Vergeten was wat zij tijdens de verkiezingscampagne voor de Bondsdag in 2005 allemaal had gezegd:
‘Ik denk niet dat het zinvol is dat uitgerekend het land met de veiligste kerncentrales het vreedzaam gebruik van kernenergie staakt.
Duitsland maakt zichzelf belachelijk als het een zuiver geweten wil krijgen door kern- en kolencentrales te sluiten en tegelijkertijd uit buurlanden elektriciteit te importeren die uit diezelfde energiebronnen is opgewekt.’
Om deze draai te legitimeren werd een Ethische Commissie voor Veilige Energievoorziening opgericht, gedomineerd door bisschoppen, filosofen, sociologen en andere geesteswetenschappers. Er zaten voor de vorm ook twee buitenstaanders tussen: een vakbondsvoorzitter en een manager uit de chemische industrie mochten commentaar geven. Uiteindelijk verklaarde de commissie in het eindrapport dat geleidelijke stopzetting van kernenergie mogelijk was, onder meer omdat het Desertec-project (woestijnelektriciteit voor Duitsland) een goed alternatief was. Tegenwoordig is er weer een ander alternatief: waterstof uit Afrika. Ook daarvan valt voorlopig weinig te verwachten.
Eind juni 2011, amper drie maanden na de tsunami, keurde de Bondsdag een wijziging van de Atoomenergiewet goed, met daarin specifieke sluitingsdata, een proces dat uniek was in de wereld. De CSU had al op een partijcongres in mei 2011 besloten om de kerncentrales in Beieren voor eind 2022 te sluiten. Het voorzienbare tekort aan elektriciteit in Zuid-Duitsland kunnen ze in Beieren dan dus niet de federale overheid aanwrijven.
De toekomst van kernenergie ligt niet in het heden
De haastig in elkaar geflanste wet- en regelgeving bleek slordig en duur. Zelfs de belasting op ‘brandstof elementen’ die al vóór Fukushima was ingevoerd, hield bij het Hof geen stand en de reeds geïnde belasting moest met rente terugbetaald worden. Het ‘atoommoratorium’, de onmiddellijke sluiting van de zeven oudste kerncentrales, waar de regering na het incident in Fukushima toe had besloten, was volgens de rechter ook illegaal. De gebeurtenissen in Japan zijn volgens de rechtbank nauwelijks te vergelijken met de situatie in Duitsland. De toenmalige minister van Milieu Röttgen (CDU) rechtvaardigde de sluiting door met de noodzaak van ‘extreme voorzorg’ te schermen, voorzorgen waar de overheid geen boodschap aan heeft bij de schade door infrageluid voor omwonenden van windmolens, of – op dit moment – bij de aanschaf van coronavaccins.
Om schadeclaims van de exploitanten van kernenergie te vermijden, werden die ontheven van de verantwoordelijkheid voor de opslag van het radioactieve materiaal. Als gevolg hiervan krijgen de belastingbetalers waarschijnlijk een rekening van 100 miljard euro (of meer) gepresenteerd.
Met de wijziging van de Atoomenergiewet uit 2011, waarin de uitfasering werd geregeld, vergat men rekening te houden met de hoeveelheden elektriciteit die in de Atoomenergiewet uit 2002 waren afgesproken. Daarin waren resthoeveelheden elektriciteit vastgesteld die tussen de centrales heen en weer konden worden geschoven. Nu is er een akkoord bereikt en mogen de belastingbetalers nog eens 2,4 miljard euro lappen om het gepruts rond die uitfasering goed te maken. Ook het geschil met Vattenfall voor het internationale arbitragetribunaal (ICSID) is daarmee beslecht. Al met al kost het Duitsland miljarden euro’s om een einde te maken aan emissiearme stroomproductie, een tekort aan elektriciteit te veroorzaken en huishoudens en bedrijven in de toekomst te confronteren met stijgende prijzen.
Europa zonder energie
Regering en parlement liet het overduidelijk volkomen koud dat het stilleggen van die reactoren overal in Europa zijn weerslag zou hebben, en dus niet alleen gevolgen zou hebben voor de nationale energieplannen van de directe buurlanden. Terwijl Merkel oproept tot een ‘Europese’ (zij bedoelt natuurlijk de EU) oplossing voor elk probleem dat zich voordoet, is de Duitse energietransitie een strikt nationaal project. Door het gebrek aan aandacht voor de buurlanden dat erin ten toon wordt gespreid, zou je die transitie ook nationalistisch kunnen noemen.
Dapper beweren de regeringsgetrouwe media dat kernenergie overal ter wereld wordt afgeschaft (en steenkool geleidelijk aan ook). In werkelijkheid begint kernenergie over de hele wereld juist aan een renaissance. Europese landen verlengen looptijden, breiden uit of willen instappen, ook omdat ze niet langer op Duitse stroom durven rekenen: Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland, Finland, Greta’s Zweden, Wit-Rusland, Rusland, Polen, Tsjechië, Slowakije, Hongarije, Slovenië, Roemenië en Bulgarije. Daarnaast investeren allerlei landen in kernenergie, zoals Turkije, Egypte, de Emiraten, Saoedi-Arabië, Bangladesh en snelgroeiende landen als India, China en Zuid-Korea. In de VS ziet president Biden kernenergie als een middel om het klimaat te beschermen.
In 2019 werd in Nairobi het Africa Nuclear Business Platform opgericht. Het continent heeft veilige en schone energie nodig en wil nu de krachten gaan bundelen om kernenergie op te wekken. Deelnemende landen zijn Algerije, Egypte, Ghana, Kenia, Marokko, Namibië, Niger, Nigeria, Rwanda, Zambia, Senegal, Soedan, Tanzania, Tunesië en Oeganda.
Van dit alles is vrijwel niets terug te vinden in onze media. Wanneer bovengenoemde landen echter investeren in wind- en zonnesystemen, staat dat prominent in de krant. Het verspreiden van halve waarheden is een beproefd middel om de realiteit in een gewenst wereldbeeld te verpakken. Een halve waarheid is een hele leugen, wordt wel gezegd.
Fukushima vandaag
De drie verwoeste reactoren in Fukushima-Daiichi zijn economisch gezien een enorme schadepost, en de sloop ervan zal tientallen jaren duren. In de regio is alles echter weer grotendeels normaal. Bewoners mochten terugkeren als ze dat wilden. Duitse media meldden dat ze ‘moesten’ terugkeren. Toen nabijgelegen stranden weer werden geopend, berichtte een aantal Duitse media verhit over de vermeende onverantwoordelijkheid van die actie. Dat Japanners in hun hightech-land heus wel geigertellers kunnen bedienen en grenswaarden kunnen hanteren, werd domweg in twijfel getrokken. Latente xenofobie lift gemakkelijk mee met de hooghartige Duitse moraal en nucleaire angst.
Een offshore windenergieproject voor de kust van Fukushima is inmiddels afgeblazen, want niet rendabel.
Duitsland vandaag
De aardbeving bij Japan op 11 maart 2011 luidde het einde in van meer Duitse dan Japanse reactoren. Uiterlijk in 2023 zal er in Duitsland niet meer elke dag van het jaar voldoende zelf geproduceerde elektriciteit zijn. De schaarste aan elektriciteit zal in een kosten-tsunami eindigen.
Niettemin beschouwt Duitsland zichzelf als een pionier in een wereldwijde ontwikkeling. Dat is een illusie. Niemand volgt Duitsland, Duitsers zijn spookrijders op de wereldwijde energieweg.
Dit artikel van Frank Hennig verscheen eerder – in het Duits – op Tichys Einblick