Greenpeace wil dat een rechterlijk interim-kabinet onze voedselproductie verstikt
Opgedragen aan de Nederlandse boer:
– ‘Terwille van den boer die ploegt
Besta de wereld voort!’
Uit: J.W.F. Werumeus Buning, ‘Ballade van den boer’ (1935).
Nu de Nederlandse rechter zich bereid heeft getoond om de milieubeweging tegemoet te komen in haar strijd voor ambitieuzer beleid, was het wachten op een stikstofprocedure. Greenpeace heeft afgelopen maand de staat gedagvaard. Zij eist dat de overheid in het belang van de natuurbescherming een nog ambitieuzer stikstofbeleid voert. Dat betekent, simpel gezegd, meer boeren weg en minder industrie om ‘de natuur’ te redden.
Inmiddels weten we waarom de milieubeweging zich zo graag tot de rechter wendt en tegen de staat procedeert. Maar zodra de stem van de boeren en de burger in de rechtszaal ook zal klinken, is het nog maar de vraag of het de milieubeweging weer zal lukken om de rechter voor haar karretje te spannen. Het is tijd dat het misbruik van juridische procedures om de democratie opzij te zetten een thema wordt in de komende verkiezingen.
Sinds Urgenda is de rechter in de politiek gegaan
Met het vonnis in de Urgenda-zaak in 2015 stond het in de sterren geschreven: antiparlementaristische bewegingen zullen zich gaan specialiseren in het manipuleren van de wetenschap en de rechterlijke macht om hun doelen te bereiken. Dat de rechter in de politiek is gegaan is inmiddels een gegeven. Greenpeace hoeft daarom niet eens meer te verbloemen dat zij de rechter een politieke rol toebedeelt. ‘Het kabinet is gevallen en de politiek is daarmee voor lange tijd vleugellam geworden, terwijl de natuur die tijd echt niet meer heeft’, zegt de directeur van Greenpeace zonder met zijn ogen te knipperen. De rechter als interim-kabinet is dan toch wel weer een nieuwigheidje.
Al sinds Urgenda is de rechtvaardiging voor rechterlijk ingrijpen in de politiek dezelfde drogredenering: de democratie moet onder curatele gesteld worden want er zou ‘wetenschappelijke noodzaak’ bestaan om in te grijpen. In de woorden van Greenpeace: ‘Als de politiek er niet uit komt, dan moet de rechter het maar doen.’
Dat idee berust op verkeerd begrip van het recht. Dat de rechter moet rechtspreken wil immers niet zeggen dat de rechter mag wetgeven. Nederland kent zoiets als machtenscheiding. Hoewel met dit idee wel vaker een loopje wordt genomen, staat het de rechter ook in deze stikstofzaak niet vrij om op de uitnodiging van Greenpeace in te gaan.
Het doel van deze rechtszaak is om de staat te dwingen tot beleid dat sneller op ‘ecologische landbouw’ aanstuurt. Greenpeace is een verklaard tegenstander van de huidige agrarische sector, wil af van de ‘intensieve veehouderij’ en eist een ‘omslag naar ecologische landbouw.’ Daarvoor voert zij drie ‘zwaarwegende’ argumenten aan. Het eerste van de argumenten is dat het ‘meeste vlees en zuivel voor export’ is bestemd.
Hoe kan export een argument tegen veeteelt zijn, zult u zich afvragen. Uiteraard worden met het geëxporteerde vlees en zuivel mensen elders gevoed. Bovendien is het voor een land geopolitiek voordelig om zelfvoorzienend te zijn op het vlak van voedsel. Een official van het voedselagentschap van de Verenigde Naties klaagde onlangs dat de EU ‘de productiviteit van de agrarische sector opoffert aan duurzaamheid.’ De wereld kan niet zonder de Europese voedseloutput, merkte hij terecht op.
Inderdaad, Greenpeace ’s ‘eigen volk eerst’ populisme is moreel stuitend. Het gevaar dat Nederland een tweede Sri Lanka wordt is niet denkbeeldig.
Greenpeace grossiert in bangmakerij
Net als in de klimaatzaak van Urgenda beroept Greenpeace zich op de wetenschap, althans op de wetenschap die haar goed uitkomt. Helaas voor Greenpeace is er geen ‘intergouvernementeel panel’ voor stikstof en natuur, dus moet zij het doen met semi-wetenschappelijke rapporten van adviesorganen, veelal geschreven in opdracht van de overheid.
En zoals gebruikelijk doet Greenpeace er een flinke schep bangmakerij bovenop. ‘Het wordt steeds stiller in de natuur’, zegt zij en de boosdoener zou stikstof zijn, want stikstof maakt de botten van vogels broos. De impliciete verwijzing naar het door de milieubeweging gevierde boek ‘Silent Spring‘ uit 1962 helpt niet, want meer dan zestig jaar later is er van een stille lente nog altijd geen sprake – en dat zal ook niet gebeuren.
De wetenschap waarop Greenpeace zich beroept, is hevig bekritiseerd en zeer dubieus. Het door de overheid gebruikte model (‘Aerius’) heeft weinig tot geen voorspellende waarde. Bij de zogeheten ‘kritische depositiewaarden’ (KDW) zijn vraagtekens te stellen; KDW suggereren een ecologische precisie die niet kan bestaan gezien het onderliggende onderzoek.
Procederen tegen de staat heeft grote voordelen
Bovendien geeft Greenpeace zelf al toe dat dit hele systeem zo lek is als een mandje – zij vordert dat de staat ‘de stikstofdepositie uit Nederlandse bronnen maximaal zal reduceren zodat een eventuele overschrijding van de toepasselijke KDW’en slechts het gevolg is van stikstofdepositie uit buitenlandse bronnen.’ Dus de boeren moeten gewoon de grens over, de natuur gaat er niet op vooruit en de milieubeweging breidt haar macht verder uit.
Voor de milieubeweging heeft procederen tegen de staat grote voordelen. De verdediging tegen de vorderingen van Greenpeace wordt niet gevoerd door de Tweede Kamer of het kabinet, maar door het ministerie dat de landsadvocaat aanstuurt. Indien de betrokken ambtenaren lid zijn Greenpeace of sympathie hebben voor de beweging, zal de verdediging van de staat niet op het scherpst van de snede gevoerd worden.
Integendeel, zoals de Urgendazaak heeft laten zien, zal de staat zich zodanig opstellen dat de zaak verloren wordt en het beleid moet worden aangescherpt. Langs die weg kan het ministerie alsnog het politieke verzet tegen het ‘wetenschappelijk noodzakelijke’ stikstofbeleid neutraliseren. Met het vonnis in de hand kan het ministerie voort met het plan om de Nederlandse veeteelt te ‘verduurzamen,’ een mooi woord voor ontmantelen, om ‘de natuur’ te beschermen.
Urgenda wees de weg – met een beroep op een abstract begrip als ‘het klimaat’ kun je de rechter verleiden om beleid af te kondigen dat de mensheid en de planeet beschermt tegen de CO2-emissies van de industrie en consumptie. Greenpeace wil dit huzarenstukje herhalen door met ‘de natuur‘ te schermen: de rechter zou de staat moeten verplichten om de natuur te beschermen tegen stikstofdeposities, althans die uit het binnenland.
Nu staat de agrarische sector, die al lang een doorn in het oog van de milieubeweging is, vooraan in de vuurlinie, gevolgd door de industrie die welke stikstofverbinding dan ook uitstoot.
Greenpeace mag in deze procedure als enige voor ‘de natuur’ spreken en zal zich daarbij, volgens vast patroon, beroepen op hoogdravende teksten uit beleidsrapporten en vage termen uit wetten om de eisen een aura van legitimiteit en moraliteit te geven. Andere belangen, zoals die van de boeren en van de burger, zal Greenpeace noch de staat verdedigen.
De stem van de boeren en de burger
Deze misstand kan echter gecorrigeerd worden. Inmiddels is door de stichting Milieu en Mens, die voor gebalanceerd milieubeleid staat, aangetoond dat een juridisch tegenantwoord mogelijk is. Deze stichting heeft zich weten te voegen in de ‘klimaatzaak van de eeuw’ tussen Milieudefensie en Shell en doet nu volwaardig mee in de procedure. Als de voortekenen niet bedriegen zou het best weleens zo kunnen zijn dat de bijdrage van deze stichting de sleutel is voor de uitkomst van de procedure.
De boeren en andere algemeen belangorganisaties kunnen nu dus ook in de procedure van Greenpeace tegen de staat gaan meedoen. De belangen van de boeren zijn geenszins strijdig met het algemeen belang en de belangen van alle burgers. Integendeel, zowel boeren als burgers zijn voorstanders van natuurbescherming, maar kunnen zich niet vinden in de steeds extremistischere eisen van de milieubeweging die zij buiten de democratie om tracht af te dwingen.
De tunnelvisie van de milieubeweging die slechts oog heeft voor natuurbescherming, zal ten koste gaan van de landbouw, de veeteelt, de economie, de voedselzekerheid ( ook voor mensen in andere landen), onze geopolitieke onderhandelingspositie, de burger die al deze nadelen aan den lijve ondervindt en uiteindelijk ook het milieu zelf. Daar komt natuurlijk nog bij dat het niet voor de hand ligt dat de rechter zich in de stikstofpolitiek mengt, zoals de stichting Milieu en Mens in de klimaatzaak al meer dan eens heeft gesteld ten aanzien van de CO2-emissiereductiepolitiek.
Opmerkelijk is dat de conceptdagvaarding van Greenpeace op rechtspraak.nl geplaatst is. Dat wekt de schijn dat de milieubeweging lijntjes heeft met de rechtspraak die andere burgers niet hebben. Greenpeace zal uiteraard niet klagen over deze legitimatie, net zomin als Greenpeace iets te klagen heeft over de bakken met geld die het ieder jaar uit allerhande subsidiepotjes ontvangt.
Het is overigens niet de eerste keer dat de schijn van partijdigheid wordt gewekt in procedures van de milieubeweging. De politiek blijft, op enkele uitzonderingen na, wegkijken.
Naast de rijkelijke subsidies heeft de milieubeweging ook privileges weten te bekomen die andere organisaties en de burger niet hebben. Het procedeerprivilege van milieuclubs is een doorn in het oog van de democratische rechtsstaat, het gelijkheidsbeginsel en het beginsel van ‘equality of arms’. De democratie wordt langs deze weg steeds vaker onder curatele gesteld, om de woorden van de advocaat van Milieudefensie te gebruiken.
Thema voor de verkiezingen
Dit zou een belangrijk thema moeten zijn bij de komende verkiezingen. Het recht op een eerlijk proces, de vrijheid van vereniging en de beginselen van gelijkheid voor de wet, gelijke toegang tot de rechter en ‘equality of arms’ worden met voeten getreden door de ongerechtvaardigde privileges voor deze zogeheten ‘algemeen belangorganisaties.’
Dat gaat vaak ten koste van de burger, omdat de meeste van die organisaties (Milieu en Mens is een uitzondering) juist níet het algemeen belang vertegenwoordigen, maar slechts hun eigen stokpaardjes berijden. Dit effect wordt versterkt doordat de eenzijdige, radicale milieuclubs op enorme geldstromen kunnen rekenen en de echte algemeen belangorganisaties op een houtje moeten bijten.
De partij die het aandurft om tegen deze misstanden op te komen kan niet alleen rekenen op de hoon van wat nog steeds de progressieve beweging wordt genoemd. Kreten als ‘aanval op het bestel’ of ‘ondermijning van de rechtsstaat‘ zijn even voorspelbaar als inhoudsloos.
De eeuwige waarde die eerlijkheid noemen
De partij die zich sterk maakt voor het afschaffen van dit standenrechtssysteem kan bovenal rekenen op de sympathie van de burger die gelooft dat het doel niet de middelen heiligt.
De burger die staat op een integere, onpartijdige overheid, justitie en rechterlijke macht.
De burger die ongeacht de inhoud van het beleid vasthoudt aan de eis dat er niet vals wordt gespeeld.
De burger die niet kan accepteren dat onder het mom van ‘wetenschappelijk noodzakelijk’ stikstofbeleid de boeren worden geruimd zodat hun land voor woningbouw of een ander doel kan worden gebruikt.
De burger tenslotte die weet dat er iets is dat voorafgaat aan het vermogen van de democratie om te overleven, iets dat geen wet kan garanderen: de eeuwige waarde die we eerlijkheid noemen.
Eerlijkheid met name van degenen die ongemerkt óneerlijk kunnen zijn.
Lucas Bergkamp is arts en milieujurist te Brussel. Hij heeft pro bono de twee stichtingen geadviseerd in verband met de tussenkomst in Shell vs. Milieudefensie.
Wynia’s Week is onafhankelijk, ongebonden en onverstoorbaar. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!