Het wettelijk afdwingen van toekomstige resultaten is onzindelijk

andel
Marjan Minnesma van Urgenda met twee advocaten bij de Hoge Raad, 20 december 2019. Bron beeld: YouTube.

Waarom hebben we wetten? Wetten en regels reguleren al duizenden jaren in alle bevolkingen de concrete gedragingen van individuele burgers en instellingen. Je mag niet stelen en discrimineren, en je moet belasting betalen en stoppen voor rood. Als je eigen gedragingen in het hier en nu deze wetten schenden krijg jij straf. Er zullen weinig mensen zijn die nut en noodzaak van dergelijke wetten ontkennen.  Klimaatwetten zijn echter fundamenteel anders van aard.

Democratisch instrument van wetgeving wordt misbruikt

Klimaatwetten reguleren geen concrete gedragingen van u en mij in het hier en nu, maar dwingen collectieve resultaten in de toekomst af. Het democratische instrument van wet- en regelgeving wordt in toenemende mate misbruikt om toekomstige collectieve resultaten af te dwingen. We moeten collectief over 7 jaar onze CO2-uitstoot hebben gehalveerd, maar geen enkele individuele burger of instelling wordt nu of straks beboet bij het starten van de auto, het aanzetten van de CV-ketel of het niet isoleren van een pand.

In plaats daarvan worden alle individuen en instellingen collectief beboet voor het uitblijven van een wettelijk bepaald toekomstig collectief resultaat. De rechter is op onbegrijpelijke wijze gezwicht voor Urgenda, door de staat een dwangsom op te leggen voor het niet realiseren van collectieve klimaatdoelen die de Staat niet kan afdwingen via een optelsom van al onze individuele gedragingen. De staat is zelf geen individu, de staat dat zijn wij allemaal. Elke dwangsom-euro die de staat (aan wie of welke benadeelde?) betaalt komt uit de belastingen van alle burgers en bedrijven.

Zo’n dwangsom-euro kan niet naar zorg of onderwijs gaan. Het alternatief is dat de staat dwangsommen betaalt door belastingen te verhogen. In beide gevallen wordt iedereen gestraft voor iets wat niemand individueel kan worden aangerekend. Zelfs mensen die helemaal geen auto, CV-ketel of huis bezitten ondervinden de nadelen van boetes die de Staat moet betalen, via minder zorg en onderwijs en/of via belastingverhogingen.

24 procent belastingverhoging op energie

Belastingverhogingen hebben de energierekening in de afgelopen twaalf maanden met 421 euro opgestuwd. Stijgende prijzen hebben daar ongeveer 250 euro aan toegevoegd. Het totaal van 670 euro betekent een verhoging van 37 procent, aldus het CBS. Die verhoging wordt voor bijna tweederde door belastingverhogingen veroorzaakt. De energiebelastingen zijn dus in twaalf maanden met 24 procent – tweederde van 37 procent – gestegen. Daar verschrompelt zelfs de torenhoge inflatie van het afgelopen jaar bij.

Waarom keuren parlementen en regeringen onzindelijke klimaatwetten goed?

De vraag is waarom parlementen en regeringen van welvarende democratische EU-landen onzindelijke klimaatwetten goedkeuren. De vraag is waarom de bedoeling van wet- en regelgeving uit het oog is verloren, namelijk het reguleren van concrete gedragingen in het hier en nu zonder garantie van collectieve uitkomsten in de toekomst. Ik doe een poging om een antwoord te vinden op deze vragen.

Het heeft iets te maken met het feit dat het reguleren van concrete gedragingen in het hier en nu niet altijd het gewenste collectieve resultaat oplevert. Er wordt helaas nog steeds gestolen, gediscrimineerd, belasting ontdoken en door rood gereden. De staat heeft hier namens ons allen terechte reductie-doelstellingen voor, maar die zijn wijselijk niet als toekomstige resultaten in wetten verankerd. We weten immers allemaal dat dergelijke toekomstige collectieve resultaten niet afdwingbaar zijn via een optelsom van al onze individuele gedragingen.

Individuele gedragingen leiden niet altijd tot een gewenst collectief resultaat

We weten ook allemaal dat mensen die niet stelen, discrimineren, belasting ontduiken of door rood rijden niet gestraft dienen te worden voor het niet halen van dergelijke toekomstige collectieve doelstellingen. De staat (en dus wij allen) kan daarom logischerwijs niet beboet worden als het aantal diefstallen of roodrijders in 2030 niet is gehalveerd. De staat straft in plaats daarvan namens ons allen individuen die nu en straks deze gevaarlijke misdrijven plegen.

Het feit dat die misdrijven onze veiligheid bedreigen is daarbij geen argument om wettelijk een toekomstige collectieve doelstelling vast te leggen op straffe van een dwangsom voor de staat. Vreemd genoeg hanteren het Hof en de Hoge Raad precies dit argument wel in het Urgenda-vonnis: ‘De Staat moet meer doen om het dreigende gevaar veroorzaakt door de klimaatverandering te keren, gegeven ook zijn zorgplicht voor de bescherming en verbetering van het leefmilieu.’

Bij dreigend gevaar door diefstallen, discriminatie, belastingontduiking en door rood rijden vult de staat die zorgplicht in door individuele overtreders te straffen. Bij CO2-reductie zou dat evenzo kunnen, bijvoorbeeld door hardrijders (zwaarder) te straffen en autofabrikanten met dwangsommen te dwingen om veel zuiniger auto’s te ontwikkelen. Europese staten hebben al een aantal van zulke energie- en CO2-besparende wetten, zoals een vermogensbegrenzing van stofzuigers en een verbod op terrasstralers (in Frankrijk) en gloeilampen.

Inconsistent elektrificatiebeleid

Met deze drie voorbeelden erkent de staat overigens terecht dat vermindering van elektriciteitsverbruik nuttig is en CO2 bespaart. Dat is echter volkomen inconsistent met het algemene beleid van diezelfde staat om alles wat los en vast zit te elektrificeren. Warmtepompen en elektrische auto’s zouden emissievrij of klimaatneutraal zijn, hetgeen aantoonbaar onwaar is. Als het waar zou zijn, zou een verbod op gloeilampen en terrasstralers – die tien tot honderd maal minder elektriciteit verbruiken dan warmtepompen en elektrische auto’s – zinloos zijn.

Rechtbank lijkt wel degelijk het terrein van de politiek te betreden

De rechtbank zou in het Urgenda-vonnis naar eigen zeggen ‘niet het terrein van de politiek betreden’, omdat zij niet bepaalt hoe de staat aan de klimaatwetten moet voldoen. Zij bepaalt echter wel hoe de staat zijn zorgplicht ten aanzien van gevaren van klimaatverandering moet invullen, namelijk met CO2-reductie. Dat is op zichzelf een politieke beslissing, want de staat kan die zorgplicht ook op andere manieren invullen.

Concrete gevaren van klimaatverandering zijn in Nederland bijvoorbeeld (of met name) stijgende waterniveaus van de Noordzee en de rivieren. Wij kunnen die gevaren als wereldwijd erkende watermanagementexperts effectief adresseren met dijkaanleg, dijkverzwaringen en aangepaste zoetwaterhuishouding. Zo beschermen we ons al eeuwen met toenemend succes tegen overstromingen. We zouden bijvoorbeeld ook een bouwverbod in riskante overstromingsgebieden kunnen instellen.

Adaptie is aantoonbaar effectiever dan mitigatie

Dergelijke adaptieve maatregelen zijn zelfs aantoonbaar effectiever dan de mitigatie-maatregel van CO2-reductie. CO2-reductie door en in het kleine Nederland heeft immers weinig effect op een toenemende CO2-concentratie in de mondiale atmosfeer. De staat kan zijn zorgplicht ten aanzien van klimaatverandering voor minder geld veel sneller en doeltreffender invullen met adaptieve maatregelen tegen gevaren als extreem weer en overstromingen. Dat weten we sinds de Zeeuwse en Zuid-Hollandse watersnoodramp van 1953 en de Limburgse wateroverlast in 1993 en 2021.

Klimaatwetten keren zich tegen de eigen burgers

In plaats daarvan heeft het Hof bepaald dat de staat van allerlei mogelijke maatregelen specifiek de weinig effectieve mitigatie-maatregel van CO2-reductie moet inzetten om zijn zorgplicht ten aanzien van klimaatverandering in te vullen. Dit gaat onvermijdelijk ten koste van veel effectievere en goedkopere adaptieve maatregelen. De staat heeft de rechter daar overigens zelf de wapens voor in handen gegeven, met het wettelijk vastleggen van niet-afdwingbare collectieve resultaten in de toekomst. Die wapens keren zich nu tegen de staat, en daarmee tegen alle burgers en bedrijven van Nederland. 

Het feit dat het reguleren van individuele gedragingen niet altijd het gewenste collectieve resultaat oplevert, leidt kennelijk tot een machteloze frustratie bij politici en hun kiezers die niet willen of kunnen aanvaarden dat de wereld niet maakbaar is. Die machteloze frustratie resulteert nu in machteloze klimaatwetten, in de illusie dat het in de wet verankeren van een toekomstig collectief resultaat de vermeende maakbaarheid van dat resultaat bevordert.

Miljoenen binnenlandse en buitenlandse individuen en instellingen zijn niet structureel op dergelijke wijze te collectiveren. Bovendien doorkruisen disrupties van alle tijden elke maakbaarheidsillusie, zeker ten aanzien van klimaatwetten. Alleen al in de afgelopen drie jaar zagen we de enorme impact van een viruspandemie, oorlog, inflatie en een kabinetscrisis. Wij kunnen met al onze maakbaarheidsidealen al deze niet voorziene en hoogst ongewenste collectieve uitkomsten kennelijk niet voorkomen.

Irrationeel

Het is irrationeel om te veronderstellen dat we dat met in wetten verankerde toekomstige klimaatdoelstellingen wel zouden kunnen. Ik begrijp heel goed dat veel burgers en kiezers dat dolgraag willen geloven, maar de door ons allen betaalde professionele politici, juristen en wetenschappelijke adviseurs moeten en kunnen beter weten.

Deze belangrijke en invloedrijke publieke functionarissen behoren de belangen van alle belastingbetalende burgers en bedrijven optimaal te dienen met rationele analyses en beslissingen, opdat de staat met het kostbare schaarse belastinggeld zijn zorgplicht zo effectief mogelijk kan invullen.

Maarten van Andel ontdoet de ‘energietransitie’ in Wynia’s Week van mythes, hypes en nepnieuws.

Wynia’s Week is er twee keer per week, 104 keer per jaar. Wynia’s Week ontzenuwt wat anderen laten liggen. De betalende lezers, kijkers en luisteraars maken dat mogelijk. Bent u al donateur? Hartelijk dank!