Hoe de moraalapostelen onze economie om zeep helpen  

ArieGraafland 27-7-24
Cover van het besproken boek. Beeld: beck-shop.de

De huidige Duitse politiek is diep moralistisch, schrijft Fritz Söllner in zijn boek Die Moralapostel. En dat blijft niet zonder gevolgen: het bruto binnenlands product (bbp) loopt in sneltreinvaart terug. Dat geldt ook voor de EU. De rest van de wereld kent juist een sterke groei. Hoe kan dat? Duitsland was toch altijd een welvarend industrieel land? Dat kan omdat Duitsland zich in eigen vlees snijdt met zijn moralisme op het gebied van klimaat, milieu en immigratie.

En het wordt er niet beter op, het politiek moralisme is in de loop van de tijd alleen maar sterker geworden. Dat ligt ook wel voor de hand, het voelt goed en je staat voor je gevoel aan de goede kant van de geschiedenis. Verantwoording afleggen over je politieke handelen is minder belangrijk geworden, zolang je gevoelsmatig maar juist handelt. Je hebt als verantwoordelijke minister ook geen specifieke kennis nodig, het is vooral het klimaat of de immigratie waar je je voor inzet. Herkenbaar voor Nederland? Lijkt me wel.

Deugterreur is totalitair

Door dat voortdurende appèl op waarden, verhef je jezelf boven anderen. De mogelijke negatieve effecten van die waarden op de samenleving blijven onbesproken. Söllner spreekt hier van een ‘deugterreur’, die je eigen waarden onaantastbaar maakt. De tegenstander is niet een andersdenkende, maar is immoreel en verwerpelijk. Het beroep op jouw specifieke onaantastbare waarden maakt het anderen, die die waarden niet delen of die ze geconcretiseerd willen zien, onmogelijk om met tegenargumenten te komen.

Nog veel erger is dat onze open en vrije maatschappij, onder invloed van dat voortdurende beroep op morele waarden, langzaam maar zeker verandert. Als iets duidelijk wordt in Söllners boek is het dat deze tendens makkelijk tot een totalitaire staat kan leiden. Met andere woorden: de democratie is in gevaar omdat het moralisme een immanente tendens kent die tot een totalitaire maatschappij kan leiden. Het één (onaantastbare waarden) brengt het andere (een totalitaire staat) mee zonder dat we dat ons bewust zijn.

Duidelijk wordt dat in de recente EU-politiek. Het voorstel van Ursula von der Leyen om de digitale informatiestromen te monitoren middels de Digital Service Act (DSA) om zodoende de democratie te redden, helpt de democratie juist om zeep door te censureren. Elon Musk (X) kreeg een deal aangeboden: als zijn platform zelf zou censureren, zou de EU geen financiële claim indienen. In feite heeft de EU die mogelijkheid helemaal niet, maar de oeverloze en abstracte waardendiscussie lijkt alles mogelijk te maken.

Söllner geeft als voorbeeld van een door moraal gedomineerde politiek de nederige positie die Duitsland sinds de Tweede Wereldoorlog heeft ingenomen. Op het internationale toneel stelt Duitsland zich bescheiden op, alleen opereren is taboe. Gezien het verleden is dat begrijpelijk, zegt Söllner. Maar het heeft er wel toe geleid dat Duitsland de grootste nettobetaler van de EU is geworden.

Financiële nadelen zijn bijzaak

Een ander voorbeeld van economisch nadelige moraliteit is de invoering in 1999 van de euro. De euro werd doorgevoerd om politieke redenen, waarbij de bezwaren van economen terzijde werden geschoven. De gevaren werden gebagatelliseerd en de te verwachten problemen ontkend.

Of het nu de vluchtelingencrisis, de klimaatcrisis, de Coronacrisis of de Oekraïnecrisis betreft, in alle gevallen worden onze waarden aangesproken. Afwegingen omtrent de kosten en de baten verdwijnen steeds meer naar de achtergrond. De nadelige materiële gevolgen voor de bevolking spelen nauwelijks een rol.

Annalena Baerbock en de schone ziel

Over Annalena Baerbock, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken citeert Söllner Jürgen Grosse: ‘Eigen belangen kan zij uitsluitend indirect verwoorden, middels de omweg van een universalistische moraal en middels een gevoelsmatig idioom van de schone ziel’. Baerbock maakt zich binnen de Duitse ‘stoplicht-coalitie’ sterk voor een ‘feministische buitenlandse politiek’. Niet alleen migratie valt daaronder, maar ook de Duitse bewapeningspolitiek en militaire export. Zijn bepaalde wapens dodelijker voor vrouwen?, vraagt Söllner zich af.

Hij is met name kritisch over de Duitse exportbelangen als het Atlantische vrijhandelsverdrag TTIP en de Mercosur-overeenkomst met Zuid-Amerika die beide in de ijskast staan vanwege de hoge eisen die de EU, in het bijzonder Duitsland, stelt aan klimaatmaatregelen. Ook hier is een kosten-baten-analyse niet van belang.

Deze manier van denken leidt er ook toe dat alle grenzen openstaan voor migratie van elders. Alle mensen, waar ook ter wereld, worden als gelijke behandeld, niet alleen formeel, maar ook materieel. Dat betekent dat iedereen het recht heeft zich in het land van keuze te vestigen en gebruik te maken van alle sociale voorzieningen. Dat ligt al besloten in het VN-Migratiepact, ook wel het Pact van Marrakesh genoemd. Migratie wordt zonder nadere argumentatie als ’bron van welstand’ gezien.

In Nederland noemen we dat de zegeningen van de ‘diversiteit’. Het VN-migratiepact is ongetwijfeld het belangrijkste document voor een wereldwijde politiek van wat de Duitsers noemen de ‘Willkommenskultur’. Dat daarmee het hele sociale systeem in gevaar komt lijkt geen argument.

Tijd voor realisme

Deze manier van denken zien we ook in Nederland: immigratie is een schone zaak en ‘kan niet gereguleerd worden’. De argumenten zijn bekend: het moet van de EU en het VN-migratiepact, ‘de wereld is van iedereen’, ‘migratie is van alle tijden’, en als we de praktische nadelen benoemen ‘spelen we de PVV in de kaart’.

Het wordt tijd voor een meer realistische politiek. Een realistische moraal, geen moralisme.

Fritz Söllner, Die Moralapostel, Zerstörung eines Exportweltmeisters, Langen Müller Verlag, München 2024, 247 p.

Fritz Söllner is Universiteitsprofessor aan de Technische Universiteit in Ilmenau, waar hij de vakgroep financieringswetenschappen leidt. Hij deed onderzoek aan Harvard, en is lid van het Hayek Gesellschaft.

Arie Graafland is emeritus-hoogleraar aan de TU Delft. Hij schrijft regelmatig voor Wynia’s Week, vooral over non-fictie boeken.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!