Gebrek aan transparantie rond islamitische terroristische aanslag in Rotterdam is niet te verdedigen

BartCollard 21-9-24
Beeld: X

Terwijl op donderdag 19 september 2024 omstreeks 20.00 uur in de Tweede Kamer voor de tweede dag werd gedebatteerd over de Prinsjesdagplannen, vond op het Willemsplein in Rotterdam nabij de Erasmusbrug een islamitische terroristische aanslag plaats. De media-aandacht voor deze vreselijke gebeurtenis was minimaal, dat sprake was van terrorisme is vrijwel nergens genoemd, en ook aan bestuurders leek de aanslag aanvankelijk voorbij te gaan.

Deze terroristische aanslag komt niet onverwacht. Volgens de AIVD vormt het mondiaal jihadisme al jaren ‘de grootste terroristische dreiging tegen Nederland’. Het dreigingsniveau is in december 2023 door de NCTV verhoogd naar substantieel. In haar Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland uit juni waarschuwde de NCTV voor ‘de in april 2024 gestarte campagne van onder andere ISKP om geweld tegen sportevenementen in het Westen aan te moedigen’, waarbij aanslagen met messen veelal genoemd worden.

Wat gebeurde er in Rotterdam?

Volgens de politie begon er ‘tumult’ in een ondergrondse parkeergarage, waarbij een 33-jarige Zwitser zwaar gewond raakte. Toen de dader zich naar boven begaf, de voet van de Erasmusbrug op, zou hij een 32-jarige Rotterdammer – die aan het skeeleren was – hebben vermoord met twee grote vleesmessen door ‘heel vaak’ te steken. Het slachtoffer zou vervolgens van de reling zijn gevallen. De Telegraaf sprak getuigen die berichtten dat de dader ‘er duidelijk op uit was veel slachtoffers te maken’. Volgens getuigen zou de dader tijdens het steken ’Allah u Akbar’ hebben geroepen.

Een getuige genaamd Reniël Renato David Litecia, een personal trainer, zag het en begon te schreeuwen. Toen de dader dat hoorde begon hij iedereen die in zijn omgeving was aan te vallen. Mensen renden in paniek weg. Reniël haalde ‘sportsticks’ uit zijn tas en rende erheen. Omstanders renden een nabij gelegen restaurant binnen en sloten de deuren. De dader rende vervolgens langs met de twee messen in zijn handen. De dader rende daarna de tentoonstellingsruimte Remastered binnen. Aanwezigen probeerden de dader met stoelen op afstand te houden, terwijl hij hen wilde neersteken met zijn messen. Toen Reniël erbij kwam wilde de dader het pand verlaten. Reniël had hem daarom ‘een paar tikjes moeten geven in zijn gezicht’ met de stokken. Toen de andere aanwezigen hem met stoelen belaagden verloor de dader het bewustzijn.

Omstreeks middernacht deelde Rijnmond TV een interview met de politiewoordvoerder, die verklaarde:

‘Het vermoeden is dat de verdachte het eerste slachtoffer in de parkeergarage heeft gemaakt, dat hij vervolgens naar boven is gelopen en daar een tweede slachtoffer heeft neergestoken. Vervolgens is de verdachte via de horecagelegenheid hierachter over het terras gerend en vervolgens bij deze tentoonstellingsruimte overmeesterd.’

De politiewoordvoerder bevestigde dat ‘meerdere getuigen’ ook tegen de politie hebben verklaard dat de dader de islamitische god Allah heeft aangeroepen tijdens zijn daden.

Allah u Akbar

In de media werd die nacht gesproken van een ‘steekincident’ of ‘steekpartij’. Feitelijk is dat natuurlijk juist, maar het dekt de lading niet. Nergens werd gesproken van een terroristische aanslag of het islamitische motief van de dader, behalve op Geenstijl. Nu.nl spande de kroon met haar uitleg over de uiting Allah u Akbar: ‘Het wordt door moslims vaak gezegd bij een gebed, maar in het verleden is het ook geroepen bij aanslagen door extremistische moslims. De politie heeft nog geen uitspraken gedaan over een mogelijk motief.’

Laat ‘in het verleden’ maar weg. De uitspraak wordt wekelijks, soms dagelijks, geuit bij islamitische terreurdaden. Nu lijkt het primair een onschuldige uiting, maar als u iemand deze uiting – anders dan nabij de speakers van een moskee – hoort roepen in de publieke ruimte is alertheid geboden.

Vrijwel geen informatie

De volgende dag werd bekend dat de dader een 22-jarige man uit Amersfoort is. De politie deelde mee dat de man een bekende van haar is, maar wilde er niet meer over kwijt. Ook kon de politie niets zeggen over het motief van de dader.

Er werd geen persconferentie voor het volk georganiseerd door de driehoek of door individuele partijen daaruit. Er werd vanuit de (lokale) overheid vrijwel geen informatie gedeeld. Wel berichtte de gemeente Rotterdam op de avond van de aanslag omstreeks 23.00 uur op sociale media dat burgemeester Ahmed Aboutaleb is bevorderd tot Commandeur in de Orde van Oranje-Nassau, maar op haar kanalen werd niet gerept over de aanslag. Ondertussen werd tot diep in de nacht gedebatteerd in de Tweede Kamer. Ook daar werd niet gesproken over de terreurdaad. Vanwaar die stilte?

Er zijn primair vier redenen denkbaar. In de eerste plaats: de reden waarom iemand een daad pleegt is moeilijk objectief te bepalen. We kunnen niet in iemands hoofd kijken. Maar dat is te simplistisch denken. Er zijn namelijk allerlei indicatoren die ons – in het dagelijkse leven, in rechercheonderzoeken, in intelligence-operaties – helpen om meer objectief duiding te geven. Dat volgt uit de reeds bekende informatie over de dader, over de slachtofferkeuze, over de locatie van de aanslag, over zijn exacte gedragingen (in hoeverre passen die bij een bepaalde ideologie of groepering? Wat zegt zijn gedrag over zijn intenties? Het ging hier evident niet om een gerichte actie tegen een of twee mensen; de dader wilde veel slachtoffers maken) en zijn uitingen. Dit alles wijst op twee kernwoorden: islamitisch en terroristisch.

In de tweede plaats: de politie twijfelt wellicht of het gaat om een rationeel handelende, mentaal gezonde aanslagpleger of om een ‘verward persoon’. In Nederland zijn de nodige terroristische aanslagplegers de boeken ingegaan als verward en niet als terroristisch – denk aan Malek Fostok die op Bevrijdingsdag 2018 meerdere mensen stak. Maar inmiddels zijn zelfs voorzichtige wetenschappers tot de conclusie gekomen dat psychiatrische problemen en ideologische motieven elkaar niet uitsluiten, en dat een werkelijk ‘verwarde’ man nog steeds een terroristische aanslag kan plegen.

Terreur als theater

Daaraan verwant is, in de derde plaats: islamitisch terrorisme ligt gevoelig – wellicht eens te meer als het om een migrant zou gaan, gelet op het huidige debat over de migratiecrisis – omdat de islam gevoelig ligt in Nederland. De overheid probeert Nederland ‘bij elkaar te houden’ en te voorkomen dat alle moslims over een kam worden geschoren. Het bestaan van teveel islamitische wanplegers past ook niet in het multiculturalistische ideaal.

In de vierde plaats: veel terrorisme-experts hebben geschreven over het dilemma van de overheid om enerzijds het publiek te informeren, maar om tegelijkertijd te voorkomen dat de terrorist krijgt wat hij wil en/of dat grootschalige paniek uitbreekt onder het volk. Modern terrorisme is ook wel omschreven als een theater, met de aanslag zoals die van 9/11 als exemplarisch voorbeeld. Daders, slachtoffers, hulpverleners en omstanders figureren op televisie – en tegenwoordig op sociale media – in een theatervoorstelling die geïnitieerd en deels geregisseerd is door de terroristen.

Met dat theater creëert de terrorist aandacht voor diens zaak en tegelijkertijd angst. Hoewel de kans om te sterven aan kanker of een verkeersongeval vele malen groter is, is de angst voor islamitische terroristische aanslagen reëel. Wereldwijd zijn er veel aanslagen met een islamitische signatuur. Het primaire verschil is dat de impact van een terroristische aanslag significant groter is. Ook als u geen slachtoffer bent, en geen van de betrokkenen kent, doet zo’n aanslag iets met u, terwijl dat wellicht niet zo is als u hoort dat er in een andere stad iemand is overleden aan kanker.

Dat komt door de extremiteit van de terroristische daad, doordat we die daad moeilijk kunnen bevatten (eens te meer omdat de ideologische motivering ons vaak vreemd is) en omdat een terroristische daad niet slechts een daad is tegen een handjevol slachtoffers. Terrorisme is een aanval op onze democratische rechtsstaat, op onze samenleving als geheel, op onze manier van leven. De overheid is genegen om paniek na terroristische aanslagen te onderdrukken. Maar met de juiste boodschap kun je transparant zijn én voorkomen dat er paniek uitbreekt; eens te meer wanneer de dader is aangehouden en er geen indicatie van meerdere daders is.

Organiseer direct een persconferentie

Omwille van die vier redenen bestaat er een belang om zo lang mogelijk niet te spreken van terrorisme. Toch is het belangrijk dat de overheid zo snel mogelijk informatie deelt met de bevolking. Een of enkele dagen wachten met nieuws is dan te lang. Het volk heeft een recht om te weten wat er op veiligheidsgebied speelt in Nederland – zeker na een inbreuk op de publieke veiligheid –, ook als de boodschap niet goed uitkomt voor bestuurders. Bij dit soort gebeurtenissen zou direct een persconferentie moeten worden georganiseerd, wellicht zelfs met de hele driehoek. De islamitische terroristische aanslag in Rotterdam is een voorbeeld van een gebrek aan transparantie naar het volk.

Van Bart Collard verscheen in 2023 ‘Het recht op misinformatie’. Het boek is overal te koop en te bestellen, ook in de winkel van Wynia’s Week. KijkHIER. 

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!