Fransen beseffen niet dat ze boffen met hun kernenergie

KleisJager20210828
De Franse minister van Milieu Barbara Pompili.

Frankrijk kan zich gelukkig prijzen met zijn kernenergie: 72 procent van alle elektriciteit wordt geproduceerd door schone centrales. Daarmee is Frankrijk wereldkampioen, voor de VS en China. Op de CO2-kaart van Europa is Frankrijk – met Zweden, ook een kernenergieland – altijd veel groener gekleurd dan de rest.

Toch zijn de Fransen niet erg enthousiast over deze troefkaart. De meeste politici bezingen de lof van wind en zon, de nucleaire industrie zou iets van het verleden zijn. De publieke opinie is ook niet overtuigd. Volgens een peiling denkt de helft van de bevolking dat kerncentrales bijdragen aan de opwarming.

Regering wil aandeel kernenergie verminderen

Dat zal te maken hebben met de dikke dampwolken die boven de koeltorens van kerncentrales hangen en die er vies uit zien, ook al betreft het hier volkomen onschuldige waterdamp.

Maar de irrationaliteit slaat ook toe bij mensen die beter zouden moeten weten. De regering zegt het aandeel van kernenergie in de elektriciteitsmix flink te willen verminderen. In 2035 mag het niet meer zijn dan 50 procent.

Meerjarige energieplanning

Dit komt er op neer dat 14 van de 54 reactoren (verdeeld over 18 locaties) afgesloten zullen worden van het stroomnet. Tegelijk moet het aandeel van hernieuwbare energie heel erg toenemen. In 2028 moeten er bijna twee keer zoveel windmolens zijn als op dit moment (8000).

Zo staat het tenminste in het Projet de Programmation Pluriannuelle de l’énergie (PPE). Deze meerjarige energieplanning is een werkstuk van de groene minister van Milieu Barbara Pompili die vorig jaar zomer door president Macron werd benoemd tijdens een reshuffle in zijn regering.

Rendement van wind en zon is gering

Pompili is erg trots op haar PPE, dat volgens haar het uiteindelijk doel van 100% duurzaam een stap dichterbij brengt. Zij sprak zelfs juichend over een ‘copernicaanse wending’. Maar dat die stralende toekomst aanstaande is, is erg onwaarschijnlijk.

Het huidige Franse windmolenpark zorgt voor 6 procent van alle elektriciteit. De winst van een verdubbeling te land en ter zee is dus gering.

Ook het rendement van zonne-energie is zoals bekend veel te laag om een revolutie te ontketenen. De jaarlijkse productie van de vorig jaar gesloten centrale van Fessenheim in de Elzas, tot dan de oudste van het land, was ongeveer gelijk aan de productie van alle zonnepanelen in Frankrijk die samen goed zijn voor 2 tot 3 procent van de totale elektriciteitsproductie.

Schone kernenergie wordt vervangen door vieze energie

Ook als het gaat om het klimaat, laat kernenergie alle hernieuwbare bronnen achter zich. Volgens het Ademe (Agence de l’environnement et de la maîtrise de lénergie) is nucleaire energie goed voor 6 gram CO2 per kWh tegen 10 gram voor wind en en 50 gram voor zon.

De conclusie is dat het gat dat de gesloten centrales slaan uiteindelijk alleen valt te vullen met vieze energie (gas, kolen). Temeer daar de vraag naar energie de komende decennia explosief – met 30 tot 60 procent in 2050 – zal stijgen, al was het alleen maar vanwege de elektrische auto’s waar we allemaal in gaan rijden.

Het landschap van Cézanne is beschadigd

En dan hebben we het nog niet gehad over de enorme aanslag op de ruimte die een groots offensief van zonnepanelen en windmolens betekent. Zonnepanelen bijvoorbeeld, gebruiken vijfhonderd keer meer vierkante meters dan een kerncentrale om dezelfde hoeveelheid energie te produceren. Tenslotte kan energie uit hernieuwbare bronnen niet of niet voldoende worden opgeslagen, maar moet het worden gebruikt op het moment dat het er is.

De vraag is waarom de beleidsmachine in het licht van al deze eenvoudige feiten niet tot inkeer komt. Het antwoord luidt: ideologie. Pompili houdt zich net als alle andere groenen doof voor de vele protesten tegen windmolens, zoals dat van boeren aan de voet van de Mont-Sainte-Victoire. Het landschap hier – wereldberoemd gemaakt door de schilderijen van Cézanne – is grote schade toegebracht door 22 witte reuzen van 125 meter hoog.

Boel zit intellectueel muurvast

Volgens de voorganger van Pompili, François de Rugy, die net als zij afkomstig is uit EELV (Europe Écologie Les Verts), is zijn politieke familie niet in staat om eerder ingenomen standpunten te heroverwegen. ‘De boel zit intellectueel gesproken muurvast, zekerheden worden nooit tegen het licht gehouden.’

Dat is ook de mening van Bernard Accoyer, een centrum-rechtse oud-voorzitter van de Franse Tweede Kamer, de Assemblée Nationale. Accoyer probeert als voorzitter van de lobbyvereniging Patrimoine nucléaire et Climat (PNC-France) het tij te keren. ‘Pompili hoort bij degenen die hun vooroordelen niet opzij kunnen zetten. Zij meent dat het urgenter is om van kernenergie af te komen dan te strijden tegen de opwarming van de aarde.’

Macron kan Pompili beter vervangen

Zelfs het feit dat de IPCC in zijn laatste klimaatrapport zegt dat het ‘elektro-nucleaire park’ in de wereld vier tot vijf keer zal moeten groeien om de klimaatdoelen te halen, lijkt niet door te dringen tot de bewindsvrouw.

President Emmanuel Macron maakt ondertussen een ambivalente indruk. Vorige maand toonde hij veel begrip voor de tegenstanders van windmolens, maar zonder Pompili af te vallen. Wel herinnerde hij haar er aan dat kernenergie de basis blijft van de Franse productie van elektriciteit. ‘Wij mogen van geluk spreken met kernenergie’ zei hij.

Het zou natuurlijk beter zijn, menen critici, als hij de daad bij het woord voegt en Pompili vervangt door iemand die werk maakt van de nieuwe generatie reactoren, een onderneming die de laatste twintig jaar veel tegenslagen kende. Maar dat durft hij politiek gesproken niet aan of hij ziet de noodzaak niet om nu – minder dan een jaar voor de presidentsverkiezingen – in te grijpen.

Ambtenaren komen vooral uit milieubeweging

Daar komt bij dat Franse presidenten machtig zijn, maar dat zij ook vaak moeten buigen voor hun ambtenaren. De invloed van de laatsten nam op energiegebied enorm toe vanaf 2007, toen het thema werd overgebracht van het ministerie van Industrie naar het ministerie van Milieu, dat sinds vorig jaar ‘ministerie van de ecologische transitie’ heet.

Dit was een opmerkelijke vergissing van de toenmalige president Nicolas Sarkozy. Want op het ministerie van Milieu werken erg veel mensen uit de milieubeweging die traditioneel anti-kernenergie is. Aan het hoofd staat ook vrijwel altijd iemand uit dezelfde hoek. Vanaf 2007 zijn diverse excessieve maatregelen genomen in het voordeel van de wind- en zonsector. Tel uit je winst.