Het is nu of nooit: laten we samen met België een veiligheidspact maken

WW Nuijt 8 april 2025
De Benelux heeft (nog) geen officiële vlag. Wel is voor het Secretariaat-Generaal van het samenwerkingsverband sinds 2010 een logo in gebruik. Beeld: Wikipedia.

De onzekere geopolitieke situatie biedt Nederland en België een uitgelezen kans om hun veiligheid te herijken en zelf te bepalen met welke bondgenoten we die veiligheid duurzaam kunnen waarborgen. De Benelux is daarvoor het ideale platform.

De roep om meer Europese defensiesamenwerking en zelfs een Europees leger wordt steeds luider, niet alleen vanwege Russische en Chinese dreigingen, maar ook om minder afhankelijk te worden van de Verenigde Staten. Maar die roep is niet altijd even realistisch en mogelijk slechts beperkt houdbaar. Vaak speelt persoonlijke of politieke afkeer van de nieuwe Amerikaanse president een rol of een al langer gekoesterde wens om de Europese integratie te verdiepen.

Al lijkt er op dit moment sprake van enige eensgezindheid waar het gaat om de herbewapening van ons continent en verdere steun aan Oekraïne, alle Europese landen hebben echter nog steeds zeer uiteenlopende belangen. Daarom maakt elk land, buiten het zicht van de vrolijke groepsfoto’s van de Europese samenwerking, de balans op en stelt daarbij zijn eigen veiligheidsbelang voorop.

Ook bij de huidige herbewapeningsplannen en gesprekken over nieuwe steun aan Oekraïne horen we wijd en zijd de mitsen en maren van onze Europese bondgenoten. Daarom is het de hoogste tijd voor een debat over de échte Nederlandse en Belgische geopolitieke belangen, voordat we verdrinken in een brij van Europees en ander multilateraal overleg dat geen garantie biedt op succes. Wat we nodig hebben is nuchtere, old school Realpolitik en de Benelux als Plan B.

Vooroorlogse verhoudingen

Nu de Amerikaanse paraplu over Europa half (of misschien wel heel) lijkt ingetrokken ontstaat een nieuwe situatie op veiligheidsgebied. Welke krachten worden ontketend als de NAVO en de EU – die er ooit kwamen omdat Amerika dat wilde – nu zonder de onzichtbare hand van Washington verder moeten? Want zonder een overkoepelend gezag zijn we op ons continent in wezen weer teruggeworpen op vooroorlogse verhoudingen, met relatief grote mogendheden als Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië, met middelgrote Europese spelers als Spanje en Polen en een veelvoud van kleinere staten, elk met eigen veiligheidsissues. Ieder Europees NAVO-land zal voor zichzelf afwegen waar straks de risico’s voor haar veiligheid liggen en in een aantal gevallen liggen die helaas bij een buurland.

Een land dat nu niet haar eigen positie, belangen, kansen en bedreigingen analyseert en te lang blijft vertrouwen op Europese samenwerking en solidariteit, negeert de realiteit op eigen risico. Oude conflicten, langdurig bevroren tijdens de Pax Americana van 1948-2025, kunnen weer oplaaien. Griekenland en Turkije bijvoorbeeld zijn elkaar diverse malen bijna te lijf gegaan, maar dankzij Amerikaanse ingrijpen is het nooit zover gekomen. Maar wat gaat er nu gebeuren? Genieten de Grieken nog enige Amerikaanse bescherming tegenover de Turken? De Hellenen hebben onmiddellijk een Amerikaanse lobbyist in dienst genomen om hun zaak te bepleiten bij Donald Trump.

Polen heeft nog altijd een appeltje te schillen met Duitsland en de roep om Duitse herstelbetalingen wordt steeds luider in Warschau, terwijl het land militair steeds sterker wordt. Vooralsnog ligt er zeker geen conflict in het verschiet, maar hoe is dat over een jaar of vijf? En wat gebeurt er als over een paar jaar de AfD in Duitsland gaat regeren, of het Rassemblement National van Marine Le Pen in Frankrijk? Waar komen de prioriteiten van Duitsland  of Frankrijk dan te liggen? En wat betekent dat voor Nederland en België, met onze spreekwoordelijke economische verwevenheid met de buurlanden of voor de Nederlandse landmacht, sinds enkele jaren geïntegreerd in de Bundeswehr?

Grote politieke risico’s liggen er ook in Oost-Europa. Als we de peilingen moeten geloven, rukken pro-Russische partijen nog altijd op, ook in cruciale NAVO-landen als Polen en Roemenië. Dat kan ertoe leiden dat we straks in de EU en NAVO niet met één tegendraadse Viktor Orbán te maken hebben, maar met vier of vijf. Maar bovenal bewijzen verkiezingsuitslagen en peilingen dat pro-Russische anti-oorlogssentimenten in Oost- én in West Europa echt bestaan. Dat is een gegeven waar Europese leiders rekening mee moeten houden.

Wat we dankzij de minder intensieve Amerikaanse veiligheidsrol op ons continent binnenkort zeer waarschijnlijk mogen verwachten, is het ontstaan van een patchwork van elkaar overlappende en aanvullende veiligheidspacten van individuele landen met de VS, met elkaar of in groepsverband, die zullen bestaan naast de EU en naast wat resteert van de NAVO. Groot-Brittannië zal bijvoorbeeld graag samenwerken met Frankrijk, Nederland en de Scandinavische landen op uiteenlopende militaire terreinen. Frankrijk doet datzelfde met Duitsland, België, Nederland, Spanje, Portugal en Italië. Enzovoorts en zo verder.

Enorme verstrengeling

Maar wat betekent dat voor de veiligheid van Nederland en België? Beide landen kunnen er gerust op zijn dat ze nu en op de lange termijn geen bedreiging voor elkaar zullen vormen. Bovendien werken België en Nederland bilateraal en in Benelux-verband al op heel veel gebieden samen, dit naast de enorme verstrengeling op economisch en infrastructureel gebied. Maar ook op defensiegebied gebeurt er al veel: de luchtmachten van beide landen zijn al sinds jaar en dag samen verantwoordelijk voor de verdediging van het Benelux-luchtruim en de beide marines zijn al een decennium lang sterk geïntegreerd onder een Admiraliteit Benelux.

De Nederlandse en Belgische internationale belangen lopen in beginsel in de pas en omvatten in de basis het veilig houden van grondgebied en burgers, handelsbelangen en goederenstromen (over de Noordzee en door het Kanaal), hulp bieden aan bondgenoten of voldoen aan andere internationale verplichtingen. Inderdaad in die volgorde, want alleen een dromenland zou dat omdraaien en de internationale verplichtingen bovenaan zetten.

België en Nederland moeten zich ten allen tijde op alles voorbereiden, dus ook op de mogelijkheid van het uiteenvallen of onwerkbaar verdeeld raken van EU en NAVO. Maar we moeten in de toekomst ook rekening houden met mogelijk divergerende belangen van buurlanden en naburige machten als Duitsland, Frankijk en Groot-Brittannië, ook al is er op dit moment geen wolkje aan de lucht.

In de eerste plaats zullen België en Nederland de relatie met de VS waar mogelijk moeten bestendigen, om de sheriff bij de les te houden en om toegang veilig te stellen tot belangrijke wapensystemen die alleen de VS kunnen leveren. Maar bovenal moeten België en Nederland de relatie met de grote Europese buurlanden (die tevens onze grootste handelspartners zijn) veiligstellen en er voor eens en altijd voor zorgen dat er vanuit geen enkel buurland een dreiging tegenover onze landen kan ontstaan. Ook dienen we te voorkomen dat onze buurlanden elkaar in de toekomst te lijf kunnen gaan – iets wat regelmatig is gebeurd in de geschiedenis bij gebrek aan een almachtige scheidsrechter zoals de VS.

Dat betekent dat onze beide landen zo nauw mogelijke banden moeten onderhouden met Duitsland, Groot-Brittannië en Frankrijk tegelijk. De bedoeling is natuurlijk om deze landen zoveel mogelijk ‘bij elkaar te houden’ (met name de Frans-Duitse as) en, door met elk een relatie aan te gaan op basis van wederzijds profijt, de risico’s op problemen voor België en Nederland met één van de andere buurlanden te hedgen. Militaire samenwerking met alle drie landen is daarom een must en gelukkig gebeurt dat al bilateraal op grotere of kleinere schaal.

Nieuw momentum

België en Nederland zullen daarbij, zoals gezegd, gezamenlijk moeten optrekken. Inmiddels is er een nieuw momentum ontstaan voor verregaande samenwerking op defensiegebied. Beide regeringen zijn rechts van het midden, terwijl die in België voor het eerst in de geschiedenis wordt geleid door een Vlaams nationalist, de formidabele Bart de Wever van de Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA), een partij die al eerder pleitte voor verregaande militaire samenwerking in de Lage Landen.

België en Nederland kunnen natuurlijk altijd een extra onderling defensiepact sluiten, maar beter nog is het om dat in Benelux-verband te doen, want Luxemburg, dat zijn defensie grotendeels met België heeft geïntegreerd, zit natuurlijk in hetzelfde schuitje. Waarom maken we dus voor de zekerheid van de Benelux – overigens opgericht in 1944 in Londen door de drie regeringen in ballingschap – niet ook een defensie- of veiligheidspact?

Een Benelux als veiligheidspact, met garanties van de lidstaten over en weer om elkaar te verdedigen, is natuurlijk niet bedoeld als alternatief voor de EU of de NAVO, maar als een back up in tijden van nood en als complementair aan de EU en de NAVO in tijden van stabiliteit. Let wel, we kunnen absoluut bepaalde zaken Europees regelen en waar opportuun moeten we dat zeker zo lang mogelijk blijven doen. Een Benelux-veiligheidspact biedt daarnaast echter een veel betere onderhandelingspositie op de Europese en wereldtonelen en het levert een sterkere, gezamenlijke militaire uitgangspositie op.  

Want waar de Benelux het verschil gaat maken ten opzichte van een Alleingang van Nederland of België is dat we internationaal gaan meetellen als een veel grotere som der delen. De Benelux telt 30 miljoen inwoners (meer dan Australië) en heeft een totaal BNP van circa 2.000 miljard dollar, dat is ongeveer net zoveel als Zuid-Korea of Rusland en méér dan Australië, Spanje, Mexico, Indonesië of Turkije. Met zo’n profiel is de Benelux vanzelfsprekend een gewilde partner én een tegenstander waarin een agressor zich makkelijker kan verslikken.

Let wel, dit pleidooi voor een versterking van de Benelux op defensiegebied is geen Blut und Boden-fantasie of een pleidooi voor een etnische of culturele eenheid. Het is gebaseerd op pure noodzaak, pragmatisme en opportunity. Een veiligheidspact binnen de Benelux moet dan ook politiek breed gedragen worden, inclusief door de grootste oppositiepartijen. Nederland, dat groter is qua bevolking en een iets sterkere defensie heeft dan België en Luxemburg samen, zal zich ook ruimhartig moeten opstellen ter voorkoming van elke schijn van dominantie. Het omvormen van de Benelux tot een veiligheidspact kan gebeuren zonder de soevereiniteit van onze landen op te offeren.

De militaire samenwerking hoeft voorlopig ook niet diep te gaan. Een wat uitgebreider secretariaat in Brussel bij de Benelux Unie is genoeg en de strijdkrachten hoeven niet meteen geïntegreerd te worden. De staven hebben al genoeg aan hun hoofd en er lopen al allerlei programma’s voor de aanschaf van nieuw materieel. Maar er kan wel voor gekozen worden om een gezamenlijke Benelux Divisie- of, beter nog, een Benelux Legerkorpsstaf op te zetten, waardoor er een mooie carrièrestap en een nieuwe ervaring voor hogere officieren uit alle drie de landen ontstaat. Een Admiraal Benelux is er,  zoals gezegd, al een tijdje.

Ongehoorde kans

Frankrijk en Duitsland – en hun eventuele twijfels over een sterke Benelux – komen we vanzelfsprekend royaal tegemoet, met wapenaankopen, intensivering van marine- en landmachtsamenwerking en door aansluiting te zoeken bij de Frans-Duitse as. Juist daar kan de Benelux zich nuttig maken als constructief onderdeel en extra laag cement voor een nieuw elan binnen die Frans-Duits samenwerking. Met Groot-Brittannië werkt de Benelux natuurlijk allang samen aan de veiligheid van de Noordzee en haar maritieme toegangen, een groot gemeenschappelijk belang. De Benelux-marine is voor de uitgeholde en overstretched Royal Navy een welkome en ideale natuurlijke partner. Samenwerking met het Verenigd Koninkrijk versterkt zo het trans-Atlantisch element in het Benelux- veiligheidsconcept en biedt tegenwicht aan de meer continentale belangen van Duitsland en Frankrijk.

De huidige onzekere situatie, ontstaan door de terugtrekkende bewegingen van de VS, biedt dus eigenlijk een ongehoorde kans: de Lage Landen kunnen – als ze dat willen – een nieuw veiligheidsbeleid opstellen. Bovendien kunnen ze daarbij in een once in a lifetime opportunity zelf hun bondgenoten selecteren. Een Benelux-defensiepact, dat ontbrak in de jaren voorafgaand aan de Eerste en Tweede Wereldoorlog, is nu voor het eerst in de geschiedenis haalbaar. Laten we die kans grijpen.

Arnout Nuijt is geopolitiek analist.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!