Er staat een cordon sanitaire rond de migratiewetenschap
Hoe je het ook noemt: binnen enkele decennia is de bevolking van een land als Nederland door grootscheepse immigratie sterk veranderd, schreef Arie Graafland in een vorig artikel. Maar wie wil dat? En waarom? En waarom mogen migratie en de gevolgen niet worden onderzocht?
Renaud Camus is een omstreden Franse schrijver die de term ‘omvolking’ (remplacement) heeft bedacht: het vervangen van de Europese bevolking door Afrikanen, en in mindere mate door Aziaten. Immigratie is volgens hem verworden tot een invasie, een tsunami aan immigranten, een alles overspoelende golf aan etnische vervanging. Er is geen samenleven in Frankrijk (geen vivre ensemble) er is alleen een permanente agressie, slachtingen en terrorisme.
Sociologen kijken weg
Camus beschrijft hoe de sociale wetenschappen het hebben laten afweten als het over immigratie gaat. Wetenschappen als sociologie, demografie en de bijbehorende statistische analyse die de subjectieve meningen moeten weerleggen, hebben niets aan het fenomeen gedaan. Lange tijd hebben sociologen ons wijsgemaakt dat er geen relatie was tussen immigratie en de toename van criminaliteit.
Onveiligheid werd afgedaan als een perceptieprobleem. Als een soort verkeerde impressie van de werkelijkheid, en als het dan toch niet langer te ontkennen was, werden we beschuldigd van racisme. De sociale wetenschappen in Frankrijk hebben ons nooit gewaarschuwd voor deze etnische verandering, maar in feite altijd ontkend dat die aan de gang was. Met andere woorden: Camus heeft geen goed woord over voor de sociale wetenschappen.
Europa is verloren voor de Europeanen zo zegt Camus, het wordt gewoon een nieuw soort Afrika, geplaagd door dezelfde problemen als in Afrika. Vanzelfsprekend werd hij hierop aangevallen, want met de huidige immigratie is er geen sprake van kolonisatie, er is geen onderwerping van de bevolking, er is geen militaire of ‘politionele actie’ vereist zoals in Indonesië.
Camus’ redenering luidt, dat de huidige Afrikaanse ‘kolonisatie’ van Europa over een demografische verandering gaat, en niet over alle misdaden die ongetwijfeld door Europa in de koloniale tijd plaats hebben gevonden. En die Camus ook niet ontkent.
De kolonisatie door het Westen was vooral militair, administratief, politiek, cultureel en economisch. Het verschil met nu is de enorme instroom aan mensen. Nederland koloniseerde Indonesië, maar de Nederlanders gingen er niet massaal wonen.
Hoe staat het met het Nederlandse migratieonderzoek?
Ik ben niet bij alle faculteiten langs geweest om te controleren wat ze precies doen. Kennis over de verschillende curricula heb ik niet. En het kan best zijn, zoals PVV-Kamerlid Harm Beertema zegt, dat alle sociale faculteiten links zijn in Nederland. Dat betekent dan dat ze politiek links zijn, net als in Amerika, maar dat zegt nog weinig tot niets over de kwaliteit van hun onderzoek.
Het wordt pas echt rampzalig als politiek links een schild vormt voor slecht uitgevoerd ideologisch onderzoek. Of onderzoek dat niet gedaan wordt omdat het ‘maatschappelijk gevoelig’ ligt. Je kunt natuurlijk zoals de Gemeente Amsterdam al jaren doet, blijven volhouden dat migratie van alle tijden is en de historicus Leo Lukassen weer eens een ‘onderzoek’ laten doen, maar het is niet veel meer dan een ideologisch zoethoudertje.
Het rapport-Van de Beek werd weggestopt
Wat opvallend is hoe de academische wereld reageerde op onderzoek dat kennelijk buiten de geëigende kaders valt. Dat overkwam een uitgebreid rapport over immigratie van Jan van de Beek c.s. De faculteit Economie van de UvA die academische gastvrijheid had verleend schoot in een stuip, wilde zich wel en niet committeren en reageerde vooral afwijzend.
In plaats van een congres te organiseren over het rapport met andere disciplines dan demografie, en Van de Beek’s onderzoeksgroep te faciliteren vervolgonderzoek te doen, kreeg je deze benepen reactie. Er is dus duidelijk iets mis. Misschien heeft Beertema gelijk.
Het rapport Grenzeloze Verzorgingsstaat, De gevolgen van immigratie voor de overheidsfinanciën (Jan van de Beek, Hans Rodenburg, Joop Hartog en Gerrit Kreffer) noemt de huidige immigratie de Derde Demografische Transitie, het laat het relatieve aandeel zien van de bevolking met een migratieachtergrond. Door een lage autochtone vruchtbaarheid en hoge migratie neemt het aandeel ‘niet Westers’ toe. Hoewel de beleidsrelevantie hoog is, wagen de meeste politici – evenmin als die in de meeste andere landen van de Europese Unie – zich niet aan maatregelen om dit te reguleren.
Onze zorg, pensioenen en uitkeringen: onhoudbaar
Terecht merkt het rapport van Van de Beek cs op, dat dit samenhangt met de Europese regelgeving en het VN Vluchtelingenverdrag, Nederland kan geen eigen beleid voeren op dit punt. Maar Nederland heeft wel een eigen begroting. Indien de migratie qua omvang en kostenbatenstructuur blijft op het niveau van 2015-2019 dan zal het jaarlijkse beslag op de begroting geleidelijk toenemen van 17 miljard euro in 2016 tot ongeveer 50 miljard euro per jaar op langere termijn.
Dat is een verdrievoudiging die de verzorgingsstaat hoogstwaarschijnlijk niet zal overleven, zo merkt het rapport terecht op. Op dit moment betekent het een relatieve afbouw van de verzorgingsstaat. Dat lijkt toch op zijn minst een congres waard, maar nee, het thema wordt politiek te ontvlambaar gevonden. Reden te meer voor de sociale wetenschappen om er bovenop te zitten, zou je zeggen.
Het Van de Beek-rapport laat zien hoe het opleidingsniveau bepalend is voor de citoscores en het school- en arbeidsmarktsucces. De hoogte van de citoscore hangt samen met de nettobijdrage van de persoon op de arbeidsmarkt. (Nettobijdrage betekent baten verminderd met kosten). En die score telt zwaar mee zoals blijkt.
De citoscores van opeenvolgende generaties hangen vaak samen. Met iedere generatie is er wat vooruitgang en worden de verschillen met de autochtone groep kleiner. De al te makkelijke redenering dat het uiteindelijk wel goed komt gaat overigens niet op, indien immigratie bij de eerste generatie een fors negatief budgettair effect heeft, zullen volgende generaties die kosten in de praktijk zelden goed maken. Migratie voor arbeid en studie uit de meeste westerse landen en sommige Oost Aziatische landen geeft een positieve uitkomst. Alle andere zijn op zijn minst budget neutraal of negatief.
De illusie van migratie tegen vergrijzing
Het veelgehoorde ‘immigratie als oplossing voor de vergrijzing’ blijkt geen stand te houden. Als men het percentage 65-plussers constant wil houden met de immigratie groeit de Nederlandse bevolking extreem snel naar ongeveer 75 miljoen eind deze eeuw. Immigratie lost dit niet op.
De enige oplossing voor minder vergrijzing is toename van het geboortecijfer. Dat is nu 1,7 en wat we nodig hebben, het zogenaamde vervangingsniveau, is 2,1 kind. En dat halen we niet meer in de westerse maatschappij.
Immigratie door onder presterende Afrikanen en Aziaten
Alleen grote aantallen bovengemiddeld presterende immigranten zouden hier soelaas kunnen bieden. Maar het tegenovergestelde is het geval, de meeste immigranten met een negatieve nettobijdrage zijn de asielzoekers uit Afrika en het Midden-Oosten. Pakistan, Caribisch gebied, Turkije en Afrika zijn negatief, Marokko, Soedan en de Hoorn van Afrika hebben een nog hoger negatief saldo.
Dat is niet zo verrassend, want de schoolprestaties en citoscores zijn in deze landen lager. Gezinsmigratie kost de schatkist gemiddeld vijf ton per immigrant. En de bevolkingstoename in Afrika en het Midden-Oosten gaat door. Recente cijfers van de VN-bevolkingsprognose laat zien dat de totale bevolking zal toenemen van 1,6 miljard nu tot 4,7 miljard aan het einde van deze eeuw.
Maar er is meer aan de hand dan demografie en economie, hoe belangrijk het ook is. Er bestaat ook nog zoiets als terrorisme.
Mag het boek van Renaud Camus controversieel zijn, en het rapport van Jan van de Beek genegeerd worden door academia, een ander boek dat ik hier bespreek lijkt me minstens even ontvlambaar.
In 2003 schreef de Duitse wetenschapper Gunnar Heinsohn van de Universiteit van Bremen een boek dat het terrorisme demografisch verklaart. Heinsohn, inmiddels emeritus, gaf jarenlang leiding aan een Europees Instituut voor Volkerenmoord. Hij studeerde een drietal richtingen als sociologie, economie en godsdienstwetenschappen. Zijn boek Söhne und Weltmacht werd in het Nederlands vertaald als Zonen grijpen de wereldmacht.
Om een jonge en dus strijdbare bevolking te krijgen, zoals Nederland die van de 17e tot de 19e eeuw daadwerkelijk kende, moeten meerdere generaties achter elkaar een zogeheten youth bulge produceren, zo schrijft Heinsohn. Van zo’n uitstulping van de bevolkingspiramide is sprake als minstens dertig procent van de mannelijke bevolking behoort tot de leeftijdscategorie 15- tot 29-jarigen.
De weerbare mannen zitten nu elders…
Maar hoe is dat in Europa gegaan? In 1500 kwamen honderd van de duizend weerbare mannen in de wereld uit Europa. In 1914 waren driehonderdvijftig van de duizend weerbare mannen in de wereld blank. Ook dankzij hun economische superioriteit konden ze zonder al te veel moeite het grootste deel van de wereld onderwerpen, uitmoorden en bezetten.
Hun leraren en priesters gaven hun zegen aan de veroveringszucht alsof het een biologische noodzaak was. Als een eindeloze Mongoolse horde maakten de overtollige zonen van het Avondland zich meester van negentiende deel van de aarde. Destijds hoefden de Europeanen alleen elkaar te vrezen, aldus Heinsohn.
In Afghanistan, bijvoorbeeld
Als een vader drie of vier zonen heeft in bijvoorbeeld Afghanistan, zorgt dat al voor veel spanningen binnen het gezin. Een op de drie, soms een op de twee lukt het een eigen bestaan op te bouwen. De oudste zoon is de enige die meestal gevrijwaard is van deze oplossingen, hij is de opvolger van de vader. De overtollige zonen bewandelen de volgende zes wegen zo blijkt uit Heinsohn ’s onderzoek, de eerste is emigratie, de tweede criminaliteit, de derde uitweg is een staatsgreep. De vierde oplossing is burgeroorlog of revolutie. De vijfde weg is het aanzetten tot volkerenmoord of verdrijving van minderheden. De zesde weg is gewelddadige kolonisatie om ambities elders waar te kunnen maken. De bovenlaag is overigens geneigd de jonge lastpakken te elimineren door zelfs op lichte vergrijpen de doodstraf te zetten.
In Afghanistan ligt het gemiddelde kindertal nu vier keer zo hoog als in bijvoorbeeld Tunesië, en die voorsprong bestaat nog steeds. Als gevolg van de aanhoudende youth bulges maakte het land vanaf de communistische machtsgreep in 1978 een hele reeks burgeroorlogen door. Een kleine twee miljoen mensen verloren hun leven en vijf miljoen mensen sloegen op de vlucht.
De Amerikaanse angst
De grote angst van de Verenigde Staten is nu dat er tegenover de Amerikaanse jongens (dertig miljoen onder de vijftien jaar), die niet alleen vaak enige zoon zijn, maar ook zijn opgegroeid met het idee van vriendschap tussen de volkeren, 25 keer zoveel zonen in de derde wereld staan. Voor zover ze niet kunnen emigreren, zullen ze hun geboorteland destabiliseren, omdat ze er geen bestaan kunnen opbouwen. Ze leven in meer dan honderd landen.
Irak was een van de vele voorbeelden van het nieuwe type geopolitieke tegenstander dat ondanks massale verliezen steeds meer jonge mannen in de strijd kon werpen. Het Amerikaanse leger ziet de ‘youth bulge’ als gevaar nummer een. Derdewereldlanden kunnen miljoenen jonge mannen in de strijd werpen die als tweede of zelfs vierde zoon thuis niet echt nodig zijn, en voor wie het heldendom een reële kans lijkt om iets van betekenis te doen.
Agressieve nieuwkomers
Heinsohn toont aan dat ‘overtollige’ jonge mannen nagenoeg altijd een gewelddadige expansiedrift tonen waardoor imperia worden geschapen en vernietigd. Want hoe was het ook alweer met Renaud Camus? Camus’ vervanging is niet zo neutraal als het mag lijken, we ‘vervangen lammeren door wolven’, zo schrijft hij, ‘we worden vervangen door agressieve nieuwkomers, jonger, veel talrijker, en wat testosteron betreft veruit superieur’. Deze agressie wordt niet veroorzaakt door overbevolking en gebrek aan bestaansmiddelen en grond. De oorzaak moet veeleer worden gezocht bij jonge mannen die voldoende voedsel en opleidingsmogelijkheden hebben, maar voor wie in eigen land geen passend werk is.
Van de 900 miljoen jonge mannen uit de derde wereld zullen er de komende vijftien jaar 300 miljoen hun ambities buiten hun geboorteland moeten waarmaken. Heinsohn ‘s boek is van 2003, dus daar zitten we nu middenin. In de Verenigde Staten beschouwt men deze 300 miljoen als de hoofdvijand van de nabije toekomst. Maar dankzij de teruglopende groei van de wereldbevolking kan men de periode 2020-2025 met wat meer optimisme tegemoetzien.
Armoede en voedselgebrek brengen geen terroristen voort. Gedood wordt er voor status en macht. Honger hangt ook niet onvermijdelijk samen met de groei van de wereldbevolking, maar is het gevolg van gebrekkige economische systemen. Strategen hebben vooral aandacht voor de conflicten en oorlogen die kunnen uitbreken wanneer de honger eenmaal verdwenen is. De algemeen gangbare hoop dat met de honger ook de oorlogen worden uitgebannen, is een sympathieke maar ook naïeve illusie, aldus Heinsohn.
In Amerika is sowieso het merendeel van de sociale wetenschappers links. Dat hoeft geen probleem te zijn, zolang hun onderzoek valide is en dat mogelijkheden biedt voor replicatie. Maar waarom reageert de UvA dan zo benepen op het onderzoek van de Grenzeloze Verzorgingsstaat? En waarom zie ik niets over het onderzoek van Gunnar Heinsohn?
Cordon van links
Dat Heinsohn de hoop dat met honger ook de oorlogen uitgebannen worden een sympathieke illusie noemt, maakt hem niet populair bij links. Maar dat mag natuurlijk nooit een reden zijn om dergelijk onderzoek te negeren, net zomin als je het rapport van Jan van Beek niet kunt negeren.
Het heeft er alle schijn van dat politiek links een schild vormt om wat er aan de universiteiten, in de politiek en in het publieke debat aan de orde mag komen. En wat niet. Dat is niet alleen een risico voor debat en onderzoek, maar remt ook de mogelijkheden om in te spelen op de risico’s van immigratie.
We vallen u er zo weinig mogelijk mee lastig. Maar het is natuurlijk wel waar: Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de donateurs. Mogen we u noteren? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!