Het antisemitisme op Harvard is de kanarie in de kolenmijn van veel andere discriminerende praktijken

BillAckman 9-12-23
Het motto van de universiteit van Harvard is Veritas (Waarheid). Beeld: thefuzzyfelt.com

Door Bill Ackman*

Afgelopen week heeft Bill Ackman onderstaande brief via Twitter verstuurd aan Claudine Gay, rector magnificus van Harvard. Ackman is een Amerikaans belegger en miljardair, en alumnus van Harvard.

Sinds 7 oktober wordt er op de campussen van veel Amerikaanse universiteiten gedemonstreerd tegen Israël en voor de Palestijnen. Veelvuldig wordt daarbij de leuze ‘From the river to the sea, Palestine will be free’ gescandeerd. Dat wil zeggen dat de demonstrant de Palestijnen de heerschappij toewenst over het gehele territorium tussen de rivier de Jordaan en de Middellandse zee. Wat er dan met de Israëlische, Joodse inwoners van dat gebied moet gebeuren, daarop hebben de jonge Harvard-studenten bij navraag het antwoord niet paraat, maar in Amerika gaan veel sympathisanten van Israël ervan uit dat die leuze een oproep tot genocide is.

Afgelopen dinsdag, 5 december, werden de rectoren van de belangrijkste Amerikaanse universiteiten door het Congres ondervraagd over hun passieve rol tijdens de demonstraties op hun campussen, waarbij Joodse studenten zich opgejaagd en onveilig voelden. Onderstaande brief heeft Ackman twee dagen voor die ondervraging aan Claudine Gay gestuurd:

Geachte mevrouw Gay,                                          3 december 2023

Op 4 november heb ik u een brief geschreven waarop u niet hebt geantwoord. Sindsdien heb ik belangrijke feedback gekregen van oudgedienden in het Harvard-docentencorps over een aantal kwesties die ik in die brief aan de orde had gesteld: vrijheid van meningsuiting, antisemitisme, en de invloed van het Office of Equity, Diversity, Inclusion and Belonging (OEDIB) op Harvard. [Een bureau met de naam Gelijkheid, Diversiteit, Inclusie en Verbondenheid.]  Ik wil deze feedback nu met u delen, want u kunt die informatie wellicht gebruiken tijdens uw verklaring dinsdag in antwoord op mogelijke vragen van het Congres.

Harvard eindigt dit jaar als laatste op de ranglijst

Sinds 7 oktober benadrukt u in uw verklaringen regelmatig dat Harvard vrijheid van meningsuiting hoog in het vaandel heeft, en dat de universiteit daarom dreigende taal jegens Israël op de campus blijft toestaan. Het gaat dan om oproepen tot een intifada (zelfmoordaanslagen, aanvallen op Israëlische burgers) en de vernietiging van de staat Israël ‘van de rivier tot de zee.’ Op 13 oktober hebt u uitgelegd waarom u deze protesten toelaat: ‘Onze universiteit staat voor vrijheid van meningsuiting. Ook als het om meningen gaat die velen van ons verwerpelijk en zelfs schandalig vinden.’

In mijn eerdere brief aan u heb ik echter het volgende opgemerkt: de Foundation for Individual Rights and Expression (FIRE) [stichting voor individuele rechten en meningsuiting] kijkt elk jaar hoe het met de vrijheid van meningsuiting gesteld is en maakt een rangorde. Harvard eindigt al vier jaar in het onderste kwart van die lijst. En ik zie dat Harvard elk jaar lager uitkomt, waarbij 2023 het dieptepunt werd: Harvard eindigde dit jaar als laatste in de ranglijst voor vrije-meningsuiting; als laatste van 254 universiteiten, met als eindcijfer 0,00, en het is de enige universiteit waar het ‘abominabel’ gesteld is met die vrijheid.

Na het versturen van mijn brief heb ik contact opgenomen met uw docenten om uit te vinden hoe uw categorische toewijding aan de vrijheid van meningsuiting te rijmen valt met die laatste plaats van Harvard op de ranglijst. De docenten hadden veel over die kwestie te melden, en ook over antisemitisme en de OEDIB. Opvallend was dat veel mensen best hun mening daarover met mij wilden delen, maar wel op voorwaarde dat ik hun identiteit niet zou prijsgeven. Dit is wat ze zeiden:

Over vrijheid van meningsuiting

‘Harvard is al jaren niet meer de plek waar andere meningen gerespecteerd worden.’ ‘Harvard moedigt luidruchtige, haatdragende protesten aan, maar docenten en studenten mogen geen standpunten innemen die niet stroken met het standaardverhaal op de campus.’ ‘Harvard is een plek geworden waar je applaus krijgt als je de partijlijn volgt. Als je het er niet mee eens bent, lig je eruit. De bewakers van de meningsuiting stellen steeds meer grenzen aan wat zij aanvaardbaar vinden.’ ‘Het voornaamste probleem met je mening uiten op Harvard is dat je gecanceld wordt als je iets verkeerds zegt. En dat leidt tot zelfcensuur. Wat je echt denkt, is niet wat je zegt.’ ‘Als je iets zegt wat niet het belang benadrukt van slavernij en kolonialisme als de bezielende krachten van de geschiedenis, dan is dat geen acceptabele mening. Eigen ervaring en ideologie worden

de dominante krachten achter elke discussie. Alle colleges volgen hetzelfde ideologische draaiboek. Ideologie als lesstof.’

Over antisemitisme, steun voor Hamas en de protesten tegen Israël

Toen ik de docenten vroeg naar de oorzaken achter de protesten in verband met Israël en Gaza en de tolerante houding jegens antisemitisme op de campus, legden ze uit: ‘Wit zijn wordt op Harvard gezien als wezenlijk onderdrukkend. Inheemse volkeren worden voorgesteld als mensen die gerechtigheid en herstelbetalingen nodig hebben. Joden worden gezien als witte mensen. En dus is het prima om Israël en de Joden te haten, want dat zijn immers onderdrukkers.’ Ik vroeg: Waarom gaat het in die protesten alleen over Israël en niet over andere conflicten in het Midden-Oosten, over andere plekken waar Palestijnen en de burgerbevolking omkomen? ‘Israël is het enige geval waarin je op dit moment een conflict ziet tussen mensen die als wit beschouwd worden tegen mensen van kleur.’

Over het Bureau voor Diversiteit, Gelijkheid, Inclusie en Verbondenheid (ODEIB)

‘De drijvende krachten achter het ODEIB zijn racisme-kolonialisme en het ontkennen van inheemse rechten. De ODEIB is een thuis voor mensen die als slachtoffer worden gezien.’ ‘Het was de bedoeling dat ook Aziaten deel zouden uitmaken van de ODEIB, maar dat is niet zo. Het bureau richt zich op gemeenschappen die onder het kolonialisme hebben geleden.’ ‘En dat kolonialisme moet van recente datum zijn. India telt niet mee want dat land is al zeventig jaar onafhankelijk.’ ‘De ODEIB spant zich in voor zwarte studenten, iets minder voor bruine studenten, en nog iets minder voor LGBTQ-studenten.’ ‘Het gaat over wit zijn versus mensen van kleur.’ ‘De organisatie focust op de mensen die volgens hun narratief onderdrukt worden.’

In mijn gesprekken met docenten kwam ook het personeelsbeleid van Harvard naar voren. Het blijkt een probleem te zijn waar veel consternatie over is ontstaan. Toen ik vroeg waarom het docentencorps van Harvard de laatste tijd sterk naar links was opgeschoven, kwamen ze met de volgende uitleg:

‘Elke afdeling beslist wie ze willen, en de universiteit kan de kandidaat accepteren of afwijzen. Linkse docenten benoemen andere linkse docenten omdat zij mogen beslissen wie ze aannemen en wie ze aanbevelen. Het is een beetje zoals het Twitter-algoritme dat jou de standpunten blijft voorschotelen die je wilt horen. Uiteindelijk bereikt elke afdeling het omslagpunt.’

Een blanke of Aziatische hetero-man mag niet worden aangenomen

Iedereen heeft heel goed begrepen, zo vertelde een oudgediende, dat er alleen nieuw personeel wordt aangenomen dat aan de ODEIB-eisen voldoet. Dat betekent dat de kandidaat een vrouw moet zijn, of iemand van kleur of iemand met een LGBTQ-status. Witte hetero-mannen maken geen kans. Aziaten en mensen met wortels in Zuid-Azië (dat zijn bijvoorbeeld Indiërs) worden net zo achtergesteld in dit proces, want die gaan door voor succesvolle, ambitieuze minderheden.

Een deel van de docenten klaagt dat ze in veel gevallen de veel beter gekwalificeerde kandidaat niet mogen aannemen als het om een blanke of Aziatische hetero-man gaat, omdat de vacature alleen bestemd is voor ‘een vrouw of een ‘BIPOC-person’ [dat staat voor ‘black, indigenous, and other people of color’ – zwarte en inheemse mensen en andere mensen van kleur]. In de beslotenheid van de vergaderingen, zo melden de docenten, wordt dan gezegd: ‘Ik denk heus niet dat dit de sterkste kandidaat is, maar we weten allemaal welke kant het uitgaat. Dus ik kan niet anders dan voor de minder-gekwalificeerde kandidaat stemmen.’

Wel werd alle docenten duidelijk gemaakt dat ze over deze discriminerende sollicitatieprocedures nooit mochten praten en dat er niets over in emails mocht worden opgeschreven. Een professor was verbaasd dat nog niemand een rechtszaak tegen deze praktijken is begonnen, want ze zijn overduidelijk onwettig.

Een docent legde uit dat niet alleen het universiteitsbestuur deze eisen op tafel heeft gelegd, maar dat externe organisaties als The Chronicle of Higher Education (TCHE) [Kroniek voor Hoger Onderwijs] ‘onderzoeksrapportages’ maken waarbij ze universitaire afdelingen controleren op ras en geslacht. Afdelingen die nog niet voldoen aan hun diversiteitseisen, worden publiekelijk berispt door TCHE. En zo zal Harvard extra zijn best doen om de ODEIB-voorkeurskandidaten te werven.

Ik weet dat u bij alle bovengenoemde punten niet zult vertrouwen op mijn onderzoek onder docenten. Daarom dring ik er bij u op aan om een bedrijf in te huren, een betrouwbare buitenstaander, en die een anoniem onderzoek te laten uitvoeren onder het docentencorps van Harvard. Ik weet zeker dat zo’n onderzoek alles wat ik hierboven heb opgesomd, zal bevestigen.

Discriminatie beperkt zich op Harvard niet tot antisemitisme

De problemen op Harvard hebben niet alleen met Joden en Israël te maken, zoveel is wel duidelijk. Iedereen kan zien dat witte hetero-mannen op Harvard worden gediscrimineerd tijdens de sollicitatieprocedures en in de loop van hun carrière. En datzelfde geldt, maar in wat mindere mate, voor Aziaten en mannen van Indiase afkomst.

Vooral de ODEIB is schuldig aan deze discriminatie op de campus, want die organisatie ziet in de wereld een tweedeling tussen onderdrukkers en onderdrukten, waarbij de witte mannen de onderdrukkersklasse vormen, samen met de Aziaten, de joden en andere mensen die als succesvol en machtig worden beschouwd.

Harvard beweert wel dat het zich inzet voor vrije meningsuiting, maar in de praktijk blijkt die meningsuiting alleen ‘achter gesloten deuren’ vrijelijk plaats te vinden, of onder docenten en studenten die anoniem willen blijven. Conservatieve stemmen worden op de campus onderdrukt en zelfs vaak gecanceld.

Tyler J. VanderWeele en Carole K. Hooven zijn daar twee recente voorbeelden van. In maart van dit jaar heeft Harvard VanderWeele, hoogleraar in de epidemiologie en praktiserend katholiek, in feite geëxcommuniceerd (alleen zijn vaste dienstverband kon hem redden) toen uitkwam dat hij in 2015 bij een rechtszaak een advies had ondertekend waaruit bleek dat hij een huwelijk als iets tussen man en vrouw zag. Bovendien bleek hij tegen abortus te zijn.

Carole Hooven, evolutionair bioloog, is gecanceld en heeft uiteindelijk ontslag moeten nemen omdat ze in een televisieprogramma had gezegd dat iemands geslacht iets biologisch is en iets binairs, dus man of vrouw.

Schadelijk voor onze concurrentiepositie

Ik vind het erg dat de Harvard-universiteit, waar ik veel van houd, nu zo de weg kwijt is. Ik schaam me omdat ik het niet eerder begrepen heb, en niet eerder de tijd heb genomen om deze kwesties te onderzoeken, al voordat het antisemitisme op de campus explodeerde. Ik had beter op moeten letten, want er was heus geen diepgravend onderzoek nodig om deze problemen boven water te krijgen en te bevatten. Discriminatie op Harvard, dat is niet alleen onwettig, maar het is ook buitengewoon schadelijk voor de concurrentiepositie van ons land, en die is van essentieel belang in een wereld met steeds grotere geopolitieke conflicten en onrust.

Harvard zou een instelling moeten zijn voor onze knapste en slimste studenten, die onderwezen worden door onze knapste en slimste docenten, op zoek naar Veritas (Waarheid) en uitmuntendheid. Rusland, China en andere landen met wie wij concurreren, selecteren hun wetenschappelijke en onderwijskundige leiders niet op basis van Harvards diversiteit, gelijkheid en inclusie.

Hopelijk wordt u ook wakker

Mevrouw Gay, bij uw verklaring voor het Congres op dinsdag, kunt u  het antisemitisme bespreken dat tijdens uw rectoraat plotseling naar buiten is gekomen op de campus, maar waarvoor het zaadje al in eerdere jaren was geplant. Alleen hoop ik dat u inziet dat Harvards problemen veel breder zijn dan alleen antisemitisme. Antisemitisme is de kanarie in de kolenmijn voor andere discriminerende praktijken op Harvard.

Als rector heeft u de mogelijkheid en de verantwoordelijkheid om deze cruciale problemen aan te pakken. Dat zal niet gemakkelijk voor u zijn, want mij is al verteld dat uw recente ‘draai inzake antisemitisme’ de radicaal linkse vleugel van de universiteit zeer sceptisch jegens u heeft gemaakt.

Toen 34 studentenorganisaties van Harvard zich aan de kant van het barbaarse terrorisme van Hamas schaarden, werd ik eindelijk wakker. Dinsdag staat u tegenover het Congres, ik hoop dat u dan ook wakker wordt.

Hoogachtend,

William A. Ackman, A.B. 1988, MBA 1992

Vertaling, inleiding en toelichting: Willy Hemelrijk.

*Bill Ackman is CEO van Pershing Square Foundation.

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers, kijkers en luisteraars. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kanHIER. Hartelijk dank!