Het helpt niet om de drugsgebruikers de schuld te geven van het drugsgeweld
Zijn de harddrugsgebruikers in Nederland verantwoordelijk voor het in stand houden van het criminele circuit? ‘Absoluut,’ meende de voormalige minister van Justitie en Veiligheid, de CDA’er Ferd Grapperhaus. In zijn oordeel vond en vindt hij minister-president Mark Rutte aan zijn zijde.
Zo liet premier Rutte, in antwoord op vragen van het Tweede Kamerlid Lilian Helder (PVV), bij de Algemene Politieke Beschouwingen na Prinsjesdag van 2021, het volgende weten: ‘Harddrugs zijn het vergif van onze samenleving. Dat betekent dus ook dat wij ons moeten realiseren dat iedereen die harddrugs gebruikt medeverantwoordelijk is voor de ellende die over ons land wordt uitgestort, en dat de drugshandelaren, de Taghi’s van deze wereld, de Mocro-maffia, de Nederlandse maffia of wie dan ook die in drugs handelt, alleen maar kunnen bestaan bij de gratie van de gebruikers. De overheid heeft de taak om de gebruikers keihard aan te pakken.’
Naar aanleiding hiervan vroeg Lilian Helder in 2022 aan de pas aangetreden minister van Justitie en Veiligheid, Dilan Yesilgöz, waar die maatregelen tegen de gebruikers blijven. Helder zei het antwoord al te kennen: ‘Het bezit van kleine hoeveelheden harddrugs wordt niet vervolgd omdat gebruikers zich veilig moeten voelen om hulp te zoeken. En, ten tweede, het is qua capaciteit voor de politie en het OM ondoenlijk om gebruikers met kleine hoeveelheden coke of andere harddrugs te vervolgen. Ze vond beide redenen niet doorslaggevend. Helder: ‘We moeten het druggebruik niet normaliseren, dus kap ook meteen met het wietexperiment.’ Het wietexperiment is de gesloten coffeeshopketen, waarbij de overheid streng selecteert op het aantal coffeeshops binnen een gemeente en de aanbieders van cannabis. Het experiment, een initiatief van D66, is nog steeds niet van start gegaan.
Veroorzaken de gebruikers het geweld?
Moeten de drugsgebruikers nu wel of niet verantwoordelijk worden gesteld voor de verharding van de misdaad? Is dat niet de schuld van de criminelen, het gebruik van wapens, het gevolg van de ripdeals en de onderlinge concurrentie binnen het drugsmilieu? De verharding van de misdaad is naar mijn mening vooral toe te schrijven aan de vele vetes in het milieu.
Wel houdt de stabiele vraag naar soft- en harddrugs het aanbod in stand. Dat is al jaren zo. Maar de enorme handel in cocaïne en de internationaal prominente positie die Nederland inneemt in de drugshandel is niet alleen en ook niet zonder meer op het conto te schrijven van de gebruikers in Nederland. Zo wordt in Nederland methamfetamine geproduceerd, terwijl er in ons land maar een heel kleine gebruikersmarkt is. Ruim 85 procent van de in Nederland geproduceerde XTC-pillen, meer dan kaas en bloemen, is bestemd voor de export.
Je kunt de gebruikers ook niet als kop van jut aanmerken als het gaat om de miljardenwinsten die mede mogelijk zijn door het verbod op drugs, dat mede door de Nederlandse overheid in stand wordt gehouden. Producenten en handelaars gedijen juist met een verbod op drugs, iets dat al veel eerder is opgemerkt door de gerenommeerde hasjimporteur Stanley Esser in zijn antwoord op toenmalig PvdA-kamerlid Maarten van Traa.
De bon vivant Stanley ‘Kai’ Esser werd de in de jaren tachtig en begin jaren negentig ‘De Van Gend & Loos van de onderwereld’ genoemd. Hij begon zijn criminele carrière als overvallertje en sigarettensmokkelaar. Dat bleek een gouden handel. Als je goede contacten had en de juiste kanalen kende, werd je nooit gepakt met de smokkel van sigaretten. Esser was verantwoordelijk voor grote transporten cannabis en heeft er vele miljoenen mee verdiend.
Esser liet in 1995 een geschokte Van Traa weten dat het Nederlandse gedoogbeleid de oorzaak is dat Nederlanders de meest gevraagde vervoerders van drugs ter wereld zijn. Immers, alleen in Nederland heeft de cannabis een zeer grote handelswaarde omdat de politie hier de handel in softdrugs, vanwege de gedoogpolitiek, jarenlang ongemoeid heeft gelaten. Het gedoogbeleid werd door een veroordeelde crimineel onderuit gehaald, dat was schokkende informatie voor het Kamerlid.
Eenzijdige aandacht voor de volksgezondheid
De astronomische bedragen die met de drugshandel werden verdiend moesten op den duur wel tot maatschappelijke ontwrichting en corruptie leiden. Hierover zou Van Traa graag geïnformeerd willen worden. Wie waren er in Nederland allemaal corrupt? Van Traa wilde ook namen horen. Esser liet het daarbij, want kwijtschelding van zijn gevangenisstraf zat er niet in. Niettemin kreeg hij toch strafvermindering.
Het Nederlandse gedoogbeleid heeft de voorwaarden gecreëerd voor de groei en bloei van de georganiseerde misdaad. Het beleid was vooral gericht op het belang van de volksgezondheid. Preventie en beheersing van het gebruik van drugs was het ultieme doel van het gedoogbeleid.
Dat is niet gelukt. Begin jaren tachtig had Nederland 30.000 heroïneverslaafden. Het hasjgebruik was zelfs normale business geworden. En met de komst van de huisteelt en nederwiet is ook het schadelijke THC-gehalte met sprongen omhoog gegaan. Wat de wetgever zich niet realiseerde: waar moest de cannabis vandaan komen, als productie en handel illegaal bleven? Dat werd de problematiek van de illegale aanvoer via de achterdeur van de bestaande coffeeshops.
De eerste avontuurlijke transporteurs van cannabis, onder wie Frits van de Wereld, Klaas Bruinsma, Johan Verhoek en Jackie Stroek, hebben vele miljoenen verdiend met de grootschalige handel in hasj, zonder dat ze door justitie een strobreed in de weg zijn gelegd.
Met de handel in drugs verscheen ook het geweld op het toneel, met als gevolg vele afrekeningen binnen het criminele circuit. Op een illegale markt is geweld tegen personen, oftewel de dreiging ermee, het ultieme middel om zakelijke conflicten te beslechten. Criminelen kunnen bij een hoog oplopend geschil moeilijk een deurwaarder, een advocaat of de politie in de arm nemen. En de Nederlandse drugsindustrie werd zelfs een zeer succesvolle bedrijfstak, met de provincie Brabant als de spreekwoordelijke ‘pillenschuur van Europa’.
Dat Nederland ook een ideaal land is voor de import van cocaïne was de Colombiaanse cocaïnesmokkelaars ook niet ontgaan: een bedrijvig land met een goede infrastructuur, prima verbindingen naar andere landen en geen zware straffen. In de jaren negentig waren de controlesystemen in de Rotterdamse haven ook geen probleem. Integendeel, smokkelaars smokkelden juist graag via Rotterdam omdat de afhandeling van de containers er zo snel verliep en de controle zo beperkt was. De havenautoriteiten waren er zelfs op gebrand het tempo van afhandeling te verhogen.
Tot 1 januari 2022 kregen de ‘uithalers’ van coke, vaak Marokkanen of Albanezen, slechts een boete van 95 euro en een gratis ritje naar het centrum van Rotterdam. Veel cocaïne werd overgeslagen naar containers bestemd voor diverse landen in Europa. Het was ook niet nodig om iemand te corrumperen, al wil dat niet zeggen dat er geen verhalen waren over corruptie in de haven. In de loop der jaren is de controle op de containers via scanners aanmerkelijk uitgebreid. De straffen voor de uithalers zijn weliswaar opgehoogd, maar de rechters zijn niet geneigd om gevangenisstraffen op te leggen. Het blijft bij lichte taakstraffen.
Overheid systeemverantwoordelijk
Niet de vele tienduizenden gebruikers van soft- en harddrugs, maar de Nederlandse overheid is verantwoordelijk voor het in stand houden van het systeem: het lucratieve en gewelddadige drugscircuit. Het verantwoordelijk stellen van mensen die drugs gebruiken voor het drugsgeweld leidt af. Het aanwijzen van de Nederlandse drugsgebruikers als veroorzakers van het geweld in het zeer internationale Nederlandse drugscircuit helpt niet of niet noemenswaard bij het beperken van de drugscriminaliteit.
Ondertussen gaat de discussie over de aanvoer van softdrugs via de achterdeur van coffeeshops gewoon door. Het experiment met een gesloten coffeeshopketen wordt in het buitenland met argusogen gevolgd. Men is terecht bevreesd dat de in Nederland geproduceerde ‘staatswiet’ ook in Duitsland of België op de markt komt. De drie betrokken grensgemeenten moeten de buitenlandse afnemers in de coffeeshops gaan weren. Het ligt in de bedoeling dat het experiment in het tweede kwartaal van 2023 van start zal gaan.
Het antwoord van minister-president Rutte op de Kamervragen van het Tweede Kamerlid Lilian Helder zijn daarom lege woorden: slechts goed voor de Bühne.
Criminoloog en antropoloog Hans Werdmölder schrijft voor Wynia’sWeek over misdaad en misdaadbestrijding. Hij publiceerde een reeks boeken, waaronder recentelijk ‘Kansparels, mocro’s op het scherpst van de snede’
Wynia’s Week heeft een unieke formule. Ons online magazine is voor iedereen kosteloos beschikbaar. Dat wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Wordt u ook donateur? Hartelijk dank!