Het kabinet is gevallen, nu alleen nog afrekenen met het maakbaarheidsgeloof
‘Het kabinet-Den Uyl heeft dan toch een opvolger gekregen,’ schreef ik in december 2021, toen het regeerakkoord van RutteVier aan de Tweede Kamer werd gestuurd. ‘We zien niet alleen dezelfde ongekende uitgavenstijgingen, maar ook ideologisch zijn er overeenkomsten. Opnieuw wordt de overheid gezien als de grote probleemoplosser en gelukmaker van de samenleving. De eigen verantwoordelijkheid van de burger komt nauwelijks ter sprake.’
De afgelopen maanden heeft Rutte, daartoe aangespoord vanuit zijn partij, de druk op het asieldossier opgevoerd. De man die een neus heeft voor zwakheden bij politieke tegenstanders, had onderkend dat BBB op dit dossier geen samenhangend verhaal heeft en intern verdeeld lijkt.
Rutte leverde VVD uit aan links
Waar in de meeste media en bij de publieke omroep nog steeds het ongeloof lijkt te domineren dat het kabinet viel over ‘een paar extra kinderen’ die naar Nederland komen in het kader van gezinshereniging, is het Rutte de afgelopen maanden beginnen te dagen hoezeer asiel en immigratie leven bij de gemiddelde kiezer. En hoe die het verband legt tussen bevolkingsgroei en de problemen op het gebied van klimaat, stikstof, woningnood, enzovoort.
De VVD denkt net als in het verleden stemmen te kunnen winnen met een stevig standpunt over het beperken van de asielinstroom. Ondanks het feit dat niet alleen Rutte al dertien jaar premier is, maar de VVD ook al bijna net zo lang de voor dit dossier verantwoordelijke bewindspersoon levert. In de wetenschap dat er geen geloofwaardig alternatief op rechts was, werd elke samenwerking met rechtse partijen uitgesloten. Dat de VVD zich daarmee uitleverde aan links en aan links beleid, woog kennelijk minder zwaar dan de wens om onder alle omstandigheden te regeren.
Rutte is zeer bedreven in het spotten van zwakheden bij zijn politieke tegenstanders, maar manoeuvreerde zo ook zichtzelf in een zwakke positie. Grosso modo geldt hetzelfde voor het CDA. Beide partijen hebben steeds meer linkse ideologische trekken gekregen en hadden kennelijk niet (of te laat) door dat hun oorspronkelijke achterban in dat verhaal niet meeging.
De val van het vierde kabinet-Rutte levert iets op als het een einde maakt aan het maakbaarheidsdenken waarmee het optreden van de overheid steeds meer is doordrenkt en dat het mantra heeft opgeleverd dat de overheid op steeds meer dossiers ‘de regie moet nemen’. Het maakbaarheidsdenken is van oudsher een links fenomeen, maar is de laatste jaren ook dominant geworden bij partijen die voorheen bij de rechterkant van het politieke spectrum hoorden. Hoewel we vrijwel dagelijks worden geconfronteerd met het falen ervan, blijft het maakbaarheidsdenken maar onder ons.
Op tal van onderwerpen zijn strategische langetermijndoelstellingen ondergeschikt gemaakt aan de operationele waan van de dag. Paniekvoetbal domineert en er worden maatregelen doorgevoerd die slecht zijn doordacht en waarvoor zogenaamd ‘geen alternatief’ is.
De energietransitie bijvoorbeeld tast het fundament van onze welvaart aan, die zonder betaalbare en altijd beschikbare energie niet op het huidige niveau kan blijven bestaan. Onder het mom dat er een urgente ‘klimaatcrisis’ is, werd met steun van radicale actiegroepen zonder veel achterban, maar wel met veel subsidie of loterijgelden, ideologisch getint klimaatbeleid ontwikkeld. Het is maakbaarheidsdenken in optima forma.
Immigratie en asiel kosten honderden miljarden euro’s
Hetzelfde zien we op het stikstofdossier. Onder het mom dat ze toch alleen maar voor de export produceren en ze zo’n groot beslag leggen op de grond, moet boeren met alle geweld hun productie afbouwen om te voldoen aan modelmatig doorgerekende stikstofreducties. Gevolg: hogere voedselprijzen voor de burger, die ook nog eens voortdurend door de overheid wordt gewezen op de onontkoombaarheid van korter douchen, minder of geen vlees eten, minder auto rijden, geen vliegvakanties, minder alcohol, minder suiker, enzovoorts.
Wat deze dossiers gemeen hebben, is dat ze handenvol geld kosten. Dat geldt ook voor asiel en immigratie. Volgens het door beleids- en opiniemakers onder de tafel gemoffelde onderzoek Grenzeloze Verzorgingsstaat gaat het om honderden miljarden euro’s. Voor iedere statushouder die zijn gezin laat overkomen algauw één miljoen euro.
In de jongste prognoses lijkt de Nederlandse bevolking de komende decennia door te groeien naar 23 miljoen inwoners. Toch legt bijna niemand bij de mainstreampartijen een link tussen deze ontwikkeling en de haalbaarheid van de doelstellingen op het gebied van natuur en milieu.
Steeds verdergaande overheidsbemoeienis zagen we ook bij de aanpak van de coronapandemie. Op de woningmarkt is de situatie niet veel anders en ook het toeslagenstelsel is een uitvloeisel van een overheid die zich gedetailleerd bezig wil houden met de inkomenssituatie van mensen. Dat leidt tot ingewikkelde regels en niet te realiseren controlewensen.
Ondanks de voortdurend terugkerende retoriek dat onder Rutte al dertien jaar sprake zou zijn van ‘neoliberaal’ beleid dat funest is voor de verzorgingsstaat, zijn de collectieve lastendruk en het beslag van de overheidsuitgaven sinds 2010 sterk gestegen en terug op de niveaus van de jaren tachtig van de vorige eeuw.
Ondertussen bedient de oprukkende overheid zich ook van gedrag dat als pesterij kan worden getypeerd. Neem de hetze tegen Zwarte Piet, de financiering van activistische geschiedschrijving over de slavenhandel en de dekolonisatie van Nederlands-Indië, het promoten van ‘wokisme’ in musea en universiteiten en het gedweep met ‘institutioneel racisme’. Het kabinet onderschat de woede die zo bij veel burgers wordt opgeroepen.
Alleen andere accenten is niet genoeg
VVD en CDA hebben er sinds de val van RutteVier nog geen blijk van gegeven dat ze aansturen op een breuk met het beleid dat beide partijen heeft vervreemd van hun oorspronkelijke achterban. Zij lijken te denken dat het leggen van wat andere accenten genoeg is, omdat er geen alternatief zou zijn.
Dat is de kortste route naar een enorm electoraal pak slaag. Want de kiezer voelt beter aan wat er nu moet gebeuren dan de gemiddelde politicus in zijn Haagse bubbel.
Econoom Wouter Roorda publiceert regelmatig in Wynia’s Week, vooral onderzoeksjournalistieke artikelen.
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!