Elke maand vier moorden op het Zuid-Afrikaanse platteland. Wat betekent dat?

van vliet
‘Van Nechama Brodie verscheen twee jaar geleden het boek Farm Killings in South Africa, een historisch dossieronderzoek op basis van de diverse beschikbare bronnen in dit land.’ Beeld: dailymaverick.co.za.

Veel mensen denken dat blanke boeren op het Zuid-Afrikaanse platteland een grote kans lopen om gemarteld en vermoord te worden. Af en toe sijpelen berichten daarover door in de westerse media. Maar precieze aantallen zijn niet bekend. Wynia’s Week vroeg Kevin van Vliet, al jarenlang correspondent in Zuid-Afrika, ons hierover opheldering te verschaffen. Hieronder zijn verhaal.

Of ik niet eens wat wilde schrijven over de roofmoorden op blanke boeren hier in Zuid-Afrika. Toevallig was mij enkele dagen eerder door een citrusboer in een landbouwgemeenschap bij Kaapstad verteld hoe zijn zus en zijn zwager – ook boer – op hun erf waren overvallen door een groep mannen. De zwager was vermoord, met zijn eigen vuurwapen nota bene, en de zus ernstig mishandeld; zij kon het voorval navertellen. Verdere details bespaar ik de lezer.

Wat betekende dit verhaal en wat betekende het niet?

Genocidaal complot

Tussen 1 april 2022 en 31 maart 2023 werden aan de Zuid-Afrikaanse politie 27.494 moorden gerapporteerd, op een bevolking van 60 miljoen. (In Nederland, met een bevolking van 17 miljoen, werden in 2022 142 moorden gepleegd, red.)

Volgens AfriForum, een Afrikaner belangenvereniging, werden 50 van die 27.494 moorden gepleegd in een boerengemeenschap. Op het erf en erbuiten. Het totale aantal boerderij-gerelateerde overvallen, met en zonder fatale afloop, ligt in een jaar doorgaans tussen de 300 en de 500. Deze informatie wordt door de Transvaler Landbouworganisatie ingewonnen bij lokale verenigingen, omdat de politie voor deze doden al langer geen aparte categorie meer hanteert.

Vijftig doden in één jaar tijd, ten opzichte van 36.000 commerciële boerenbedrijven (waarop vaak meerdere gezinnen wonen; de talloze kleine, informele keuterboeren niet meegeteld) op een snel groeiende bevolking van inmiddels 63 miljoen, en dat blijft al jaren min of meer gelijk. Niettemin is dit specifieke, tot de verbeelding sprekende misdrijf wereldberucht, en wie in een plattelandsstreek het lokale krantenaanbod bijhoudt, kan zomaar de indruk krijgen dat er systematisch boerengezinnen worden uitgeroeid, en geloof je bepaalde politici en lobbygroepen, dan gaat daar ook nog eens een genocidaal complot achter schuil. Een flinke discrepantie dus, tussen frequentie en ruchtbaarheid, en je vraagt je af hoe dat zo komt.

Ik ging te rade bij twee specialisten op dit gebied: de journaliste en misdaadonderzoekster Nechama Brodie, en gelauwerd academicus Jonny Steinberg.

Van Brodie verscheen twee jaar geleden het boek Farm Killings in South Africa, een historisch dossieronderzoek op basis van de diverse beschikbare bronnen in dit land, die verre van eenduidige informatie verschaffen. Aan de conventionele definitie van de boerenerfmoord (namelijk: blanke boer wordt op erf beroofd en doodgemarteld door bloeddorstige zwarte bende) blijkt bij lezing al gauw het een en ander te mankeren.

Homogene streekmoord bestaat niet

Neem een onderzoek dat de politie in 2003 door een enquête-commissie liet uitvoeren, waarvan aannemelijk is dat de uitkomsten nu, twintig jaar later, nog overeind staan. In 89 procent van de geweldsmisdrijven op boerenerven bleek het motief diefstal te zijn. Achter ‘slechts’ 2 procent ging een politieke of een racistische drijfveer schuil. Aan de overige incidenten ging intimidatie vooraf, of een arbeidsgerelateerde kwestie, zoals een loongeschil. Van de slachtoffers was 61 procent blank, 33 procent zwart en de rest anderszins gekleurd (bruin). De boer, de opzichter en hun gezinnen waren in 69 procent van de gevallen het slachtoffer; werknemers en hun gezinnen in 29 procent; de rest bestaat uit onfortuinlijke bezoekers.

Uit diverse casussen die Brodie tot in detail beschrijft, blijkt dat er vaak een persoonlijke kwestie speelt, soms in de familiaire sfeer; dat er soms alcohol in het spel is, soms ook drugs; dat soms een boer de trekker overhaalt en soms een medewerker; dat soms een criminele bende voorkennis verkreeg via een informant op het erf en de overval goed voorbereidde, en dat er soms juist zeer amateuristisch te werk wordt gegaan, kortom: dat de homogene streekmoord niet bestaat.

Vrijburgers

Daarbij moet aangetekend worden dat nu eenmaal verreweg het meeste boerenland in Zuid-Afrika nog in handen is van de blanke minderheid in dit land (7 procent van de bevolking, boerenfamilies gaan soms zes generaties terug), dat daar vanuit crimineel oogpunt veel te halen valt, en dat de meerderheid van de zwarte Zuid-Afrikanen nog altijd in armoede leeft en, zoals dat eufemistisch heet, is ‘oververtegenwoordigd’ in de misdaad.

Brodie vindt enkele opvallende historische constanten. Zo kon in de jaren dertig van de vorige eeuw in kranten al kennis genomen worden van roofovervallen waarbij daders het muntten op oudere, weerloze slachtoffers (gebeurt nog steeds), en al aan het eind van de achttiende eeuw schetste een Zweedse handelsreiziger in zijn dagboek een bekend angstklimaat. Hij zocht buiten de grenzen van de Kaapkolonie de zogeheten vrijburgers op. Daar, in de wildernis, mochten deze stamvaders van de Afrikaner Boeren vee houden en gewassen telen zolang de VOC daar maar geen last van had, en konden zo hun landerijen als republieken besturen.

Brute lijfstraffen voor hun slaven en landarbeiders waren niet ongebruikelijk, en dienden ertoe bloedige opstanden en ontsnappingen te voorkomen. De Zweed noteerde verwonderd: ‘Een ieder in dit land is genoodzaakt om des nachts de deur van zijn kamer te grendelen, en geladen vuurwapens bij zich te houden, uit vrees voor de wraakzuchtige gezindheid der slaven.’ Hij slaapt die avond met een stoel onder zijn deurknop geklemd, en met een mes onder zijn hoofdkussen.

Wie, zoals ik, weleens op een Zuid-Afrikaans boerenerf verblijft, ziet een parallel met het heden, en kan de stoel vervangen door een elektrisch hek, en het mes door een vuurwapen.

Boerenmilities

Brodie verklaart het plattelandsgeweld vanuit de ontstaansgeschiedenis van het moderne boerenbedrijf in Zuid-Afrika, een verhaal dat aan elkaar hangt van moord en dwang. Het begon natuurlijk met de schurken van de VOC, die zoetwaterbronnen en vruchtbare weidegrond op de Kaap innamen en daarbij op een aanvankelijk nog vreedzame, lokale bevolking botsten – primitieve herders die uit wraak en wanhoop vee begonnen te stelen, met als gevolg de oprichting van Boerenmilities, die de jacht openden op deze Khoi en San.

Duizenden stierven, anderen werden gevangengenomen en tewerkgesteld. De later arriverende Britten onteigenden op hun beurt land van de Xhosa in het oosten, waarop de Boeren uitweken naar het noorden en zich vestigden op land van de Sotho en de Tswana, die allen verpaupering wachtte. (Ik kan zo snel geen cijfers vinden, maar de lezer kan aannemen dat veel Zuid-Afrikaanse boerderijmedewerkers in het hier en nu van de voorgenoemde onteigenden afstammen.)

Vuurwapens ter zelfverdediging

Het leven van een vroeg-moderne landarbeider in Zuid-Afrika was geen pretje. Hij vestigde zich, al dan niet vrijwillig en met gezin, op privégrond; een geïsoleerde wereld met sterk hiërarchische sociale verhoudingen zonder eerlijke rechtsbescherming, waar arbeid kon worden beloond met alcohol (met in de provincie Westkaap intergenerationele verslaving als gevolg), en waar volgens de overlevering de nodige verkrachtingen en familicides plaatsvonden.

Opstootjes, arbeidsconflicten en diefstal blijken zo oud als het boerenlandleven zelf, en de aard ervan verandert drastisch wanneer vuurwapens algemener beschikbaar worden. Niet alleen is de afloop vaker fataal; pistolen en geweren behoren tot de buitgemaakte kostbaarheden en worden voor criminelen een doel op zichzelf. Je kunt er in dit land nog altijd één aanschaffen, ter zelfverdediging, en een poging van de minister om de wet die dat mogelijk maakt te amenderen, sneuvelde in 2021 onder druk van oppositie en lobby.

Rijk assortiment van dood en geweld

Het beeld van zinloos martelgeweld – dat leeft – schrijft Brodie toe aan de pers, die in dit land te kiezen heeft uit een rijk assortiment van dood en verderf, en door commerciële impulsen selecteert op exceptionaliteit: een extreem, de menselijke verbeelding overstijgend geweldsmisdrijf waarin bij voorkeur een jonge, blonde vrouw het slachtoffer is, liefst een beetje sensationeel opgeschreven. Daar verkoop je kranten mee. Ernstige mishandelingen vinden plaats, martelingen ook, maar lijken zelden een doel op zichzelf. Zo moet er vaak onder schot een sleutel van een brandkast worden gevonden, of een reeks pincodes worden opgegeven.

Jonny Steinberg, prijswinnend auteur, reconstrueert in zijn debuut Midlands (2002) de moord op een blanke boer in de gelijknamige streek. Hij deed uitvoerig etnografisch onderzoek naar verschillende landbouwgebieden in Zuid-Afrika, en zag dat de middenklasse op het platteland in zijn geheel – dus niet alleen de blanke boer – in de jaren negentig ten prooi was gevallen aan roofdelicten, tijdens de overgang naar democratie. Volgens hem had het in de basis te maken met landbezit. Hij definieert de roof als een heronderhandeling van bezit tussen landeigenaar en pachter – onuitgesproken, en met uiterst grof geweld.

In 1997 kreeg de boerenlobby – waartoe ook AfriForum moet worden gerekend – president Mandela zo ver om misdrijven op en rond boerenerven apart te laten categoriseren in de politiestatistieken, mogelijk een soort van politiek compromis, en volgens Steinberg was dit een fout. Hiermee werd de indruk van een homogeen misdrijf gewekt, met één motief. Vermoedelijk hield de politie er om die reden na de eeuwwisseling stilaan weer mee op.

‘Shoot the boer’

Brodie veronderstelt dat de zogenoemde plaasmoorde zelden politiek zijn, maar de reactie erop vrijwel altijd. In 2017 stelde Freedom Front Plus, een partij van Afrikaner nationalisten, de plaasmoorde in het parlement ter discussie, en sindsdien geeft FF Plus – inmiddels regeringsdeelnemer – regelmatig ruchtbaarheid aan het fenomeen. De politieke vijand speelt dan weer handig in op de angstsentimenten die daaruit ontstaan.

Een bekend voorbeeld is Julius Malema, de voorman van de Economic Freedom Fighters, een partij van zwarte nationalisten. Malema werd in 2011 door de rechter beticht van haatzaaierij omdat hij het strijdlied Dubul’ ibhunu (‘Shoot the boer’) in het openbaar had gezongen, een provocatie waar hij zich vorig jaar, in verkiezingstijd, weer aan bezondigde. Elon Musk – Zuid-Afrikaan – tweette in een reactie dat ‘they are actually killing white farmers every day’.

Kevin van Vliet is voor Het Financieele Dagblad en Trouw correspondent in Zuid-Afrika. Volgend jaar verschijnt van hem bij uitgeverij Prometheus een (nieuwe) roman.

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!