Een ministerie van Groene Groei moet een lichtend voorbeeld zijn van kennis, kunde én rendement

MENNNO
De kerncentrale bij Borssele. Beeld: rijksoverheid.nl.

Is groen het nieuwe goud? Of is het een zwart gat waar steeds meer geld in verdwijnt?

Triodos Bank, een van de pioniers in Nederland in groen en duurzaam financieren, moet op zoek naar een nieuwe bestuursvoorzitter. De huidige chef, Jeroen Rijpkema, stopt volgend jaar. Hij heeft de bank dan vier jaar geleid en wordt 65. Tijd voor verjonging en verfrissing.

Op zijn beurt moet de nieuwe topman (m/v) op zoek naar nieuwe beleggers. Want de bank die nooit iets wilde weten van de effectenbeurs, van winstbeluste kapitaalverschaffers, laat staan van speculanten buigt voor het onvermijdelijke.

Relaties ontspoord

De relaties met een deel van de huidige aandeelhouders, tevens vaak ook klanten van de bank, zijn de afgelopen jaren ontspoord. Begin 2020 brak de coronapandemie uit. Beleggers wilden in grote getale hun aandelen kwijt. Triodos Bank staakte haar toezegging om aandelen van beleggers zelf in te kopen als zij ervan af wilden. Beleggers boos. Begrijpelijk. Ze voeren rechtszaken.

Inmiddels, vier jaar verder, is er een keer per week een markt in de aandelen. De koers is dramatisch gekelderd. Begin 2020 kocht Triodos nog aandelen van beleggers voor 81 euro, nu krijg je op de markt drie tientjes.

Beursplein 5 moet redding brengen. Wie dat wil kan zijn aandelen daar straks verkopen.

De bank tobt echter met zijn achilleshiel. Dat is de wanverhouding tussen de (hoge) kosten en de (achterblijvende) opbrengsten. Gevolg: het rendement op het eigen vermogen is heel wat lager dan bij commerciële banken waarmee Triodos straks op de beurs concurreert om beleggerskapitaal. Tegenover NRC zei Rijpkema twee weken geleden: ‘Wij hebben een ander model en zijn niet van het hoogste financieel rendement.’

Klinkt mooi, idealistisch zelfs. Maar is het streven naar een ondermaats rendement inderdaad een geslaagd verdienmodel?

Groene groei

Wij zijn groen, dat mag wat kosten, is kennelijk de onderliggende boodschap. Dat is een gevaar dat ook bij andere partijen speelt die met groene intenties schermen. Denk aan pensioenfondsen die het geld beleggen van pensioengerechtigden en overlopen van groene ambities.

Denk zeker ook aan de overheid die het belasting- en premiegeld van burgers en bedrijven besteedt. In het kabinet-Schoof is er nu een speciaal departement voor groene ambities: het ministerie van Klimaat en Groene Groei, geleid door Sophie Hermans (VVD).

Verdienmodel goedpraten

Maar eerst terug naar Triodos. Als je het Triodos-model beziet zijn de kosten te hoog, de opbrengsten te laag of beide. Kleinere banken zijn altijd wat duurder uit dan grote, bijvoorbeeld bij het aantrekken van spaargeld en deposito’s. Dus moeten ze efficiënter zijn, een unieke niche hebben of persoonlijker service bieden. Dan kunnen zij hun kostennadeel compenseren met hogere rentetarieven of provisies.

Het is de vraag of banken als Triodos dat doen. Of dat ze juist, omdat hun klanten ideële motieven hebben, niet meer vergoeding vragen, maar juist mínder. En daarmee hun bleke ‘verdienmodel’ goedpraten.

Banken die milieuvervuilende klanten bedienen doen dat slimmer. Zij vragen juist een hógere rentevergoeding, bleek onlangs uit een onderzoek van de ECB, de Europese Centrale Bank. Anders gezegd: ze doen precies wat klimaatactivisten graag zien, namelijk de vervuiler extra belasten én deze banken hebben er nog extra verdiensten aan ook.

Een etiket zonder inhoud

Waar Triodos iets aan moet doen, wil ze straks op de beurs geen verschoppeling zijn, is de scheve verhouding tussen opbrengsten en kosten. En daar zit de parallel met de pensioenwereld en het Groene Groei-ministerie.

In de praktijk winnen groene ambities het o zo gemakkelijk van financiële nuchterheid. Dan is het verleidelijk om een lager rendement te accepteren op een groene pensioenbelegging. Of het rekenwerk wordt aangepast, bijvoorbeeld door de afschrijvingsperiode van een investering te verlengen, zodat het van jaar tot jaar allemaal wat beter uitkomt.

Dat geldt ook voor de overheid. De verleiding is immens om straks, als staalbedrijf Tata Steel en overheid onderhandelen over een groene subsidie van misschien wel 3 miljard euro, toch Ja te zeggen. Dan heet het groene groei. Twee keer goed. Want groei én groen. Het is een etiket zonder inhoud. Het punt is: zowat élke uitgave van de overheid stimuleert de groei, dus groen is vooral een mooie strik om de groei die er toch al kwam dankzij het geld van de overheid.

De verleiding is ook groot, gezien de ambities, om toch maar door te gaan met geld geven voor het goede groene doel. In de jaren zeventig van de vorige eeuw deed de overheid dat om scheepsbouwconcern RSV overeind te houden. Toen heette het industriepolitiek, nu is de slogan: leve de groene industriepolitiek.

Het blijkt vaak ondoenlijk om de pressie van goede bedoelingen te weerstaan. Maar het kan wel. Shell heeft bijvoorbeeld onlangs de bouw van een biobrandstoffenfabriek in Pernis stilgelegd. De fabriek is nu niet rendabel. Shell geeft prioriteit aan wat zijn aandeelhouders willen, namelijk rendement. Niet raar voor een beursgenoteerd bedrijf.  

Streef wél naar het hoogste rendement

Daar kunnen de groene pleitbezorgers nog wat van leren. Wie de beste wil zijn in groene financiering kan niet pronken met ondermaats financieel rendement. Elke ondernemer die een groen (of niet zo groen) product maakt wil de beste in zijn vak zijn. Wie de beste wil zijn bewijst dat óók met een eersteklas of het beste rendement.

Dus streef juist wél naar het hoogste rendement. Bouw een bank, bestuur een pensioenfonds of een ministerie van Groene Groei dat het lichtend voorbeeld is met zijn kennis, kunde én rendement. Dan heb je goud in handen. Anders dreigt het zwarte gat van goede bedoelingen waarin het geld verdwijnt.

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!