Een jaar na 7 oktober: de rot in onze samenleving zit diep

ww510 (1)
‘We wisten niet hoezeer het antisemitisme nog virulent aanwezig was totdat het dit jaar naar buiten barstte toen moslims en radicaal-links in hun Arafatsjalen de straten en pleinen bezoedelden met hun kreten van haat en agressie.’ Beeld: ia.tmgrup.com.

Een terugblik op het afgelopen jaar is meer dan een journalistiek gebruik. De gebeurtenissen sinds de inval van Hamas op 7 oktober 2023 behelzen ook een existentiële confrontatie met onszelf, met onze loyaliteiten en onze keuzes: voor of tegen het leven.

Er is een man aan wie ik dit jaar vaak heb moeten denken. Zijn naam weet ik helaas niet meer. Ik ontmoette hem een jaar of tien geleden, toen ik in Israël, op het terrein van Yad Vashem, een cursus over Holocaustonderwijs volgde. We kregen colleges over wat er was gebeurd, en leerden hoe je die beoogde verdelging van de Joden ter sprake brengt in een tijd van vergetelheid en van aversie tegen de herinnering aan die zwarte bladzijde.

Minachting

Een van de mannen die een lezing gaf, was geen geleerde maar een ervaringsdeskundige. Een al oude maar zeer vitale man, afkomstig uit Nederland, aan het begin van de oorlog een jonge man, die het had overleefd en toen per zeilboot van Nederland naar Israël was gevaren.

Het was een mooi verhaal, dat hij afsloot met een boodschap, een les die hij had geleerd na zijn ervaringen tijdens de oorlog en zijn jaren in Israël: ‘Eerst probeerden ze ons allemaal om te brengen, en nu komen ze ons vertellen hoe we het moeten doen.’ Hij spuugde van minachting voor die ‘ze’: Europese politici en beleidmakers die vooral kritiek hadden op de manier waarop Israël zichzelf verdedigt en te midden van vele vijanden probeert te overleven.

Ik vond toen al dat hij gelijk had. En hij heeft alleen maar meer gelijk gekregen.

Het is nu bijna een jaar geleden dat Hamas vanuit Gaza Israël binnenviel, honderden willekeurige Joden doodde of als gijzelaar naar Gaza meenam. Deze pogrom was bedoeld om aandacht te vragen voor de Palestijnse zaak, en dat is gelukt: al snel ging de sympathie niet uit naar de Joden die zoveel slachtoffers hadden te betreuren, maar naar de bevolking van Gaza die te maken kreeg met Israëlische bombardementen en invallen.

De oorlog is alleen zoet voor degenen die er niet mee te maken hebben, wist Erasmus al (dulce bellum inexpertis). Oorlog is verschrikkelijk, en de beelden die ons sinds 7 oktober vorig jaar bijna dagelijks hebben bereikt, getuigen van oneindig leed, een bron van levenslange trauma’s en wraakgevoelens.

‘Genocide’

Maar ook nu moet je je prioriteiten en loyaliteiten op orde hebben. Ten diepste en uiteindelijk staat het bestaansrecht op het spel van een volk dat bijna was uitgemoord, dat daaruit onder andere heeft geleerd dat je nooit op de vermeende welwillendheid van anderen kunt vertrouwen, en dat je je lot in eigen hand moet nemen. In je eigen land, met veiligheidsdiensten en een leger die dag en nacht, alle minuten van de dag, alle dagen in de week en alle weken in het jaar paraat staan – omdat je wordt omringd door volken met een oneindig territorium die jou je kleine plekje op aarde niet gunnen en het ten diepste betreuren dat de heer Adolf H. zijn klus niet heeft weten te klaren.

De eeuwen door zijn er in de publieke opinie redenen en argumenten voor antisemitisme gevonden: religieuze (‘godsmoordenaars’), raciale of politieke (‘kapitalistische samenzweerders’, ‘revolutionairen’). Het nieuwe, actuele voorwendsel is dat Joden een integraal onderdeel uitmaken van de blanke (‘witte’), westerse onderdrukkers. Daarom kunnen hun zelfverdediging en alle militaire acties die erop zijn gericht om in vrede en rust dat kleine stukje land aan de Middellandse Zee te kunnen bewonen, gebrandmerkt worden als ‘genocide’.

Haat en agressie

Een kwalijke alliantie tussen islamo-fascisten en progressief links heeft deze boodschap in het afgelopen jaar in talloze demonstraties en sit-ins op treinstations kunnen uitdragen. En laten we onder ogen zien dat ons eigen land in de ogen van deze activisten wat dit betreft uiteindelijk niet voor Israël onderdoet en dus ook een grondige verbouwing behoeft. Zelfs aanstaande maandag, op de herdenkingsdag zelf dus, zijn er nieuwe ‘pro-Palestijnse’ sit-ins aangekondigd, en in vele kranten maken columnisten er gewoon reclame voor. ‘Als je kunt, kom alsjeblieft’, schreef Volkskrant-columniste Asha ten Broeke.

Dat is misschien wel een van de schokkendste lessen die we in het afgelopen jaar hebben geleerd. We hebben altijd geleefd, dachten we althans, bij het ‘Nie wieder’ als grote les van de Tweede Wereldoorlog. Maar we wisten niet hoe zeer het antisemitisme nog virulent aanwezig was, verborgen veelal, totdat het dit jaar naar buiten barstte toen moslims en radicaal-links in hun Arafatsjalen de straten en pleinen bezoedelden met hun kreten van haat en agressie. De rot zit diep, al dan niet geïmporteerd. Politieagenten mogen zich zo laten inroosteren dat ze geen Joodse doelen meer hoeven te beschermen.

Schokkend was ook de welwillendheid waarmee deze stemmen in de media een podium kregen, en sowieso de ongekende bevooroordeeldheid van de media in dit conflict. Toen Israël Hezbollah aan ging vallen – een terroristische organisatie, proxy van het sjiitische Iran, die de acties van Hamas al een jaar lang met raketaanvallen vanuit Libanon ondersteunt – heette het dat Israël een nieuwe oorlog begon. Nora Stel, ‘Libanon-expert’ van de Radboud Universiteit, mocht in Nieuwsuur komen vertellen dat Israël eigenlijk net zo’n terroristische organisatie is als Hezbollah.

We zijn dus erg naïef geweest, zo blijkt na dit jaar. Niet alleen in eigen land, maar ook internationaal. Hezbollah in Libanon, Hamas in Gaza, de Houthi’s in Jemen: zij zijn onderdeel van de machtspolitiek van Iran, en het vrije Westen laat het gebeuren. Zelfs de ontwikkeling van kernwapens door de theocratische moellahs wordt niet effectief voorkomen.

Existentiële confrontatie

Verhelderend was een interview met een Israëlische arabist, docent aan de bar-Ilan Universiteit, Mordechai Kedar. Hij zei:

‘Stel je voor wat er kan gebeuren als de Iraanse moellahs straks een kernwapen hebben. Hoe kan het Westen dit accepteren? Intussen demonstreren in westerse hoofdsteden woke-studenten, samen met islamisten, vóór Hamas, Hezbollah en Iran. De postkoloniale schuld die deze activisten zeggen te voelen – over al het slechts dat het Westen historisch heeft aangericht – de behoefte om te boeten voor de zondes van hun voorouders door de halve wereld als immigranten op te nemen, leidt uiteindelijk tot de ondermijning van het Westen: een regio bovendien met enorme demografische problemen omdat jullie geen kinderen voortbrengen. Op deze manier stevent het Westen regelrecht af op de eigen ondergang.’

Zo bezien is een terugblik op het afgelopen jaar meer dan een journalistiek moetje, maar een existentiële confrontatie met onszelf, met onze loyaliteiten en keuzes: een keuze voor het leven, zoals de Joden dat vieren, of een keuze voor de dood, de ideologie van de islamisten en hun westerse fellow-travellers.

Bart Jan Spruyt is historicus en journalist. Zijn columns over politiek en samenleving verschijnen iedere zaterdag in Wynia’s Week. 

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!