En daarom stapten de mijnwerkers van Pikeville over naar Donald Trump
De Amerikaanse socioloog Arlie Hochschild heeft veel baanbrekende boeken op haar naam staan. Haar vorige bestseller, Strangers in Their Own Land, was een studie naar aanhangers van de conservatieve Tea Party in Lake Charles, Louisiana. Dat is een streek waar de petrochemische industrie ernstige milieu- on gezondheidsproblemen heeft veroorzaakt. Toch waren de bewoners tegen overheidsingrijpen, terwijl ze daarvan ze zouden profiteren.
Hochschild wilde achterhalen waarom juist de door links als meelijwekkende slachtoffers getypeerde bewoners in 2016 toch Donald Trump in het Witte Huis hielpen. Ze hanteerde daarvoor de etnografische methode: jarenlang bivakkeren tussen de inwoners s van Lake Charles zelf.
Eerder stemden ze op de Democraten
Voor haar nieuwe boek Stolen Pride poneert Hochschild een vergelijkbare probleemstelling. Zeven jaar lang volgde ze de door progressief Amerika afgeschreven white trash van het op één armste kiesdistrict van de VS: het vijfde congresdistrict van Kentucky. Het is de streek in de Appalachen waar de kolenmijnen zijn gesloten, de werkloosheid hoog is en waar veel mannen ten prooi zijn gevallen aan de diseases of despair: drugsverslaving, alcoholisme en zelfmoord. Hochschild sprak talloze inwoners van Pikeville, Kentucky. Zij waren van oudsher geneigd Democratisch te stemmen, maar zijn nu definitief overgestapt naar de Republikeinen.
De centrale stelling van Stolen Pride is de zogenaamde ‘paradox van de trots’ die Republikeinen onderscheidt van Democratische kiezers. In 2017 was 56 procent van de Republikeinen het eens met de stelling dat iemand arm is door gebrek aan eigen inspanning. Wie hard werkt voor de kost kan trots zijn, wie arm is moet zich schamen.
Bij Democraten was maar 19 procent het met de stelling eens. Die gaven juist de schuld aan de omstandigheden: gebrek aan banen voor laagopgeleiden, gebrek aan ondersteuning door de overheid, outsourcing van productie naar lagelonenlanden, enzovoort.
Wanneer in Pikeville een mijnwerker buiten zijn schuld werkloos raakt, verloopt het proces van verontwaardiging naar schaamte ongeveer zo:
Als hij zijn ontslagbrief krijgt geeft hij eerst de schuld aan zijn leidinggevende. Vervolgens schudt hij zijn vuist in de richting van de regering-Obama die de Clean Air Act instelde waardoor kolen stoken werd ontmoedigd. Ook Joe Biden, de Democratische Partij en de Deep State konden wat betreft de ontslagen mijnwerker een middelvinger krijgen.
Na verloop van tijd vraagt zijn vrouw waar het geld voor de boodschappen voor de kinderen blijft. Als je geld nodig hebt, en je hebt geen diploma’s, moet je genoegen nemen met een baan van 9 à 10 dollar per uur. Maar een meisjesachtige baan achter de toonbank of in een café ziet de mijnwerker als minderwaardig. En Kentucky verlaten om aan de andere kant van de VS werk te zoeken vindt hij ook een brug te ver.
Zij vrouw blijft aandringen – en dan komt de omslag. Hij gaat zich schamen omdat hij met lege handen thuiskomt. Armoede is immers voor een Trumpstemmer eigen schuld. Hij voelde zich altijd verheven boven de uitkeringstrekkers – en nu is hij er zelf een. Drank, drugs en scheiding van vrouw en kinderen liggen op de loer.
Wel Trump, maar geen nazi’s
En dan leest hij een opiniestuk in de Appalachian News-Express dat mensen als hij klaplopers zijn die hun familie niet onderhouden en geen belasting betalen aan de stad om de riolering te repareren.
Op internet ziet onze werkloze mijnwerker dat mensen uit de grote steden hem uitmaken voor dom, racistisch, seksistisch, homofoob. Hochschild: ‘Op dit punt is hij zijn schaamte vergeten. Hij is just plain pissing mad.’
En juist op dit moment, in 2017, besluit een groep neonazi’s, Klansmen, Proud Boys en ander onguur volk in Pikeville een betoging te organiseren. Het was een generale repetitie voor de mars in Charlottesville, Virginia waarbij doden zouden vallen. Hochschild sprak vele malen met de neonazistische organisator van de mars. Die bleek als zoon van een Duitse vader die hem in de steek liet allerlei trauma’s te hebben.
De autoriteiten van Pikeville stonden de demonstratie toe, het ging immers om de vrijheid van meningsuiting. Maar de inwoners moesten niks van de extremisten hebben. Aan lager wal raken was voor hen nog geen reden om extremisten achterna te lopen. Maar Trump kon ook in 2024 op hun stem rekenen. Hij was immers de man die de mensen van Pikeville in elk geval zag staan. Ook al voelen ze wel aan dat hij de kolenmijnen niet gaat heropenen.
Arlie Russell Hochschild: Stolen Pride: Loss, Shame, and the Rise of the Right. The New Press; 387 pagina’s; € 33,77
Hans Wansink is historicus en journalist en publiceert over boeken in Wynia’s Week. Hij was redacteur van NRC Handelsblad, Intermediar en de Volkskrant.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in dit nieuwe jaar? Kijk HIER. Hartelijk dank!