Er komt nu een einde aan Mark Rutte, de premier van links
Op vrijdagavond 7 juli 2023 besloten de ministers van het vierde kabinet-Rutte om ermee op te houden. Dat besluit kan van verregaande betekenis blijken. VVD-leider Mark Rutte, bijna dertien jaar premier, regeerde de laatste tien jaar immers over links.
Rutte’s VVD, gesteund door Nederlanders die zich eerder als rechts of als centrumrechts zien, maakte overwegend links beleid mogelijk. De ergernis daarover binnen de VVD leidde in ieder geval mede tot de kabinetsval. En de kabinetsval zal er onherroepelijk toe moeten leiden dat er nu echt centrumrechts beleid gevoerd wordt in Den Haag. Met of zonder Mark Rutte.
Tien jaar Rutte-partijen
De Rutte-kabinetten werden na de val van het eerste kabinet-Rutte in het voorjaar van 2010 feitelijk gesteund door steeds dezelfde brede coalitie van coalitie- dan wel gedoogpartijen die tot op heden ook RutteVier op de been hield: VVD, CDA, D66, PvdA, GroenLinks en – op een afstandje – SGP.
De verdienste van Rutte was, dat hij steeds weer die brede steun wist te organiseren. Maar vooral zijn eigen partij – en ook de kiezers van de VVD – betaalden er een hoge prijs voor. Een stem op de VVD was de afgelopen tien jaar in belangrijke mate een verloren stem.
In 2012 ging Rutte nivelleren met de PvdA. Het coalitieprogramma van Mark Rutte en Diederik Samsom werd feitelijk het programma van de VVD. Zo ook in 2017: het regeerakkoord van Rutte met D66 en CDA werd niet alleen de lijn waar de VVD-fractie in de Tweede Kamer en de VVD-bewindslieden zich aan te houden hadden, maar werd in wezen het basisprogramma van de VVD.
Dat werd nog sterker bij het aantreden van het nu afgetreden kabinet RutteVier: het coalitieakkoord leek wel overgeschreven uit het D66-programma, maar de VVD voegde zich braaf naar wat Sigrid Kaag na negen maanden onderhandelen aan Mark Rutte had gedicteerd, in ruil voor het faciliteren van zijn premierschap.
Stadse hypes regeren
Zo werden de Rutte-kabinetten in de loop van de afgelopen tien jaar steeds meer kabinetten die zich voegden naar de agenda van een relatief kleine, hippe, urbane, kosmopolitische en eurofiele elite die in de ban is van duurzaamheid, diversiteit en woke.
Die agenda is bij gelegenheid nog eerder GroenLinks dan D66. Want D66 is GroenLinks gaan kopiëren in een – althans bij de Kamerverkiezingen van 2021 – succesvolle poging die partij leeg te eten. Echter: zo regeerde Jesse Klaver van GroenLinks de afgelopen een stevig potje mee, ook al omdat Rutte niet alleen voor het regeren, maar ook voor het gedogen een beroep deed op links: was het niet GroenLinks en D66, dan was het wel GroenLinks en PvdA.
Rutte de premier van GroenLinks
In de binnenkamers van GroenLinks werd het vierde kabinet-Rutte dan ook als een kabinet ‘van ons’ beschouwd. Rutte hielp met de rechtse dan wel centrumrechtse kiezer links aan de macht.
Het meest navrant werkte dat bij het klimaatbeleid, dat onder RutteDrie en RutteVier Nederland tot ‘klimaatkoploper’ van Europa – en dus van de wereld – moest maken. Van de partijen die in 2017 aantraden in de coalitie van RutteDrie had alleen D66 dat in het verkiezingsprogramma staan.
Bij de verkiezingen had het geen rol gespeeld, maar na eindeloos formeren bleken CDA en VVD in 2017 akkoord te zijn gegaan met het klimaatprogramma van D66. Het is ook een mooi voorbeeld van de overbodigheid en stuurloosheid van het CDA. Want bij die formatie ging CDA-leider Sybrand van Haersma Buma – verder niet de meest linkse leider bij het CDA – ook tot verbazing van Rutte akkoord met het hemelbestormende en peperdure – maar geenszins kosteneffectieve – klimaatprogramma van D66. Waarna Rutte niet Rutte zou heten om daar weliswaar verbaasd over te zijn, maar er wel mee in te stemmen.
Zo werd niet alleen D66 in lijn van GroenLinks, maar werden ook CDA en VVD via D66 dragers van de gedachte dat Nederland een radicaal en kostbaar klimaatgidsland diende te worden. Ze verkochten het onder het motto dat het veel banen zou opleveren, terwijl slechts vaststaat dat het de burgers van Nederland op hoge kosten jaagt.
Gedicteerd door actiegroepen
Het is nog erger. Dat klimaatbeleid werd in wezen gedicteerd door actiegroepen als Greenpeace en Milieudefensie, die veel invloed hebben op linkse politieke partijen en door media als betrouwbaar, gezaghebbend en moreel vooraanstaand worden gezien. Maar namens wie spreken zij? Milieudefensie heeft bijvoorbeeld een beperkt aantal leden en wordt grotendeels gefinancierd door Haagse ministeries en door het gokbedrijf Novamedia (Postcodeloterij).
Dat weerhield GroenLinks en PvdA er niet van om de Klimaatwet van Milieudefensie over te nemen. En die werd vervolgens met behulp van VVD, D66 en CDA onder Rutte de leidende wet voor het klimaatbeleid van Nederland. Zo waren onze manieren in de afgelopen tien jaar Rutte.
Met loterijgeld naar de rechter
Dan nog houdt het niet op, want actiegroepen liepen ook nog met succes naar de rechter om het klimaatbeleid nog verder te verscherpen, zich beroepend op het idiote idee dat zij het ‘algemeen belang zouden’ vertegenwoordigen. Aan die aberratie – een fout in het Burgerlijk Wetboek uit de jaren negentig – deden al die kabinetten-Rutte ook al niets.
VVD-coryfee Johan Remkes stelde het in diverse hoedanigheden al diverse keren vast: Nederland wordt te eenzijdig geregeerd met de denkbeelden uit de binnenkamers van enkele grote steden in de Randstad, waar slechts een beperkt deel van de Nederlanders zich mee verwant voelt. Een derde, wellicht zelfs nog groter deel van de bevolking voelt zich helemaal niet meer gerespecteerd en vertegenwoordigd door wat ‘de politiek’ wordt genoemd.
Dat alles is geen natuurverschijnsel en het is ook geen natuurverschijnsel dat het zo blijft. In de Rutte-jaren is ‘de politiek’ er vandoor gegaan met de stem van de Nederlanders die wel zijn gaan stemmen, maar lang niet allemaal blij zijn met een progressieverig, kosmopolitisch getint regeerprogramma als dat van RutteDrie.
Wilde Nederland dat bijvoorbeeld: 25 miljard voor stikstof en 35 miljard voor klimaat? Wilde Nederland meer, meer, meer Europese Unie, zoals het regeerakkoord van RutteDrie wil? Er is geen enkele aanwijzing voor, integendeel, maar het wordt de Nederlanders wel als een graat door de keel geduwd.
De Rutte-kabinetten verhogen steevast de belastingen – is dat niet plat kiezersbedrog (van zowel VVD als CDA, in dit geval)? Stijgende collectieve lasten zijn in ieder geval geen rechts of centrumrechts, maar links beleid.
De immigratie laten lopen
Rutte heeft, sinds 2017 regerend met CDA, D66 en ChristenUnie, echt helemaal niets, maar dan ook helemaal niets gedaan om grip te krijgen op de record-immigratie (asiel, arbeidsmigratie, studie) naar Nederland die naast veel andere problemen ook al meteen problemen oplevert voor de staatskas, voor huisvesting en infrastructuur. Wat voor beleid is dat?
Dat is, alweer, precies de agenda van GroenLinks. Die partij ziet, wellicht nog meer dan D66, extra immigratie naar Nederland als een bron van verrijking en verbetering – en als de veestapel daarom goeddeels opgeruimd moet worden, des te beter.
Dat is wat de kabinetten-Rutte Nederland de laatste tien jaar gebracht hebben. Echt groot is de VVD er niet mee geworden, maar de status van de grootste partij bij de Tweede Kamerverkiezingen – de basis voor Mark Rutte’s premierschap – kwam tot dusver niet in gevaar. Alleen: een stem op Mark bleek een stem op Diederik. Of op Sigrid. Of zelfs een stem op Jesse.
Die dagen zijn voorbij. De val van dit kabinet op dit moment (vier maanden na voor de coalitie desastreus verlopen Statenverkiezingen) en op dit thema (immigratie, in het bijzonder asiel) is natuurlijk geen natuurverschijnsel, geen ongelukje en geen toeval – wat sussende VVD-bewindslieden daar ook over zeggen.
Opstandjes in de VVD
Na zeventien jaar VVD-leiderschap van Mark Rutte staken vorig jaar actieve VVD-leden dan toch maar de vinger op tegen het dikwijls zoetgevooisde, maar in wezen autoritaire leiderschap van Mark Rutte: eerst tegen het stikstofbeleid dat nooit VVD-beleid was, vervolgens tegen het (ontbrekende) asielbeleid, dat links beleid is.
In 1995 werd de VVD bij de Statenverkiezingen voor het eerst de grootste landelijke partij, toen onder Frits Bolkestein. Zijn belangrijkste thema’s: scherp op immigratie, sceptisch over meer Europa.
Op 15 maart 2023 werden zowel de VVD als D66 en CDA (en anderen) bij de Statenverkiezingen verrast door een monsteroverwinning van een nieuwe partij, de BoerBurgerBeweging, die de teleurgestelde leden en kiezers van VVD en CDA opraapte. In een land waar de regeringspartijen zich doorgaans minder druk maken over de weggelopen kiezers dan over het inpakken en opeten van de nieuwe concurrent, was het geen wonder dat er aanvankelijk nauwelijks gevolgen leken te zijn voor de coalitie van RutteVier.
Maar nu is het kabinet dus toch gevallen. Nog wel op het asielbeleid waar Bolkestein groot mee werd, maar dat Rutte feitelijk aan zijn coalitiepartners overliet. Laten we het er voorlopig op houden dat de VVD er niet per se op uit was om het schip nu op dit thema te laten stranden, maar nu het dan toch gebeurd is het toch ook zijn voordelen kan hebben. Misschien is het zelfs levensreddend voor zowel het politieke leven van Mark Rutte als van de VVD zelf. Wie weet lukt het de grote tovenaar weer om zich uit de kettingen te worstelen.
Maar: wie er ook gaat regeren, welke coalitie er na de aanstaande Kamerverkiezingen ook mag ontstaan, één ding staat vast: er is een eind gekomen aan de reeks Rutte-kabinetten waarbij rechtse stemmen werden misbruikt voor het produceren van links beleid. Anders geformuleerd: waarbij de democratie systematisch werd ondermijnd doordat zonder dat kiezersuitspraken daar aanleiding toe gaven de denkbeelden van (kleine) minderheden steeds weer tot vaak dwingend beleid voor meerderheden leidde.
Onder de laatste drie Rutte-kabinetten werd Nederland een speeltuin voor radicale hypes, van woke tot biodiversiteit en verder. Zo’n land is Nederland helemaal niet. Nederland is een overwegend redelijk en stabiel land, dat echter al te vaak geregeerd wordt door instabiele politici, die er een handje van hebben hun kiezers en hun ideeën en hun belangen te verwaarlozen en er met hun stem vandoor te gaan.
Gelukkig zijn de burgers van Nederland inmiddels geëmancipeerd genoeg om daar naar te handelen. Je kunt ze, vrij naar Abraham Lincoln, wel een enkele keer belazeren, maar niet steeds weer. Dat moment is nu aangebroken. Er komt geen vijfde kabinet-Rutte dat de stem van kiezers systematisch misbruikt voor ander dan beloofd beleid. Als dat kabinet er überhaupt al komt.
Syp Wynia is hoofdredacteur van Wynia’s Week. Zijn nieuwste boek is ’70. Actieve herinneringen aan een gaaf gidsland.’ Overal te koop, zoals HIER.
Wynia’s Week verschijnt minstens 104 keer per jaar en wordt mogelijk gemaakt door de betalende lezers, kijkers en luisteraars. Doet u mee? Hartelijk dank!