Het publiek is resistent geworden voor beroemdheden met politiek correcte meninkjes
‘De hele wereld loopt weg met Kamala Harris,’ kopte de RTL Boulevard-site op 1 november. Wat deze kop met ‘de hele wereld’ bedoelde is nooit duidelijk geworden. Maar gelet op het specialisme van RTL Boulevard – het reduceren van de werkelijkheid tot de besognes van toppers uit de showbizz, de sport, de media en de politiek – zal de suggestie wel zijn geweest dat men in de complete jetset alsook rond de dominante consultancyfirma’s en hun liberale klanten in de politiek, duizend keer liever naast presidentskandidaat Kamala Harris gezien en gekiekt wilde worden dan naast de verschrikkelijke hork Donald Trump.
Het bovengenoemde RTL-bericht was een piepklein schuimkopje in een zee van lifestyle-georiënteerd hosannanieuws, waarin beroemdheden, behalve met hun steun voor de kandidatuur van Harris, ook nog eens met hun inzichten van filosofische en pedagogische aard mochten pronken. Zo werd de misschien wel grootste basketballer aller tijden, LeBron James, op alle mainstream-kanalen geestdriftig aangehaald toen hem naar zijn stemkeuze werd gevraagd: ‘Waar hebben we het eigenlijk over?’ luidde zijn naar nijdige verontwaardiging riekende reactie. ‘Als ik denk aan mijn kinderen en aan mijn familie en hoe ze zullen opgroeien, is de keuze voor mij duidelijk.’ LeBron zei, kortom, op een nette manier dat hij The Donald niet eens een match vond voor Kamala.
Strijd om campagnemuziek
Trump mag dan veelvuldig zijn neergezet als exponent van de ‘populaire cultuur’, het valt op dat slechts enkelingen uit de artiestenwereld, mensen met vaak tientallen of honderden miljoenen volgers, hem wilden steunen. Voorafgaand aan de verkiezingen wijdde Volkskrant-journalist Menno Pot een likkebaardend artikel aan de moeite die de Trump-campagne moest doen om tijdens zijn optredens een lekker in het gehoor liggend muziekje te mogen draaien. Poging na poging kreeg The Donald het lid op de neus, als wéér een artiest hem verbood zijn of haar hit als opwarmertje te gebruiken. ‘Dat artiesten naar de Democraten neigen is al langer bekend,’ noteerde Pot in zijn inleiding, ‘maar dit jaar (Taylor Swift) zouden ze serieus gewicht in de schaal kunnen leggen’.
Het klinkt al minder stellig dan de ‘hele wereld’ van RTL Boulevard, maar ook Pot deed onderhuidse schietgebedjes dat kiezers het ethische leiderschap van Taylor Swift, Beyoncé, Bruce Springsteen, LeBron en andere celebrities zouden erkennen en, als gevolg daarvan, massaal op Kamala zouden stemmen. Hij kreeg er geen genoeg van zijn muziekhelden als politieke barometers te promoten en somde zowat half kwijlend op welke beroemdheden Trump op hoge poten hun muzikale vruchten hadden ontzegd: Neil Young, Adele, Leonard Cohen, Aerosmith, R.E.M., ja zelfs The Rolling Stones (‘tot en met Luciano Pavarotti en 2 Unlimited,’ aldus Pot).
De sub-tekst van Pots artikel was niet te missen: hoe kun je ooit nog cool zijn als je op iemand stemt die door de popgoden zó categorisch wordt afgewezen? En zo zie je maar, ook progressieve media weten hoe het mechanisme van uitsluiting werkt en passen het schaamteloos toe, hoogstens iets slinkser dan hun tegenstanders.
Dat de steun van een nagenoeg complete verzameling Hollywood-acteurs, popartiesten, kunstenaars en rappers Harris niet aan het presidentschap heeft geholpen, relativeert niet alleen het volger-zijn van iemand op sociale media en de invloed van het hebben van grote hoeveelheden volgers, maar laat misschien ook de limieten zien van wat je het publiek aan oppervlakkigheden kunt voorschotelen. Waar Trump bij podcastmaker Joe Rogan maar liefst drie uur de tijd nam voor een intieme een-op-een-gesprek waarin hij volledig ongestuurd freewheelde en met Rogan van onderwerp naar onderwerp sprong, deed Harris een hele campagne lang haar best zoveel mogelijk interviews te vermijden en in de interviews die ze deed zo weinig mogelijk te zeggen.
Met haar defensieve manier van communiceren leek Harris in feite als twee druppels water op de artiesten die haar steunden. Wie het genre artiesten- en sportsterreninterview een beetje volgt, weet dat de dagen van originele visies en opmerkelijke uitspraken ver achter ons liggen. Sporters zijn spreekpoppen geworden die hun publiek ‘bedienen’. Als het even kan praten ze de zendtijd vol met dat ze ‘alles aan het team te danken hebben’ en de competitie ‘van wedstrijd tot wedstrijd bekijken’. En ook popsterren zijn steeds vaker van de ‘bediening’. Met verbale voorspelbaarheden over puurheid, persoonlijke groei en het zoeken naar flow, sussen ze hun fans in slaap.
Hoe cynisch ook: in die sfeer van geestdodende herhaling was het misschien wel effectiever te beginnen over huisdieren die door bepaalde bevolkingsgroepen worden opgegeten, zoals Trump deed, dan, zoals Harris, haar kiezers met woordsalades te ‘bedienen’ die zo gevaarloos en nietszeggend waren dat niemand er aanstoot aan nam maar ook niemand zo kort na de verkiezingen er een syllabe van onthouden heeft.
Wees als Trump
Nota bene ex-bondskanselier Angela Merkel, stut van de gevestigde orde, is de talige zinledigheid opgevallen waarmee collega-politici van de haars inziens fatsoenlijke partijen doorgaans spreken. Nog voor ze ten overstaan van Twan Huys in Buitenhof mocht uitleggen waarom ze Duitsland stapje voor stapje naar de afgrond heeft geleid, wilde ze een tip geven aan jonge mensen in de politiek. ‘Spreek levendig,’ gaf ze hen als opdracht mee.
Al mag Merkel als voormalig machtspoliticus die eeuwig in de compromisstand stond misschien de laatste zijn uit wier mond deze opdracht geloofwaardig klinkt, het valt in haar te prijzen dat ze in haar nadagen, en nadat ze een niet al te boeiende of diepgravende biografie over haarzelf heeft gepubliceerd, het échte gevaar onderkent.
De politiek-correcte kramp in stand houden over wat allemaal niet gezegd mag worden en die zich vertaalt in het dagelijks schande spreken van onwelgevallige meningen en onderzoeken (zie de recente ophef over migratiedeskundige Jan van de Beek) is, zo heeft Merkel terecht gezien, een nederlagenstrategie. Zeker in een tijd waar sociale media, jongeren en tiensecondenfilmpjes een heilige drie-eenheid lijken te vormen, is ter zake komen, karakter tonen, origineel-zijn, bijna een voorwaarde om als middenpartij überhaupt kans te maken door de mentale pantsers van het publiek heen te breken. In deze context zou je Merkels ‘spreek levendig’-opdracht bijna kunnen vertalen naar ‘wees als Trump’ of, in het geval van de keurige Angela, naar ‘wees een beetje meer als Trump’.
Wees, God beter ‘t, een klein beetje authentiek, zo smeekte Merkel in feite.
In een tijd van alsmaar voortschrijdende online-communicatie waarin de mensheid 24/7 bestookt wordt door allerhande media en elke media-uiting, meer dan ooit, het gevaar loopt onderdeel van een eeuwigdurende ruis te worden, dreigen zelfs de sterren – of het nu sporters, popsterren, kunstenaars of miljardairs zijn – onderdeel van diezelfde ruis te worden. Want waren hun steunbetuigingen aan Harris uiteindelijk niet even plastic, gratuit en niet-memorabel geformuleerd als de lippendienst die ze op de automatische piloot steeds weer aan diversiteit, LHBTQI+, biodiversiteit en de planeet bewijzen? Kortom, was de steun van Taylor Swift, Beyoncé, Jay-Lo, Springsteen en anderen onderdeel van hun imago annex bedrijfsstrategie of een hartenkreet uit de diepste krochten van hun ziel? (Bij het ‘fight! fight! fight!’ van Elon Musk kwamen ze sowieso niet in de buurt.)
Hoe dan ook is er bij de traditionele media wekenlang, geheel onbewezen, de indruk gewekt dat Harris ‘de toekomst’ vertegenwoordigde, dat zij voor ‘nieuw optimisme’ stond en de Nederlandse Amerika-deskundige die het meest opzichtig en kritiekloos van dit alleen in zijn eigen bubbel aanwezige onderbuikgevoel verslag deed was Charles Groenhuijsen.
Dagelijkse ruis
Misschien toont de uitslag van de Amerikaanse verkiezingen aan dat Harris en het indrukwekkende leger van influencers dat haar steunde voor het merendeel van de kiezers niet meer dan dagelijkse ruis betekende. Of in hun beleving niet meer boven die ruis uitsteeg. En dat het medialandschap anno 2024 veel gunstiger is voor disruptors mét tekst, zoals Trump, dan voor brave praathoofden zónder tekst.
Musk himself peperde het via een recente tweet nog even in dat de aarde misschien de andere kant op is gaan draaien; politiek gesproken dan. In de betreffende tweet herinnerde Musk ons er immers aan dat volgens alle conventionele mediawetten Harris had moeten winnen: de overgrote meerderheid van de ‘legacy media’, de ‘online media’, ‘Hollywood’ en ‘Big Tech’ (Google, ChatGPT, enzovoort) stonden achter haar en dat ze ook nog eens over meer geld beschikte was onder normale omstandigheden genoeg geweest om Trumps grafkist dicht te nagelen. Hoe anders pakte het uit.
Hilversumse illusies
Mochten de bestuurders van de NPO of de afzonderlijke omroepen, tot slot, nog de illusie koesteren dat je met een verhoogde dosis agitprop van BNNVARA’s Even tot hier, het sleetse gebabbel van pseudo-intellectueel Maarten voor Rossem, de onthechte commentaren van stand-up comedian Raoul Heertje of de intens niet-grappige oneliners van cabaretier Dolf Jansen vanuit Hilversum de stembusuitslag kunt beïnvloeden, dan zouden die na 23 november 2023 (PVV, 37 zetels) en 5 november 2024 (herverkiezing Trump) toch wel genezen moeten zijn.
Het publiek lijkt definitief resistent geworden voor BN-ers en overige hotshots die, verschijnend voor de tv-camera’s, bovenal met hun eigen plekje aan de goede kant van de geschiedenis bezig zijn. Of je nu Carice van Houten in stelling brengt, of Tommy Wieringa, of Geert Mak, of Harm Edens dan wel Margriet van der Linden: hun wereldbeeld en bijbehorende stemadviezen ketsen af op de eeltige zielen van het electoraat.
Wanneer de eindconclusie van dit alles luidt dat een breed publiek steeds ongevoeliger blijkt voor de ruis die beroemdheden produceren en de mainstream media die er de belangrijkste promotors van zijn, lijkt een ding zeker.
We maken een buitengewoon interessante cultuurbreuk mee.
Hans van Willigenburg (1963) is journalist, schrijver, dichter en podcastmaker. Zijn laatste boek is de interviewbundel ‘Vrijheidsvuur’.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025? Kijk HIER. Hartelijk dank!