Enkele opmerkingen over mensenrassen, racisme en diversiteit

frentrop
Webster’s Dictionary onderscheidde in 1911 vijf mensenrassen. Beeld: Wikipedia.

Zou u mij op de man af vragen ‘Paul, wat is jouw favoriete deel van de Encyclopedia Britannica?’ dan zou ik na enig aarzelen antwoorden: ‘Deel 15 dat de onderwerpen van Proboscidea (slurfdieren) tot en met Rubber behandelt.’

Niet alleen omdat daar beschouwingen over Prostitutie, Psychologie, Relativiteit en Religie in te vinden zijn, maar vooral vanwege het fraaie rijtje Qur’ãn, Rabelais, Races of Mankind, Rachmaninov.

Over de Koran horen we de laatste tijd wat mij betreft wel genoeg en zowel Rabelais als Rachmaninov hebben ieder nog steeds hun eigen schare liefhebbers, maar over mensenrassen hoor je vandaag de dag opvallend weinig. Er is veel gedoe over racisme, maar niet over rassen.

Kortsluiting

Racisme tiert welig, maar rassen bestaan niet, zo lijkt het wel. Dat is zorgelijk want, zoals mijn favoriete bioloog Midas Dekkers schrijft: ‘Om racisme te bestrijden moet je weten wat een ras is. Aan die vraag wordt maar al te vaak voorbij gegaan. In veel boeken over racisme is amper één pagina over ras te vinden, in veel bibliotheken over racisme nauwelijks één boek. Op die ene bladzijde, in dat ene boek wordt het indelen van de mens in rassen in veel gevallen kortweg als iets onmogelijks afgedaan. Ras zou een “sociaal construct” zijn, een verzinsel om mensen tegen elkaar op te zetten. Deze kortsluiting doet denken aan de pogingen van doorgeschoten feministen om het verschil tussen mannen en vrouwen te ontkennen.’

Dekkers schreef dat drie jaar geleden in zijn boek Wat loopt daar? Een biologische kijk op rassen. Max Pam schreef destijds in een recensie in de Volkskrant: ‘Wat mij betreft kan het alleen maar worden toegejuicht als iemand op een serieuze manier orde op zaken stelt en zin van onzin probeert te onderscheiden.’

Wat mij betreft ook, al ligt het onderwerp gevoelig. Ras en geschiedenis zijn immers een erfenis die de moderne mens moeizaam met zich torst. Die gevoeligheid onderkende mijn editie van de Britannica uit 1980 ook al, maar dat weerhield de auteur er niet van om tien dicht bedrukte pagina’s aan het onderwerp te wijden.

Ras is biologie

De Britannica begint met te vertellen dat vroeger door politici en historici rassen op allerlei gronden werden onderscheiden en geeft als voorbeeld de Engelse gewoonte om van het Ierse en Schotse ras te spreken. Maar anno 1980 kijkt men puur biologisch. Er bestaat nog maar één soort mens: Homo Sapiens. Binnen die populatie kunnen er genetisch verschillende groepen bestaan met opvallende kenmerken zoals huid, haar, gezicht en lichaamsverhoudingen en ook minder in het oog springende verschillen zoals bloedgroepen of spijsvertering.

Net als bij ander dieren ontstaan mensenrassen meestal door geografische afzondering, al heeft de mens voor afzondering maar weinig tijd gehad. Onze soort is immers een van de jongste. Homo Sapiens lijkt niet veel meer dan tienduizend generaties oud en de hoofdrassen zijn hooguit vijftienhonderd generaties geleden uit elkaar gegaan. De originele inwoners van Australië bijvoorbeeld, leefden meer dan 25.000 jaar lang genetisch afgezonderd van de rest van de mensheid totdat op 28 februari 1606 Willem Janszoon en zijn mannen vanaf het schip Duyfken aan land stapten op zoek naar goud. De Ainu, die sinds de ijstijd op het meest noordelijke eiland van Japan leven, vormen ook een interessante casus.

Maar de mens kan die afzondering ook cultureel bepalen en zo – net als bij zijn huisdieren – rasvorming versnellen. Religieuze voorschriften die geslachtelijke omgang beperken, hebben her en der op de wereld lokale rassen duizenden jaren lang in stand gehouden, vermeldt de encyclopedie.

Uiteindelijk wordt een ras niet bepaald door andere genen, maar door een verschil in de frequentie waarin bepaalde genen voorkomen binnen een groep. Die frequentie verandert constant en daarom veranderen rassen continu. Soms op bijzondere wijze. Op de Pitcairneilanden, ergens tussen Tahiti en Paaseiland, ontwikkelde zich in 1790 een nieuw mini-ras toen een groep van muiters met het schip de Bounty daar landde en zich samen met enkele Tahitiaanse dames schuil hield voor de Britse overheid. Omgekeerd zijn de afgelopen twee eeuwen vele kleine rassen (bijna) uitgestorven, zoals de Yaghan (Vuurlanders) die Charles Darwin nog (met afschuw) heeft gezien, de Tasmaniërs, van wie de laatste in 1876 overleed, de bewoners van de Aleuten en de Carib indianen, wier voorouders Christoffel Columbus nog hadden verwelkomd.

Registratie is taboe

Op de vraag hoeveel mensenrassen er bestaan heeft niemand antwoord, al is het medisch wel van belang rassen te onderscheiden. Zo zijn onder de bevolking van Europa genen wijdverspreid die het mogelijk maken lactose af te breken. Mensen met die genen kunnen koeienmelk drinken zonder misselijk te worden. In Afrika zijn die genen zeldzaam. De in mijn jeugd gebruikelijke liefdadigheid om bij hongersnood in Afrika vliegtuigladingen melkpoeder die kant op te sturen, had dus averechts effect. Daar werden die mensen ziek van.

Ook neemt de kans op slagen van een orgaantransplantatie toe als het gaat om organen van dezelfde etnische en raciale groep. Een patiënt zal een nier van een donor van een ander ras sneller afstoten dan die van een genetisch meer overeenkomstige persoon, zo stelde de organisatie die in de Verenigde Staten orgaandonaties regelt in 2009.

Huisartsen in steden waar verschillende rassen wonen moeten bij hun diagnoses ook rekening houden met de verschillende gevoeligheid per ras voor bepaalde ziekten. Vanuit medisch oogpunt zou registratie van iemands ras dus nuttig zijn. Maar ja, een groot taboe bedekt de mensenrassen.

Haaks daarop staat de opkomst van het algemeen als deugdzaam geziene streven naar diversiteit. Er kan in reclame-uitingen en in samenstelling van allerlei groepen volgens onze progressieve medemensen nooit voldoende aandacht zijn voor het inbrengen van mensen met een ander uiterlijk. Maar nooit valt daarbij het woord ras. Zo bang is men voor racisme.

Toegeven aan angst leidt echter tot domheid: ‘Op deze dag van verbondenheid laten we zien dat een mix van mensen met een verschil in culturele afkomst, seksuele oriëntatie, leeftijd, gender of arbeidsvermogen positief is,’ schrijven de grote bedrijven die in Nederland jaarlijks op de eerste dinsdag van oktober Diversity Day organiseren. Ze maken de ernstige fout de term ‘culturele afkomst’ te gebruiken in plaats van ras. Want het uitgangspunt van beschaving is dat mensen gelijkwaardig zijn, maar culturen niet.

Wie dat niet begrijpt, verwijs ik graag naar sir Charles Napier, in 1843 de eerste gouverneur generaal van Sind, dat nu een provincie in Pakistan is. Bij de verovering van het gebied had hij toegezegd niet in te zullen grijpen in de religieuze gewoonten van de bevolking. Maar eenmaal aan de macht verbood hij de rituele weduweverbranding. Tegen brahmanen die protesteerden tegen deze aantasting van hun tradities, zei hij: ‘Wij hebben ook een traditie. Wij hangen mensen op die levende mensen verbranden. Ik laat mijn troepen nu galgen bouwen. Kies maar welke traditie je wilt volgen.’

Omgekeerd racisme

Overigens vermeldt de Britannica ook het bestaan van omgekeerd racisme. Dat doet zich voor wanneer leden van voorheen ondergeprivilegieerde rassen politieke en economische macht krijgen en anderen gaan discrimineren. Dat kan volgens de Britannica gebeuren als omstandigheden zich wijzigen of als problemen van hun groep hen ertoe verleiden om makkelijk te identificeren ‘vijanden’ te zoeken in plaats van zelf te werken aan hun eigen sociale verbetering.

Een actueel voorbeeld zien we in Utrecht waar op zondag 29 september een wandeling door de stad wordt georganiseerd voor vogelliefhebbers, die uitsluitend toegankelijk was voor ‘mensen van kleur’ totdat de media-aandacht zich daarop richtte en de subsidie in gevaar kwam.

Paul Frentrop was achtereenvolgens journalist, bankier, ondernemer, pensioenbeheerder, hoogleraar en lid van de Eerste Kamer.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!