Frankrijk verwildert. Het valt niet meer te negeren.

a20210316my-03-fn210315alisha01
De veertienjarige Alisha werd in maart door 15-jarige klasgenoten zwaar mishandeld en in de Seine gegooid, waar ze verdronk.

Onveiligheid is meer dan een gevoel, ook in Frankrijk. Het thema werpt zijn schaduw over de presidentsverkiezingen van volgend jaar. Het geweld neemt schrikbarend toe. Kleis Jager bericht uit Parijs.

Paul Voise werd op 18 april 2002 in Orléans thuis overvallen en in elkaar geslagen omdat hij geen geld bleek te hebben. De twee inbrekers staken daarna ook de woning van de 72-jarige alleenstaande in brand. De zaak ‘Opa Voise’ kreeg veel aandacht. Zijn gehavende gelaat met droeve oogopslag – vaak met de zwart geblakerde resten van zijn huisje op de achtergrond – was overal te zien.

Voise was zoveel in beeld, legden velen later uit, dat zijn lot grote invloed had op de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van drie dagen later. Jean-Marie Le Pen kwalificeerde zich voor de finale, ten koste van de toenmalige socialistische premier Lionel Jospin.

Le Pen verloor twee weken later ruim van Jacques Chirac, maar de schrik was groot. Dit was een wake up-call: het mocht nooit meer gebeuren en ook de media moesten hun verantwoordelijkheid nemen. Want als zij het niet zo hadden overdreven met een fait divers, zo klonk het, dan was het Le Pen nooit gelukt.

Onmachtige autoriteiten

Nu was de nederlaag van Jospin vooral te danken aan zijn kiezers die hem in de steek hadden gelaten. Ze kwamen in veel gevallen niet opdagen omdat ze hem te gematigd vonden. En was het ook erg druk op links, Jospin had maar liefst vier concurrenten.

Toch speelde criminaliteit duidelijk een rol in 2002. Tijdens de hele campagne had Jospin zich verdedigd tegen de aantijging dat hij een softie was. Hij ging diep door het stof. ‘Ik heb ten onrechte gedacht’, verklaarde hij in een TV-interview, ‘dat als de werkloosheid daalt, ook de misdaad minder wordt. Dat was een vergissing.’

Jospin begreep dus – ook al was het te laat – dat Opa Voise geen fait divers, geen incident was, maar een symptoom van een zorgwekkende ontwikkeling. De criminaliteit nam toe en droeg een jaar eerder bij aan het verlies van Jospins partij bij gemeenteraadsverkiezingen.

Nu, met nog een jaar te gaan, lijkt de kans groot dat onveiligheid een groot thema wordt. De onvrede over misdaad en de onmacht die de autoriteiten demonstreren bij de bestrijding ervan is er zeker niet minder op geworden. Volgens een peiling van Ipsos voor het blad Le Point vertrouwt 45 procent van de kiezers de criminaliteit toe aan Marine Le Pen, maar 17 procent laat het liever aan Macron over.

Er zijn meer sprekende cijfers. Zeven op de tien Fransen denkt volgens opinieonderzoeker Ifop dat de misdaad de laatste tijd is toegenomen, bijna 50 procent zegt zelfs dat het sterk is toegenomen. Volgens het ministerie van binnenlandse zaken geldt dit niet voor diefstal en inbraken, maar schiet de statistiek van de ergste vorm van criminaliteit – het geweld tegen personen – wel omhoog. In 2019 noteerde binnenlandse zaken bijvoorbeeld een toename van het aantal moorden (+ 9 procent), geweldsmisdrijven (+ 8 procent), oplichting (+11 procent) en seksueel geweld (+12 procent).

Steeds jonger

De prominente criminoloog Alain Bauer presenteerde dit jaar een studie waaruit blijkt dat het aantal moorden en pogingen tot moord (4 472 in 2020) met 91 % is gestegen ten opzichte van twintig jaar geleden. In 2000 werden 2 338 slachtoffers geregistreerd.

Daders en slachtoffers lijken bovendien steeds jonger, zoals het meisje Alisha (14). Alisha werd in maart door twee klasgenoten in de val gelokt onder een viaduct bij de Parijse voorstad Argenteuil en zwaar mishandeld – ze schopten tegen haar hoofd toen zij op de grond lag. Vervolgens gooiden zij haar in de Seine.  Een maand eerder kwam Lilibelle Galazzo, ook nog maar veertien, om door messteken in Saint-Chéron, 50 kilometer onder Parijs. Het gebeurde toen zij tussenbeide kwam in een gevecht tussen jongens van haar school en die van een ander collège, de Franse middenschool.

Coma

In de 1300 buurten die zijn geïdentificeerd als problematisch, is de politie een permanent doelwit geworden van aanvallen met vuurwerkbommen. Volgens het ONDRP (Observatoire national de la délinquance et des réponses pénales), raken elke dag dertig politiemensen licht tot zwaargewond en ook de brandweer kan in sommige buurten op een regen van stenen rekenen.

Nieuw is dat zo’n ontvangst niet langer een specialiteit is van de banlieue rond Parijs of Lyon. Vorige maand werd de politieook op de korrel genomen in plaatsen als Blois, Verdun, Oyonnax en Alençon. Alle provinciesteden hebben inmiddels hun eigen quartier sensible, zoals dat wordt genoemd.

Te lakse reactie

Het probleem is dus omvangrijk, het antwoord onder de maat volgens een grote meerderheid van de bevolking. In maart onderschreef 81 procent de stelling dat de Franse justitie te laks is: daders gaan, meent men, te vaak vrijuit. Of ze krijgen te weinig of helemaal geen straf.

Neem bijvoorbeeld het geval van de draaideurcrimineel Anes Saïd Khebbeb. Op zaterdag 27 februari sloeg Khebbeb (21) in zijn woonplaats Reims de fotograaf Christian Lantenois – die voor de lokale krant L’Union juist een reportage maakte over bendegeweld – bijna dood. Lantenois werd in een kunstmatige coma gebracht waar hij vier weken later uit ontwaakte.

Het onbegrip was groot toen bleek dat Khebbeb illegaal in het land verblijft en tussen 2018 en 2019 acht keer was veroordeeld. Hij heeft zich nooit zorgen hoeven maken over een uitzetting of gevangenisstraf, want Frankrijk heeft een cellentekort.

Rituele moord

Deze maand zullen twee andere veelbesproken affaires bij veel Fransen de indruk hebben versterkt dat het strafrecht er vooral is om daders te beschermen. De Hoge Raad bepaalde dat de moordenaar van de Joodse Sarah Halimi niet voor de rechter zal komen. Halimi werd in 2017 in Parijs door haar Malinese buurman gemarteld en uiteindelijk uit het raam gegooid.

De dader – Kobili Traoré, van Malinese origine – zou ontoerekeningsvatbaar zijn geweest en kan daarom niet worden berecht. Een schokkend besluit, omdat de ‘acute psychose’ waar Traoré (27) aan leed, was veroorzaakt door excessief blowen, een gewoonte waar niemand hem toe heeft gedwongen. Daarom geldt rijden onder invloed van alcohol of drugs bij een verkeersongeluk juist als een verzwarende omstandigheid.

De moord lijkt daarbij niet erg op die van een ‘gek’ die een willekeurig slachtoffer koos. De daad van Traoré (27) – die een salafistische moskee in zijn buurt bezocht – was in lijn met de soera’s uit de Koran die hij luidkeels citeerde – de buren namen alles op – voor hij Halimi uit het raam duwde.

‘De moordenaar had het doorsnee profiel van een islamistische crimineel’, volgens de advocaat van een van de nabestanden. ‘Zijn baap heeft zijn Jodenhaat, die alom aanwezig is in het islamistische fundamentalisme, alleen maar tot ontbranding gebracht.’

De tweede affaire was die van Viry-Chatillon, zo genoemd naar een gemeente ten zuiden van Parijs aan het begin van de Autoroute du Soleil. Hier deed een groep van zestien ‘jongeren’ een poging om twee agenten levend in hun auto te verbranden. Ze braken de ramen van het voertuig met een baksteen en gooiden molotov-cocktails naar binnen.

Het duo had de opdracht een camera te bewaken die bij een kruispunt was geplaatst waar veel overvallen plaatsvonden. Het commando dat hen wilde doden, wilde de camera vernietigen. De agenten overleefden het maar net.

Maar omdat alle daders zwarte kleding en bivakmutsen droegen waren zij moeilijk te identificeren, in sommige gevallen lukte dat helemaal niet. Uiteindelijk werden acht van de dertien verdachten vrijgesproken.

Verwildering

In deze context sprak minister van binnenlandse zaken Gérald Darmanin eerder van de verwildering van de samenleving. De verontwaardiging was groot. Want verwildering – ensauvagement zei Darmanin – was volgens veel media en politici een racistische term die altijd door extreemrechts is gebruikt om onbeschaafde immigranten te onderscheiden van autochtonen.

Maar 70 procent van de Fransen vindt dat ‘verwildering’ een adequate beschrijving is van de toestand van het land. Wie dit gegeven op zich in laat werken, begrijpt beter waarom links afstevent op een nieuw electoraal dieptepunt in april volgend jaar. Alle linkse partijen samen – de socialisten, de groenen, radicaal-links, de communisten en de trotskisten – zouden nu goed voor zijn 28 procent van de stemmen.

Macron: meer politie

Links is niet in staat of niet bereid om zijn ideologische software, die misdaad verklaart uit ongelijkheid, nog op tijd te vervangen. Maar president Macron daarentegen doet er alles aan om zijn achterstand op veiligheidsgebied ten opzichte van Le Pen goed te maken.

Deze week verklaarde het staatshoofd veiligheid tot topprioriteit in een interview met de rechtse krant Le Figaro. Daarna bracht hij een bezoek aan een achterstandsbuurt in Montpellier. Zijn voorstel: meer blauw op straat (10.000 agenten en gendarmes erbij) en een gevangenisplan voor 15.000 extra cellen. Of dit klassieke recept overtuigt, is allerminst zeker. Dat hij op justitie vorig jaar zomer de meest succesvolle strafpleiter van het land heeft benoemd – Éric Dupond-Moretti – lijkt opeens niet zo’n goed idee meer. Zijn bijnaam luidt Acquitator, de grote vrijspreker.

Wynia’s Week bericht onafhankelijk en onbevangen over Nederland, maar ook uit de buurlanden. Steunt u deze broodnodige, ongebonden journalistiek? U kunt HIER donateur worden van Wynia’s Week. Hartelijk dank!