En weer faalde het coronabeleid van RutteDrie
Weer faalt de overheid in de aanpak van de coronacrisis. Na de problemen met de beschermende middelen die eerst alleen naar de ziekenhuizen gingen en niet naar de verpleeghuizen en het tekort aan testcapaciteit doordat alleen gebruik werd gemaakt van ziekenhuislaboratoria loopt nu het vaccinatiebeleid uit op een drama.
Nederland is als laatste land in de EU begonnen met vaccineren. In Israël is inmiddels al meer dan dertien procent van de bevolking gevaccineerd, in Duitsland hebben al honderdduizenden mensen het vaccin gekregen en in Groot Brittannië al meer dan een miljoen mensen.
Nederland, de zorgvuldige
In ons land is pas deze week een begin gemaakt met vaccineren. Eerst zou het vaccineren op 4 januari beginnen, later werd dat 8 januari en nu lijkt het er op dat het grootschalig vaccineren pas op 15 januari van start gaat. De verantwoordelijke minister Hugo de Jonge heeft ons doen geloven dat de late start van het grootschalig vaccineren komt omdat in Nederland de voorbereiding voor het vaccineren zorgvuldig gebeurt.
Daarvoor wordt de vaccinatiestrategie wel met de dag aangepast. Eerst zou gebruik worden gemaakt van de ‘unieke’ kleinschalige vaccinatie infrastructuur van de huisartsen. Toen dat niet mogelijk was omdat het vaccin in grootverpakking wordt geleverd en diepgevroren moet worden bewaard moesten plotseling de GGD’s grote vaccinatielocaties gaan inrichten.
Diepgevroren, iedereen wist het
Minister Hugo de Jonge deed alsof dit als een verrassing kwam. Echter, dat het Pfizer-vaccin in grootverpakking zou worden geleverd en diepgevroren moet worden bewaard was bij iedereen bekend, behalve kennelijk bij het ministerie van Volksgezondheid en het RIVM. De meeste landen kozen daarom voor het opzetten van grootschalige vaccinatielocaties, terwijl hier lang werd gedacht dat de vaccinaties kleinschalig door de huisarts kon worden gedaan.
Keer op keer moet minister Hugo de Jonge terugkomen op eerder gedane uitspraken. Zijn verklaringen doen daarbij steeds meer denken aan de ‘newspeak’ uit 1984 van George Orwell. De mogelijkheid dat al voor 15 januari wordt gestart met vaccineren wordt verkocht als een huzarenstukje.
Tijdens het debat in de Tweede Kamer afgelopen dinsdag bleek dat pas ergens in februari kan worden begonnen met het vaccineren van verpleeghuisbewoners, omdat het meer tijd kost om toestemming tot vaccineren te verkrijgen van wilsonbekwame verpleeghuisbewoners.
Minister De Jonge noemde het ongelofelijk, toen GroenLinks-leider Jesse Klaver de minister hier op aansprak, maar het is natuurlijk ongelofelijk dat nu nog moet worden begonnen met het verkrijgen van toestemming. Dat had al weken, zo niet maanden geleden moeten en kunnen gebeuren.
Het vaccinatiebeleid is een speelbal van lobby’s
Het Nederlandse vaccinatiebeleid is een aaneenschakeling van grote beloften, falende uitvoering en drogredeneringen om dit falen recht te praten. Kennelijk beschikken het ministerie van volksgezondheid en het RIVM niet over voldoende kennis en kunde om het coronabeleid goed uit te voeren.
Door het falen van het ministerie van volksgezondheid en het RIVM is de vaccinatiestrategie een speelbal van lobbygroepen geworden. De Gezondheidsraad adviseerde om eerst de meest kwetsbare mensen te vaccineren. Dit was een verstandig maar niet verrassend advies. Overal in de beschaafde wereld worden eerst de meest kwetsbaren gevaccineerd. Overal?
Nou nee. In Nederland komen eerst anderen aan de beurt. Dus zagen we op de tv dat in alle westerse landen als eerste een oudere gevaccineerd werd, in Nederland kwam deze week een verpleeghuismedewerkster als eerste aan de beurt.
Kwetsbaren, hun verzorgers – en toen toch het ziekenhuispersoneel
Door de incompetente voorbereiding was het niet mogelijk om eerst de meest kwetsbare mensen in verpleeghuizen te vaccineren. Daarop werd besloten om verpleeghuispersoneel, thuiszorgmedewerkers en wijkverpleegkundigen als eerste te vaccineren.
Toen zagen de ziekenhuisbestuurders hun kans schoon om met een uitgekiende lobbyactie ervoor te zorgen dat ziekenhuispersoneel ook als eerste aan de beurt komt. De zwakke minister gaf al snel toe aan de ziekenhuislobby. In de media verkocht hij dit als een ‘kleine zijstap op de vaccinatieroute’.
Vervolgens wilden ook de huisartsen voorrang bij het vaccineren. Daarna meldden ook leerkrachten, politieagenten en boa’s zich met de eis om met voorrang gevaccineerd te worden. Wanneer de meest kwetsbare mensen aan de beurt komen, is onduidelijk.
De kwetsbaren? Misschien in februari
De minister zegt dat in februari zal worden begonnen met het vaccineren van verpleeghuisbewoners, maar of dat echt zo zal zijn en hoe snel het vaccineren van verpleeghuisbewoners zal gaan moeten we afwachten. Hoeveel levens dit gaat kosten valt niet te zeggen.
Het is tekenend dat minister De Jonge tijdens het debat in de Tweede Kamer nauwelijks werd aangesproken op zijn toegeeflijkheid aan de lobby van de ziekenhuizen. De ‘helden van de zorg’ hebben een vrijwel onaantastbare status gekregen. Niemand die hun recht om als eerste te worden gevaccineerd in twijfel trekt, ook al gaat dit in tegen de oorspronkelijke vaccinatiestrategie van het kabinet.
Rode lijn: te weinig, te warrig en te laat
Er zijn grote overeenkomsten tussen het falende vaccinatiebeleid nu en de fouten die bij de verdeling van de beschermende middelen en het testbeleid tijdens de eerste corona golf zijn gemaakt. In alle gevallen begint het ermee dat het ministerie van VWS en het RIVM, de twee hoofdrolspelers bij de overheid, niet goed voorbereid zijn en incompetent handelen.
Dit biedt de gelegenheid aan de ziekenhuizen die wel hun zaakjes op orde hebben, om voor hun eigen belang te lobbyen. Tijdens de eerste corona golf leidde dit ertoe dat de beschermende middelen naar de ziekenhuizen gingen en het verpleeghuispersoneel het nakijken had en dat alleen de ziekenhuislaboratoria de coronatests uitvoerden.
Spinnen: de ring
Nu leidt het er toe dat het ziekenhuis- en verpleeghuispersoneel als eerste gevaccineerd worden en niet de meest kwetsbare mensen in verpleeghuizen. De ziekenhuizen blijken overigens wel in staat om snel te handelen. Woensdag 6 januari zijn de eerste medewerkers gevaccineerd.
Om verder gezichtsverlies te beperken is op dezelfde dag op één vaccinatielocatie ook begonnen met het vaccineren van verpleeghuispersoneel. Het vaccineren van zorgmedewerkers wordt verkocht als het creëren van een beschermende ring rond kwetsbare mensen, maar de beste bescherming van kwetsbare mensen is natuurlijk om ze zelf te vaccineren.
Moet Den Haag ‘de regie nemen’?
Veel politieke partijen vinden net als minister Hugo de Jonge dat de overheid een grotere rol in de zorg moet spelen. De overheid moet ‘de regie nemen’ in de zorg, zoals dat in het eufemistische jargon in de zorg heet. De aanpak van de coronacrisis laat zien wat er gebeurt als de overheid ‘de regie’ neemt. Dan worden beslissingen genomen op basis van onjuiste en onvolledige informatie, loopt de uitvoering vaak uit op een drama en krijgen belangengroepen de gelegenheid het beleid te sturen.
De falende aanpak van de coronacrisis is in de ogen van Hugo de Jonge een gevolg van het decentrale zorgstelsel waarbij de directe zeggenschap van de overheid beperkt is. Het probleem is evenwel niet de decentralisatie, maar dat een centrale overheid nooit de informatie en kennis kan hebben voor het nemen van de juiste besluiten.
Het pleidooi dat sommigen houden voor een sterkere overheid snijdt geen hout. De overheid is al sterk genoeg, een nog sterkere overheid leidt niet tot betere besluiten maar tot nog meer verkeerde besluiten.
De decentrale organisatie van de zorg in Nederland – door sommigen ook wel omschreven als marktwerking in de zorg – is juist een geluk bij een ongeluk tijdens de coronacrisis. De private ziekenhuizen blijken keer op keer hun zaakjes goed op orde te hebben. De overheid blijkt evenwel steeds onderdeel van het probleem te zijn.
Desastreus zelfbeeld: bij ons is alles beter
Het verschil tussen ziekenhuizen en de overheid is dat ziekenhuizen van elkaar kunnen leren en goede praktijken van elkaar overnemen. De overheid kan dat niet want er is maar een overheid. Ja, de overheid kan naar overheidspraktijken in andere landen kijken, maar dat wordt meestal niet gedaan omdat wordt gedacht dat de Nederlandse situatie uniek is en niet vergelijkbaar met die in andere landen. Bovendien is het bij ons toch altijd beter geregeld. Niet dus.
Het overheidsfalen – de incompetentie van het beleid en de uitvoering ervan en de grote invloed van belangengroepen op de besluitvorming – is tijdens de coronacrisis weer eens pijnlijk duidelijk geworden.