Frans Timmermans moet kiezen: wil hij wel of geen nieuwe kerncentrales in Nederland?
Zondag 10 september zal PvdA/GroenLinks-lijsttrekker Frans Timmermans, tot voor kort de Eerste Vicevoorzitter van de Europese Commissie belast met het Europese klimaatbeleid, de 33ste Abel Herzberglezing uitspreken in de Rode Hoed in Amsterdam – ‘podium voor denkwerk in uitvoering’.
De lezing wordt jaarlijks georganiseerd door de Rode Hoed in nauwe samenwerking met dagblad Trouw en heeft tot doel het joods-humanistische gedachtegoed van de schrijver en jurist Abel Herzberg (1893–1989) levend te houden.
De lezing van Timmermans, die al was gepland vóór zijn overstap naar de landelijke politiek, komt voor hem als een geschenk uit de hemel. Het is de gedroomde aftrap van zijn verkiezingscampagne waarin hij zich op een prestigieus podium kan profileren als progressief intellectueel, visionair staatsman met internationale allure, en een betrouwbaar aanstaand premier.
De Europese Unie raakt door de Green Deal geïsoleerd
Het onderwerp van de lezing is de European Green Deal, het onder leiding van Timmermans opgetuigde, ongekend ambitieuze pakket maatregelen waarmee de Europese Commissie van Ursula von der Leyen de ‘gevaarlijke opwarming van de aarde’ wil bestrijden. Volgens de aankondiging van de Rode Hoed zal het gaan over de ‘uitdagingen van deze grote opgave in een wereld vol omwentelingen’ met als centrale vraag: ‘Waarom lijkt de mensheid niet in staat om met voldoende overtuiging te handelen, terwijl we weten dat dit wel zou moeten?’.
Timmermans’ vraag klinkt diep filosofisch, maar wat hij natuurlijk bedoelt is waarom de niet-EU landen zich niet massaal achter de ongekend ambitieuze klimaatdoelen van de EU hebben opgesteld. Bijna vier jaar na de lancering van de Green Deal lijkt dat een zeer terechte vraag. Timmermans mag dan met zijn klimaatplannen binnen de EU goed tot zeer goed hebben gescoord, daarbuiten wil het nog niet zo vlotten. Met als gevolg dat de EU met haar aanpak van de strijd tegen de ‘gevaarlijke opwarming van de aarde’ internationaal in een steeds meer geïsoleerde positie is komen te verkeren.
Timmermans heeft sinds zijn aantreden als EU Klimaatcommissaris eind 2019 tweemaal de Europese delegatie naar de jaarlijkse VN-klimaatconferentie mogen leiden, dus naar het hoogtepunt van de klimaatdiplomatie in de wereld. De eerste keer in Glasgow in Schotland in 2021 en de tweede in Sharm el-Sheikh in Egypte in 2022.
Beide keren kwam hij teleurgesteld en verdrietig terug in Brussel. De meeste niet-EU landen wilden weinig of niets weten van zijn ambitieuze klimaatbeleid. Zelfs niet nadat hij in Sharm el-Sheikh, in een vlaag van diplomatieke ‘powerplay’, dreigde met zijn Europese delegatie de conferentie voortijdig te verlaten.
Timmermans’ antwoord op het waarom van het geringe enthousiasme voor zijn plannen getuigt van weinig aanleg voor zelfreflectie: het ligt aan het ‘onvermogen van de mensheid’ te doen wat goed en dringend nodig is. Dat het misschien ook zou kunnen liggen aan de aard van zijn eigen plannen is voor hem kennelijk moeilijk voorstelbaar. Laten we hem daarom een handje helpen.
Kort en goed: de Green Deal is een extreem, onrealistisch, wereldvreemd en megalomaan plan dat gedoemd is te mislukken. Het ‘onvermogen van de mensheid’ valt reuze mee; met de mensheid is van alles mis, maar zij is niet gek.
Maximaal 1,5 graad opwarming is een illusie
De kern van de Green Deal is het streven de wereldwijde opwarming van de aarde ten opzichte van de pre-industriële periode te beperken tot 1,5 graad Celsius. Volgens Timmermans is dat een kritieke grens waarboven onomkeerbare kantelpunten zullen leiden tot een onleefbare wereld – het is een wetenschappelijk onhoudbare stelling maar dat laten we maar even rusten. En om onder die 1,5 graad te blijven, mogen er vanaf 2050 wereldwijd geen CO2 en andere broeikasgassen meer worden uitgestoten. Dat laatste is, met wat goede wil, wel wetenschappelijk verdedigbaar.
Leuk of niet, de kans dat de mondiale opwarming beperkt zal kunnen blijven tot 1,5 graad is nul komma nul. Op dit moment bedraagt de opwarming al rond de 1,2 graad en als de huidige mondiale temperatuurtrend zich doorzet zal de grens van 1,5 graad ergens tussen 2030 en 2035 worden overschreden.
Het is uitgesloten dat die trend voor die tijd zal ombuigen. De grote uitstoters China en India hebben weliswaar toegezegd hun uitstoot op termijn naar nul terug te brengen, maar dat zal pas laat in deze eeuw effect sorteren.
Op grond van bestaande toezeggingen is de verwachting dat wereldwijde klimaatneutraliteit pas tegen het einde van de eeuw zal worden bereikt en moeten we rekening houden met een mondiale opwarming van tussen de 2 en 3 graden Celsius in plaats van de 1,5 graad waar de Green Deal van uit gaat. De 1,5 graad is een gepasseerd station, daarover bestaat binnen de mainstream klimaatwetenschap geen enkele twijfel. Het kerndoel van de Green Deal, de 1,5 graad, is dus pure fictie en zet het hele plan op losse schroeven.
Dat geldt in het bijzonder voor het afgeleide doel van de Green Deal dat rechtstreeks is gekoppeld aan de 1,5 graad: klimaatneutraliteit in 2050. De EU kan natuurlijk nog steeds streven de uitstoot van broeikasgassen op haar eigen grondgebied in de loop naar 2050 uit te faseren en zodoende ‘het eerste klimaatneutrale continent in de wereld’ worden, maar het is louter symbolisch. Het zal ook geen noemenswaardig effect op de mondiale opwarming hebben, daarvoor is de bijdrage van de EU aan de mondiale uitstoot eenvoudigweg te gering (minder dan 8 procent).
Het streven van de EU naar klimaatneutraliteit in 2050 is niet alleen symbolisch, het maakt ook geen schijn van kans. Dat heeft alles te maken met de enorme omvang van die opgave en de vliegende haast waarmee de EU die opgave wil doorvoeren.
Beleidsmakers blijken gevoelig voor apocalyptische boodschappen
Binnen 25 jaar moet de huidige fossiele economie compleet worden omgebouwd naar een economie gebaseerd op hernieuwbare energie met een technologie die voor een groot gedeelte nog moet worden uitgevonden en ontwikkeld. Dat is puur wensdenken van ideologisch bevlogen bureaucraten in een airconditioned regeringsgebouw die nog nooit van hun leven een lekke fietsband hebben geplakt.
De vraag die eigenlijk gesteld zou moeten worden is hoe het toch komt dat de EU met haar Green Deal zo’n extreme, wereldvreemde positie heeft ingenomen. Daar is veel over te zeggen maar twee zaken springen eruit.
Allereerst: EU-politici en beleidsmakers blijken, om wat voor redenen dan ook, zeer gevoelig voor de apocalyptische boodschappen van de alarmistische klimaatbeweging. Veelzeggend was de aanwezigheid van de Zweedse tienerziener en klimaatactivist Greta Thunberg (‘het huis staat in brand’) als eregast bij de officiële presentatie van de Green Deal in het Europese Parlement voorjaar 2020.
Brussel verlangt naar een grotere rol op het wereldtoneel
De EU-politici en beleidsmakers geloven oprecht dat de mensheid door de opwarming van de aarde in een existentiële crisis verkeert. Om de ernst te onderstrepen riep het Europese Parlement eind 2019 een ‘klimaatnoodtoestand’ uit. In de woorden van Timmermans ‘staat het lot van de mensheid op het spel’ en, in een meer recente variant, ‘loopt de eigen soort gevaar’. Het is vijf over twaalf en alleen met radicale en onmiddellijke maatregelen valt het tij nog (gedeeltelijk) te keren. In die ‘mindset’ spelen feiten, gezond verstand, realiteitszin en praktische uitvoerbaarheid een ondergeschikte rol.
Wat daarnaast meespeelt is het verlangen van de Brusselse politieke en bestuurlijke elite naar een grotere rol in de geopolitiek. Het klimaat biedt daarvoor een uitgelezen kans en misschien ligt zelfs een Europees klimaatleiderschap in het verschiet. Het duo Von der Leyen/Timmermans heeft die ambitie nooit onder stoelen of banken gestoken.
Maar zo’n klimaatleiderschap is alleen maar geloofwaardig als Europa zelf het voortouw neemt met een eigen ambitieus klimaatbeleid als inspirerend voorbeeld voor de rest van de wereld. Hoe ambitieuzer, hoe geloofwaardiger.
Met de Green Deal is dat uitstekend gelukt, het is zonder enige twijfel het meest radicale klimaatbeleid van alle grote westerse landen, met uitzondering misschien van het Verenigd Koninkrijk dat dezelfde onhaalbare klimaatdoelen nastreeft (en ook het wereldleiderschap) onder de naam Net Zero.
Wat nu dreigt is een Europese alleingang. Europa gaat, overtuigd van zijn eigen gelijk en nobele bedoelingen, in zijn eentje onverdroten voort op weg naar een symbolische klimaatneutraliteit in 2050, terwijl in de rest van de wereld die toestand pas tegen het eind van de eeuw zal worden bereikt.
De gevolgen van zo’n Europese alleingang zijn voorspelbaar en allesbehalve symbolisch: verder internationaal isolement, afnemende energiezekerheid, uit de pan rijzende energiekosten, uitdijende bureaucratie, toenemende inflatie, afnemend verdienvermogen, krimpende en naar elders vertrekkende industrie, en per saldo een lager welvaartsniveau.
Timmermans moet klare wijn schenken over kernenergie
Zover zal het waarschijnlijk niet komen. Vroeg of laat zal de wal het schip wel keren en de ratio het winnen van de emotie. De voortekenen daarvan zien we al in het Verenigd Koninkrijk, waar, in het zicht van de parlementsverkiezingen volgend jaar, de eerste barstjes in het Net Zero-bolwerk zijn verschenen.
Premier Rishi Sunak heeft onlangs ruim baan gegeven aan de olie- en gasmaatschappijen voor de verdere offshore exploratie en exploitatie van olie en gas in het Verenigd Koninkrijk met als argument energiezekerheid. En niemand minder dan Tony Blair, de oud-premier van het Verenigd Koninkrijk, heeft gewaarschuwd voor de vele negatieve gevolgen die het blind najagen van Net Zero heeft op gewone burgers.
Hoewel Timmermans’ lezing zal gaan over het Europese klimaatbeleid is er één actueel nationaal onderwerp waar hij niet omheen zal kunnen en waarover hij klare wijn zal moeten schenken: het aandeel van kernenergie in de energiemix van de toekomst.
De keuze is duidelijk. Wordt het voornamelijk weersafhankelijke hernieuwbare energie (wind en zon) met een klein beetje kernenergie, of voornamelijk kernenergie met een klein beetje hernieuwbare energie, of wordt het fifty-fifty. Het is een politieke keuze die in de komende kabinetsperiode zal moeten worden gemaakt.
Er is behoefte aan praktisch uitvoerbare doelen met realistische tijdpaden
Het huidige beleid van het kabinet-Rutte IV gaat uit van overwegend weersafhankelijke energie en een beetje kernenergie. Tot nu toe hebben zowel GroenLinks als de PvdA zich onverzoenlijk opgesteld tegenover de toepassing van kernenergie, daarbij gesteund door de activistische klimaat- en milieubeweging. Zal Timmermans dat dogmatische kernenergie standpunt overnemen? Zo ja, dan zal hem dat de nodige stemmen kosten en zijn kansen op het premierschap navenant verkleinen.
Dankzij de Herzberglezing van Timmermans aan het begin van de verkiezingscampagne zal ‘klimaat’ meer dan voorheen een vaste en prominente plaats krijgen in de verkiezingsdebatten, naast ‘asiel’, ‘stikstof’, ‘bestuurscultuur’ en ‘armoede’.
Gehoopt mag worden dat Timmermans’ klimaatvisie en de daaropvolgende reacties zullen bijdragen aan een meer realistisch Nederlands (en Europees) klimaatbeleid. Minder ideologisch gedreven, meer geopolitieke realiteitszin, minder missiedrang, meer praktisch uitvoerbare doelen met realistische tijdpaden, meer nadruk op klimaat adaptatie en meer samenwerking met niet-westerse landen. Om maar iets te noemen.
Jacques Hagoort schrijft voor Wynia’s Week over energiebeleid.
Wynia’s Week houdt de merkwaardige bewegingen van het Nederlandse klimaat- en energiebeleid scherp in de gaten. Wilt u deze broodnodige berichtgeving als donateur mede mogelijk maken? Heel graag! Hartelijk dank!