Grote bedrijven doen zich woke voor, voor geld en macht
Unilever heeft een probleem met de Amerikaanse ijsproducent Ben & Jerry. Unilever is de moedermaatschappij van de ijsfabrikant. Ben & Jerry die een fabriek heeft in Israël, wil geen ijs meer leveren aan de door Israël bezette gebieden. In hun persverklaring zeggen ze: ‘We are a values-led company with a long history of advocating for human rights, and economic and social justice. We believe it is inconsistent with our values for our product to be present within an internationally recognized illegal occupation.
‘Human rights’, ‘value led company’, wat is dit? Ze zijn toch een fabrikant van ijs? Wordt dat niet erg ingewikkeld voor Ben & Jerry, er zijn nogal wat landen die human rights schenden. Waarom opeens Israël?
Multi-stakeholder kapitalisme
Praktisch ieder Amerikaans bedrijf doet hetzelfde, ze zijn de belangenbehartigers geworden van de misstanden op onze planeet. Het Amerikaanse bedrijfsleven is woke geworden. Een nieuwe vorm van kapitalisme is ontstaan, het ‘multi-stakeholder kapitalisme’, waar niet langer de aandeelhouder centraal lijkt te staan, maar maatschappelijke waarden.
Dat heeft nogal wat consequenties, het maakt grote internationale bedrijven tot hoeders van onze waardensfeer. Om daar zicht op te krijgen hebben we iemand nodig die dit fenomeen van binnenuit kent. En integer genoeg is om dat te beschrijven. Die ondernemer is Vivek Ramaswamy.
Een briljante immigrantenzoon
Vivek Ramaswamy kwam met zijn ouders uit India, ging naar een Amerikaanse highschool en vervolgens naar Harvard om moleculaire biologie te studeren. Hij studeerde af als een van de beste van zijn lichting, en verliet vervolgens in 2007 de Universiteit voor een baan bij een hedgefonds, en startte zijn carrière met het investeren in biotechnologie. In 2010 raakte hij geïnteresseerd in een rechtenstudie, en ging naar Yale. Na deze studie richtte hij Roivant Sciences op, een privaat gefinancierd biotech-bedrijf dat aansluit op zijn studies.
Zijn bedrijf deed onder andere onderzoek naar de ziekte van Alzheimer, en produceerde medicatie die uiteindelijk mislukte. Andere medicijnen die ze produceerden doen het uitstekend. Hij leerde van zijn fouten, zo schrijft hij, en ging verder met het opzetten van andere bedrijven. Hij is financieel onafhankelijk. Hij vergelijkt de Amerikaanse economie met de wervelende show van een illusionist. De laatste acte is: pretendeer dat je je betrokken voelt bij andere waarden dan winst en macht, en gebruik dit om meer winst te maken en macht te verwerven.
Woke polariseert maatschappij en bedrijf
En daarmee is de richting van zijn boek duidelijk. Ramaswamy is zijn vertrouwen in de Amerikaanse economie kwijt, en verkeert dankzij zijn eerdere activiteiten in de positie om ons een inkijkje te geven in de boardrooms waar ‘sociale rechtvaardigheid’ voorgestaan wordt omwille van de winst.
Dit woke rechtvaardigheidsidee ruïneert niet alleen de bedrijven, maar polariseert maatschappij en politiek. Het concentreert de invloed om huidige maatschappelijke waarden te bepalen in handen van een zeer selecte groep industriëlen en CEO’s. Het woke-idee dat afkomstig is uit de zwarte gemeenschap om alert te blijven op racisme, is overgenomen door de progressieve links-liberale voorhoede in Amerika, en daarbuiten.
Het is zinloos om de woke-ideologie rechtstreeks aan te vallen, die slag is al verloren voor je er aan begint, zo schrijft Ramaswamy. De enige mogelijkheid is om een nieuwe Amerikaanse identiteit op te bouwen die woke irrelevant kan maken. Die nieuwe identiteit lijkt me ook voor Europa de oplossing, maar we zijn er wel erg ver van verwijderd met de huidige holle politieke retoriek, en de universiteiten die veel te gemakkelijk meelopen met de Amerikaanse trend.
Politieke statements
Toen Ramaswamy een kritisch artikel schreef in The Wall Street Journal ondervond hij datgene wat veel critici van woke op dit moment ondervinden. Twee adviseurs van zijn bedrijf Roivant Sciences stapten door de kritiek per direct op, een derde stuurde hem bericht dat hij ontslag nam. Hij verloor vrienden en klanten. Een aantal mensen in zijn bedrijf steunden hem, maar zonder daar openlijk voor uit te durven komen. Hij kreeg door zijn personeel te maken met Black Lives Matter.
De dilemma’s die hij beschrijft vanuit zijn eigen positie als CEO, en zijn familieachtergrond in India, lijken me een verplichte casus voor iedere managementopleiding. Begin 2021 droeg hij zijn CEO-schap over. Het was voor hem niet langer mogelijk om zijn bedrijf te runnen zonder in loze politieke statements te vervallen.
Wokeconomics
We zijn tegen het einde van 2018 aangekomen in het land van het ‘multi-stakeholder kapitalisme’. Het kapitaal krijgt er een nieuwe taak bij: alert zijn op discriminatie, vrouwenquota, gender en holisme, met andere woorden – woke.
Maar het begon al eerder, Ramaswamy ziet de Wokeconomics ontstaan na de grote bailout na de bankencrisis. Het publiek was furieus over de bailout, en op dat moment geeft een nieuwe multi-stakeholder kapitalisme de oplossing. Hetzelfde kapitalisme maar nu met waarden. En niemand heeft het daarna nog over de bankencrisis.
Goldman Sachs
Unilever is inmiddels een bekend voorbeeld. En soms pakt dat verkeerd uit, zoals met Ben & Jerry dat geen ijs meer wil verkopen in de bezette gebieden in Israël. In een aantal Amerikaanse staten leidt dat tot het afstoten van hun beleggingen. En dat was ook weer niet de bedoeling. Het multi-stakeholder kapitalisme wordt ingezet voor hogere bedrijfswinsten.
Goldman Sachs liet medewerkers bomen planten in Harlem. Dit werd breed uitgemeten in de pers, maar uiteindelijk ging het om de beeldvorming, niemand bleef langer dan een uur, nadat de foto genomen werd stapte iedereen op en ging het café in.
Goldman Sachs pleitte voor meer vrouwen in de boardroom, maar op het moment dat ze dit wereldkundig maken was dat voor een belangrijk deel al gerealiseerd. En in dezelfde periode betaalde Goldman miljarden aan schadeloosstelling voor malversaties in Maleisië. Dat werd dan weer mooi afgedekt.
De Goldman regel
Ramaswamy noemt het de Goldman Rule, het zijn de jongens met het grote geld die de markt regeren, en niet alleen de markt, ze bepalen ook de huidige waarden. En precies daar zit het probleem. Hij ziet er een directe bedreiging in van de Amerikaanse democratie.
Het is prima om als CEO een mening te hebben over het klimaat, maar niet als bedrijf. Want waarom zou een bedrijf daar beter voor uitgerust zijn dan de politiek? Werk je eenmaal in zo’n bedrijf en je hebt een andere mening, dan loop je het risico je baan te verliezen, of je houdt je mond en loopt mee. Niet veel verschillend van de situatie in de universiteit op dit moment, lijkt me. De ‘diversity officer’ heeft niet alleen invloed op het aanstellingsbeleid, maar bepaalt mede de universitaire cultuur.
Interessant is dat Ramaswamy een vergelijking maakt met conservatief Europa, waar van oudsher minder waarde gehecht wordt aan het democratisch proces, en veel meer aan de ideeën van welwillende elites, of die nu politiek, kerkelijk of maatschappelijk zijn.
Maar Amerika had altijd een andere opvatting over democratie, het zijn de burgers die bepalen waar het land heen moet. En precies dat wordt meer en meer problematisch. Ze krijgen een meritocratisch ‘pre-Amerikaans Old World model’ van een nieuwe woke generatie van CEO’s.
De overheid behagen
En het betaalt uit. Toen Black Rock zijn Sustainability Accounting Standards Board opzette gedurende de Covid-19 pandemie, kregen ze geruisloos de financiële administratie toegeschoven van het omvangrijke economisch stimuleringspakket van de overheid.
Toen AstraZeneca op het World Economic Forum in Davos aankondigde dat ze voor tien jaar een investering zouden aangaan van 1 miljard dollar om klimaatverandering tegen te gaan, ontvingen ze een paar maanden later een schenking, niet een lening, van 1.2 miljard dollar van de Amerikaanse belastingbetaler, met andere woorden van de Amerikaanse overheid.
Het loont om de overheid te behagen met je plannen. De Democraten kunnen met Jo Biden een radicale klimaatagenda doorvoeren middels het bedrijfsleven, via het Congres zou dat niet lukken. Dat is Europese politiek middels het bedrijfsleven, het meritocratisch ‘pre-Amerikaans Old World model’. Aangezwengeld door Klaus Schwab, de baas van het World Economic Forum in Davos en geestelijk vader van het stakeholder kapitalisme, die in 1973 het Davos Manifesto schreef, met de uitdrukkelijke claim van een ‘Code of Ethics for Business Leaders’.
Sociaal activisme is risicoloos
Ramaswamy wil de bedrijven in eerste instantie verantwoordelijk houden voor de producten en diensten die ze leveren, maar ook voor de wat hij noemt ‘externe effecten’. Maar het bedrijfsleven is niet verantwoordelijk voor ‘systemic racism’.
Zijn betoog luidt om de beperkte aansprakelijkheid van de grote ondernemingen in te perken, en zo bedrijven zoals Black Rock en Al Gore’s Generation Investment Management (beiden aanhangers van het woke stakeholder kapitalisme), aansprakelijk te kunnen stellen.
Net als iedere activist die sociaal activisme predikt, lijkt me dit ongekend voor het huidige kapitalisme. Zoals het nu gaat kan Black Rock’s sociaal activisme risicoloos blijven, dat wordt anders als het schild van de ‘limited liability’ wegvalt, en verantwoording afgelegd moet worden over hun uitspraken. Dat zal onmiddellijk hun positie en bedrijfsprofiel veranderen.
Coca-Cola is mede verantwoordelijk voor een epidemie aan obesitas onder de zwarte bevolking. Het bedrijf zou moeten beslissen om de ingrediënten te veranderen, en niet om hun employees te verplichten een cursus te volgen om ‘minder wit’ te worden, gerund door ‘diversity consultants’ die er een fortuin aan overhouden.
Want dat is de Goldman Rule. Na de dood van George Floyd waren Tim Cook van Apple en Dara Khosrowshahi van Uber de eersten die zich solidair toonden met Black Lives Matter.
Khosrowshahi verklaarde omstandig dat Uber een ‘anti-racistisch bedrijf’ was en schonk miljoenen aan BLM. In dezelfde tijd was Uber actief om Proposition 22 te promoten in California zodat hun chauffeurs als zelfstandigen gezien konden worden, en niet als werknemers van de organisatie. Wat uiteraard nadelig uitpakt voor de chauffeurs.
Volkswagen en de schone diesel
Een ander voorbeeld dichter bij huis is Volkswagen. In 2015 haalde Volkswagen zijn tien jaar eerder gestelde doel om Toyota voorbij te streven in de verkoopcijfers. Ze hadden echter een relatief beperkt deel van de Amerikaanse markt in handen.
Dat veranderde met de ‘clean diesel’ marketing, waar hun diesels als milieuvriendelijk in de markt geplaatst werden. Dat werkte uitstekend, in datzelfde jaar werden ze nummer één in de Dow Jones Sustainability Index.
Martin Winterkorn de CEO van Volkswagen had in pakweg tien jaar tijd een heel bedrijf omgevormd tot ‘milieuvriendelijk’. Maar korte tijd daarna kreeg Volkswagen een formele waarschuwing van de Environmental Protection Agency (EPA) dat ze de norm voor uitstoot ver overschreden hadden. De software was zo afgesteld dat de computer niet door had of het om een testsituatie ging of om lekker doorrijden op de snelweg.
De uitstoot was 40 maal hoger dan opgegeven, en het ging om zo’n 590.000 auto’s. De aandelen kelderden met zo’n 50 percent. Het punt is dat het hier niet ging om snelle winsten voor de aandeelhouders, het ging om de ‘clean diesel’, het woke stakeholder kapitalisme had gefaald.
Stakeholderisme in de Universiteit
Ramaswamy noemt het ‘stakeholderism’ omdat hij dit ook ziet bij andere maatschappelijke geledingen zoals de Universiteit. De sociaal bewogen managers hebben hun invloed in de universiteit uitgebreid naar minderheden, vrouwenemancipatie, seksuele minderheden, het milieu en de uiterst vage en voortdurend aangeroepen groep van de ‘toekomstige generatie’.
In Amerika werden tussen 1987 en 2012 meer dan een half miljoen mensen als administratief personeel aangesteld bij de universiteiten. In vergelijking met de wetenschappelijke staf is dat een verdubbeling. De sterkste groei zit bij de ‘diversity officers’. En ze zijn zonder uitzondering links georiënteerd. De verhouding is 12 staat tot 1. Om zijn of haar baan te houden moet er steeds waakzaam opgetreden worden tegen te weinig ‘diversiteit’.
Wie legt er nog verantwoording af?
In Nederland wordt dit gestimuleerd door het Ministerie van OCW, geldstromen worden meer en meer afhankelijk van de juiste terminologie, de juiste vraagstellingen en dergelijke. Deze verstrengeling is typisch Europees, zo schrijft Ramaswamy. Zijn grootste zorg is dat Amerika via de achterdeur een soort slechtere versie van Europa wordt.
Terecht zegt Ramaswamy dat dit niet een meer algemeen elite probleem is. Ook hoogleraren en wetenschappelijke staf behoren tot de elite, dit is een probleem van het hoger management, niet behorend tot de wetenschappelijke staf, en niet behorend bij de studenten, maar een eigen klasse die zich waar moet maken binnen de organisatie. Het probleem van dit ‘stakeholderism’ in zowel bedrijfsleven als universiteit is dat men amper verantwoording hoeft af te leggen als de zaak in het honderd loopt. Hoogste tijd voor verandering.
Arie Graafland publiceert in Wynia’s Week regelmatig over opvallende ontwikkelingen in wetenschap en bedrijfsleven, vooral aan de hand van nieuwe boeken. Steunt u deze kritische, onafhankelijke berichtgeving? Doneren voor Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!