Een herschrijving van de geschiedenis van de VS vanuit het perspectief van de diverse inheemse volken
De geschiedenis van de Verenigde Staten wordt meestal beschreven vanaf de onafhankelijkheidsstrijd tegen de Britten in de jaren 1780. Ned Blackhawk herschrijft die geschiedenis door drie eeuwen eerder te beginnen: met de ontdekking door Columbus van het Amerikaanse continent. Dat werd bevolkt door duizenden inheemse volken die leefden van de jacht, de visvangst en de handel in bont en huiden. Op het grondgebied van de latere VS werden deze volken geconfronteerd met kolonisten uit Engeland, maar ook uit Frankrijk, Spanje en Nederland.
Historicus Blackhawk, zelf lid van de Te-Moak-stam (Nevada), spreekt van een ‘ontmoeting’ tussen de indianen enerzijds en de Europese kolonisten anderzijds. Met zijn boek, winnaar van de National Book Award 2023, introduceert hij het inheemse perspectief dat in de geschiedschrijving over de VS lang ondergesneeuwd is gebleven. ‘Ontmoeting’ wijst op een zekere gelijkwaardigheid tussen de oorspronkelijke bewoners en de nieuwkomers in de vroegmoderne tijd. Zo waren ze handelspartners in Nieuw-Amsterdam op de stapelmarkt voor de export van huiden naar Europa.
Verdragen
Maar ook op de kusten van Californië wemelde het van de bedrijvigheid. Zeewaardige kano’s voeren af en aan op de Stille Oceaan met vis, schaaldieren en otters. Naast hun eigen maritieme activiteiten zaaiden de Chumash-indianen de velden in die door de Spaanse missieposten waren ontgonnen. Ze werden ook ingeschakeld bij het hoeden van de kuddes.
Zo was de positie van de inheemse volken aanvankelijk heel anders dan die van de uit Afrika geïmporteerde slaven. De vorm waarin de betrekkingen tussen de stammen en de Amerikaanse overheid werden vastgelegd, was die van verdragen. Vanaf de negentiende eeuw werd er dan ook intensief door inheemse volken geprocedeerd bij het Hooggerechtshof om naleving van de afspraken – over eigendomsrechten, maar ook bijvoorbeeld over monopolies op visgronden – af te dwingen.
Blackhawk verwerpt de mythe dat de indianen zich snel en gemakkelijk overgaven aan de Europese indringers. Maar die deden er wel alles aan om de inheemse volken te marginaliseren. Dat lukte aanvankelijk alleen aan de kusten; op het continent wisten de inheemse bewoners zich te handhaven door zich creatief aan te passen aan nieuwe uitdagingen.
Sommige volken sloten zich aaneen om via slimme diplomatie Europese machten tegen elkaar uit te spelen. Op de Grote Vlakten joegen indianen op bizons met vuurwapens van de Fransen en op paarden van de Spanjaarden.
Honderden miljoenen hectaren land in beslag genomen
Na twee eeuwen teruggang van de bevolking, vooral door epidemieën, nam de inheemse bevolking in de achttiende eeuw weer toe. Stammen slaagden erin de Spaanse kolonisten terug te drijven naar Nieuw-Mexico en Texas. Er was sprake van een precair evenwicht tussen aanpassing en soevereiniteit.
Dat veranderde in de negentiende eeuw met de intensivering van de onderwerping van het Wilde Westen door de federale regering en de Britse kolonisten. In de periode van de Amerikaanse Burgeroorlog werden tienduizenden inheemse bewoners gedood door milities van kolonisten en federale troepen. Pas in 1924 kregen de indianen individuele burgerrechten. Tegen die tijd had de federale overheid door middel van meer dan 300 verdragen honderden miljoenen hectaren land van de oorspronkelijke bewoners in beslag genomen.
De Amerikaanse regering begon aan het eind van de negentiende eeuw een grootscheepse campagne om inheemse kinderen uit hun gemeenschappen weg te halen en ze in ver weg gelegen kostscholen op militaire leest hun talen en gebruiken af te leren. Deze traumatische ervaring had als gunstig effect dat de indianen van hun eigen overheersers leerden hoe ze hun belangen moesten behartigen.
In de loop van de twintigste eeuw slaagden inheemse Amerikanen er met vallen en opstaan in om autonomie en ondersteuning door de federale overheid af te dwingen. Het revitaliseren van in oude verdragen verworven rechten hielp om exploitatie van visgronden, en later ook van casino’s, veilig te stellen. De zeshonderd inheemse stammen maken vandaag de dag volwaardig deel uit van de Amerikaanse samenleving. Niettemin leeft een derde van de indianen onder de armoedegrens.
Een rijk, maar massief boek
Ned Blackhawk heeft een zware last op zijn schouders genomen. Hij wil recht doen aan de diversiteit en complexiteit van de uiteenlopende inheemse volken, maar tegelijkertijd de geschiedenis van de Verenigde Staten als geheel herschrijven. Daarbij polemiseert hij ook nog met vertegenwoordigers van de klassieke, eurocentrische benadering. Dat maakt De herontdekking van Amerika tot een rijk, maar ook massief boek.
Ned Blackhawk: De herontdekking van Amerika, Het inheemse perspectief van de geschiedenis van de Verenigde Staten, Omniboek, 666 pagina’s, € 49,50.
Hans Wansink is historicus en journalist en publiceert over boeken in Wynia’s Week. Hij was redacteur van NRC Handelsblad, Intermediair en de Volkskrant.
Wynia’s Week verschijnt ook dit jaar 104 keer met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. Plus video’s en podcasts. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!