Duitsland zou zo fijn kunnen zijn – zonder de Groenen
Door Roland Tichy*
In Duitsland zijn de Groenen meer dan een partij: ze zijn de tijdgeest. Hun macht stoelt op hun ‘culturele hegemonie’ over de media, de ngo’s, de universiteiten en de kerken. Hoe groter die macht, des te belangrijker wordt ‘controle’. Maar controle ontbreekt volledig. Voor de Duitse democratie en welvaart heeft dat grote gevolgen.
De Duitsers zouden het eigenlijk zo ontzettend fijn kunnen hebben in hun land. Het is een welvarend, goed verzorgd en vredig land. Een land van melk en honing, in overdrachtelijke zin dan: senioren kunnen er goed rondkomen van hun pensioen, de scholen onderwijzen kennis en sociale vaardigheden, op straat is het veilig, de bossen zijn groen en de hemel is blauw; het klimaat zouden die Duitsers ook best op orde kunnen krijgen. De middelen daartoe zouden uit de innovatieve Duitse industrie kunnen komen, en een groen Wirtschaftswunder zou zo op de rails staan.
Het oude kernafval kan dienen als gratis brandstof
Dat had heus gekund. Als er geen kink in de kabel was gekomen. Het was allemaal eenvoudig geweest als Duitsland in de afgelopen jaren niet ruim twintig kerncentrales had gesloten. De laatste installaties sloten op een moment dat al lang duidelijk was: Houston, we have a problem. En dat probleem is voor de Duitsers de energievoorziening. Net als voor de Nederlanders trouwens.
Eigenlijk is er in Duitsland meer dan genoeg spotgoedkope elektriciteit voorhanden. De vorige generatie kerncentrales heeft heel wat splijtstofstaven opgebruikt. Die staven beschouwen wij nu nog als kernafval, maar de techniek heeft niet stilgestaan en die staven – nu heel voorzichtig diep onder de grond opgeborgen – kunnen in de toekomst weer dienst doen in de volgende generatie kerncentrales, als gratis brandstof, gratis energie. Al dat kernafval ligt daarop te wachten. De Duitsers hoeven dus geen bossen meer te kappen om ruimte te bieden aan windmolen; ze hoeven hun landerijen niet meer vol te zetten met zonnepanelen.
Technisch is het niet moeilijk om alles terug te draaien. Maar politiek gezien is het ook in Duitsland voorlopig nog onmogelijk. De overwinning op kernenergie was de eerste echt grote triomf van de Groenen. Er wordt in Duitsland geen onderzoek meer gedaan naar kernenergie. De overwinning is totaal, zelfs in de wetenschap.
Deze overwinning is de Groenen niet in de schoot gevallen. Ze hebben de strijd systematisch aangepakt. De Groene Partij, burgerbewegingen, activistische journalisten, bezorgde kerkgangers, burgerrechtenactivisten, natuur- en milieuactivisten, al die groeperingen waren aan het eind van de vorige eeuw onderdeel van de brede samenwerking binnen de anti-kernenergiebeweging – waarin al snel ervaren linkse radicale kaders de touwtjes in handen kregen. Aanvankelijk was de beweging idealistisch gedreven, de actievoerders deden aan geweldloos verzet, maar uiteindelijk kwam het tot goed georganiseerde en steeds gewelddadiger aanvallen. De staat verdedigde zich met hekken, waterkanonnen, helikopters en honderden politieagenten, maar verloor. Een idee won het van de macht, van de economie – en van de toekomst.
Gramsci’s culturele hegemonie
Het lijkt uiteindelijk toch nog een triomf te zijn voor de Italiaanse journalist en filosoof Antonio Gramsci. Die was mede-oprichter en parlementslid voor de Italiaanse Communistische Partij en toen Mussolini in 1926 aan de macht kwam werd hij gevangengezet. Hij stierf tien jaar later, nog altijd in gevangenschap. In die tien jaar ontwikkelde hij, ondanks de onmenselijke omstandigheden waarin hij verkeerde, het idee van de ‘culturele hegemonie’ en beschreef die in zijn Notities uit de gevangenis. Volgens zijn analyse is het niet de regering, met haar geheime politie en bajonetten, die een samenleving beheerst, maar bovenal een haalbaar idee en controle over de cultuur. Het was Gramsci die de term civil society bedacht, het maatschappelijk middenveld. Dat neemt volgens hem een centrale plaats in in de culturele machtsstrijd en consensusvorming.
Gramsci’s theorie legt uit hoe politieke groeperingen aan de macht komen, hoe intellectuele bewegingen politieke veranderingen inleiden, en hoe politieke leiders zomaar van hun voetstuk kunnen vallen. Zijn denken werd sterk beïnvloed door wat zich tijdens zijn leven afspeelde: hoe een paar haveloze intellectuelen, koffiehuisrevolutionairen en schrijvers in 1917 het eeuwenoude Russische tsarendom omver konden werpen, maar ook hoe de ‘zwarthemden’ de macht in Italië grepen en Rome veroverden. Verder terug in de tijd was er het verhaal van een door armoede geteisterde gemeenschap van vervolgde christenen die zich kon ontwikkelen tot een staatskerk met grenzeloze macht en enorme pracht en praal.
Uiteindelijk is het een opvallend eenvoudige theorie. Gramsci noteert dat er in het begin een idee is dat eerst in de collegebanken moet worden gepredikt en aanhangers moet vinden op krantenredacties, en dat de aanhangers van dat idee daarna pas enorme veranderingsprocessen in gang kunnen zetten. De bevolking trekt zich er aanvankelijk niets van aan, wordt dan achterdochtig en tegen de tijd dat de gevolgen zich laten voelen, is het al te laat. Tegenwoordig zou het de ‘Theory of Change’ genoemd worden.
De Grote Transformatie
Duitsland ervaart momenteel wat de huidige rood-groene coalitie de ‘Grote Transformatie’ noemt – wat begon als een paar warrige academische ideeën wordt nu omgezet in brute realiteit, met de steun van een breed mediafront. Journalisten voelen zich eindelijk niet langer waarnemers, maar actieve deelnemers. Ze koesteren zich in de gloed van gedeelde idealen en willen graag onderdeel zijn van een alliantie met politiek en wetenschap. Ze denken dat zij over kennis beschikken die het noodzakelijk maakt om veranderingen aan mensen op te leggen.
De Corona-regels hebben laten zien hoe grondwet, vrijheid en democratie opzij geschoven kunnen worden. De media hebben geoefend in het demoniseren van kritiek om die te elimineren. De politieke partijen en de oude media zorgen samen dat eventuele afwijkende meningen onderdrukt worden. Wie afwijkt wordt gecanceld. Dat geldt voor oude films en tv-programma’s, zelfs voor Pipi Langkous, en ook voor bepaalde politici: zij ontwrichten het ‘nieuwe normaal’ van een hegemonistische ideeënwereld die hermetisch afgesloten is van de werkelijkheid. Ideeën die de samenleving vooruit drijven in een verwarrend transformatieproces dat als onafwendbaar wordt voorgesteld. Niet alleen de rood-groene coalitie bezondigt zich daaraan: ook andere partijen worden meegesleurd.
De groene waan
De teloorgang van de christendemocratische CDU vloeit in ieder geval ook voort uit het feit dat deze partij geen weerstand meer biedt, maar vooral gretig knikt of zelfs voorop loopt: Kai Wegner, de kersverse burgemeester van Berlijn, heeft in een van de eerste zittingen van de door hem geleide nieuwe gemeenteraad een ‘vertegenwoordiger van de queer-gemeenschap’ benoemd om de wensen van seksuele minderheden te behartigen. De Beierse premier Markus Söder wil dit voorbeeld volgen. Sommige ideeën worden grenzeloos, zelfs in sociale ruimtes buiten de slaapkamer.
Besluiten worden niet langer op basis van technische of economische omstandigheden genomen, denk aan de energievoorziening, maar veeleer op grond van een ideologie die ver van de realiteit afstaat. De groene waan bestrijkt steeds meer terrein, ook de bevolkingspolitiek: de kiezer zelf wordt nu de troefkaart, het electoraat krijgt een nieuwe vorm.
Eigenlijk is het heel eenvoudig: Duitsland wilde asielzoekers bescherming bieden na alle ellende van hun vlucht en emigratie. Maar sinds 2015, of al eerder, staan de grenzen wijdopen: asiel voor iedereen, minimaal een permanente verblijfsvergunning en vervolgens volledige verzorging voor de vermeende vluchteling en zijn nareizende familie. Dat is het nieuwe devies van de overheid. Dat protocol wordt bewaakt door verenigingen, clubs, een hele advocaten-industrie en de verzorgingsbureaucratie. Geld speelt geen rol.
Vluchtelingen worden rechtstreeks vanuit Afghanistan ingevlogen, komen binnen over onbewaakte grenzen, of ze schepen zich voor de kust van Noord-Afrika in op ‘reddingsschepen’ die gefinancierd door staat en kerk naar Europa komen varen. Slechts een klein percentage van hen wordt daadwerkelijk als vluchteling erkend, maar iedereen blijft.
Een verzorgingsstaat zonder toegangsbeperkingen
Heb je kritiek op die toestand, dan word je weggezet als ‘nazi’ en misantroop. De massa-immigratie, waardoor de Duitse bevolking sinds 2015 met ongeveer acht miljoen mensen is gegroeid, is een te grote belasting voor de sociale zekerheid, de huizenmarkt en de scholen in Duitsland. Steeds meer criminaliteit en toenemende sociale spanningen zijn het onvermijdelijke gevolg. Ook daarover wordt liever niet gesproken.
De grenzen hoeven heus niet helemaal dicht, maar de immigratie in Duitsland mag toch wel enigszins aan banden gelegd worden? Bijvoorbeeld maximaal 200.000 immigranten per jaar. Dat wil zeggen elk jaar een grote stad erbij, zoals in 2015 de CSU-minister van Binnenlandse Zaken, Horst Seehofer, voorstelde. Maar daar is nu geen denken meer aan. De realiteit is nu mondiale, onbeperkte migratie, zoals al lang in het ‘Migratiepact’ van Angela Merkel is vastgelegd. Een verzorgingsstaat zonder toegangsbeperkingen, dat idee lijkt vandaag de dag onomkeerbaar.
Het is de essentie van mondialisme zonder grenzen, stoelend op de gedachte dat de Duitse bevolking bereid zal zijn om onbeperkt bij te dragen aan de financiering van die immigratie. Zo kan Duitsland ‘divers’ worden, want er zit winst in diversiteit, volgens een als onweerlegbaar gepresenteerd idee. De ‘bevolkingswetenschapper’ Naika Foroutan pepert het de autochtone Duitsers in: die herkennen hun Heimat terecht niet meer, zegt zij, want dat land is helemaal van niemand. Huis en haard afpakken als programma; de nieuwe politieke meerderheden komen de grenzen al over.
Eigenlijk zou deze groene tijdgeest nu wel met pensioen mogen gaan. De migratie lukt uitstekend en kernenergie is misschien niet de wereld uit, maar wel Duitsland uit. Maar ideologen komen altijd weer met nieuwe opgaven. Een van de vreemdste is het idee dat het grammaticale geslacht in het Duits iets te maken heeft met het biologische geslacht. In het Duits is de zon vrouwelijk en de maan mannelijk, terwijl aan de overkant van de Rijn ‘la lune’, de maan, concurreert met ‘le soleil’, de zon.
Biologische geslachten worden afgeschaft
Maar de laatste tijd is er op universiteiten, bij de publieke omroepen en de Groenen eindeloos veel energie en denkkracht gestoken in ‘gendervriendelijk’ taalgebruik. Een verstandig mens zou dit kunnen negeren, ware het niet dat de volgende stap al is gezet. Een zeer kleine minderheid van transseksuelen heeft met brede politieke steun afschaffing van de biologische geslachten voor elkaar weten te krijgen: man of vrouw, dat is allemaal inbeelding.
Je mag nu in Duitsland officieel je naam veranderen, en dat zou allemaal best leuk en aardig zijn, ware het niet dat criminelen hier een slaatje uit kunnen slaan en zich onvindbaar kunnen maken. Want deze nieuwe identiteitsverandering mag niet traceerbaar zijn. De trans-ideologie wordt via televisie en literatuur uitgedragen in kinderdagverblijven en op kleuterscholen en scholen. Aan kinderen wordt verteld dat zware hormoonbehandelingen en verminking via het scherpe scalpel van de chirurg hun puberproblemen kunnen oplossen.
Breken met tradities
Na vergelijkbare ontwikkelingen met de transideologie in Groot-Brittannië en de VS, waar ze een paar jaar op Duitsland en ook op Nederland voorlopen, zal deze toestand ook aan onze kant van het Kanaal over een paar jaar wel teruggedraaid worden. Maar tegen die tijd zullen waarschijnlijk tienduizenden meisjes voor altijd verminkt zijn, hun baarmoeders verwijderd en hun persoonlijkheid ernstig beschadigd. Zelfverminking en de vernietiging van vrouwen staan hoog op de lijst bij deze ideologie. Gramsci wist dat gezinnen conservatieve culturele ideeën langdurig aan volgende generaties kunnen doorgeven. Daarom staan het gezin en de kerken ook hoog op een woke-lijst: de lijst met vijanden.
Waarden die in gezinnen worden overgedragen, staan in de weg van de nieuwe ideologie die mensen opnieuw wil ontwerpen en een wezen wil creëren dat met de nieuwe politiek verenigbaar is. Gramsci en andere socialisten en communisten wilden vooral oude machten, oude ideologieën en economische wetten en tradities vervangen. Daar iets duurzaam nieuws voor in de plaats stellen, is meestal niet hun kracht. Revolutietheorieën helpen revolutionairen winnen, maar het ontbreekt ze vervolgens aan realiteitszin. Het zou effectiever zijn om met ervaring en bewezen traditie een geleidelijke verandering in gang te zetten. Maar na een revolutie zijn de verwoestende gevolgen vaak niet te overzien.
Duitsland was altijd een rijk land en andere landen waren jaloers op de Duitse verzorgingsstaat. Nu heeft Duitsland gebrek aan medicijnen, Duitse artsen trekken naar het buitenland, er zijn lange wachtlijsten en de omstandigheden in veel klinieken zijn erbarmelijk. De zwakste, oudste mensen van het land vegeteren in verpleeghuizen, die dan ook nog eens steeds vaker failliet gaan. Omdat de gemeenten de rekeningen niet betalen, omdat de kosten, zelfs van de meest miserabele zorg, de middelen te boven gaan van bejaarden die hun hele leven hebben gewerkt en nu niet meer in staat zijn het woord uit te spreken dat deze toestand beschrijft: schande.
De overheid besteedt het geld liever aan jonge immigranten, dertigjarigen die zeggen dat ze 16 zijn. Die hoeven niet te werken, terwijl ondertussen mensen die vroeger hard gewerkt hebben hun oude dag in armoede slijten en plastic flessen verzamelen. Voormalige gastarbeiders keren nu massaal terug naar hun land van herkomst. Ze voelen wel aan dat dit niet langer het Duitsland is waarin hun ouders of grootouders aan een betere toekomst wilden en konden werken.
Degradatie van een wereldkampioen
Het kan toch niet zo moeilijk zijn om een trein op tijd van München naar Berlijn of Hamburg te krijgen. Wat kunnen de Spanjaarden, Italianen en Japanners inmiddels beter dan de Duitsers? Waarom rijden hun treinen wel op tijd? Anders dan in Duitsland, waar de helft van de intercity’s helemaal niet of met grote vertraging vertrekt? En als dat zo is, waarom jaagt de Duitse overheid de forensen dan uit hun zuinige auto’s? Waarom staan ze de hele reis in vieze, vertraagde treinen met verstopte wc’s?
Is de reden misschien gelegen in het feit dat de wegen steeds slechter worden, en dat de overheid toekijkt terwijl de ene na de andere brug over de autobaan vanwege slecht onderhoud moet worden afgesloten? Gramsci’s navolgers zijn woordacrobaten, meesters in het schrijven van onbegrijpelijke woordenbreien. Concreet werken en kennis van technische of organisatorische processen behoren niet tot hun competenties; praktijklessen zijn een onbekend fenomeen.
En dus kunnen ze ongehinderd door enige kennis hun ideeën toepassen. Zo verliest een samenleving haar effectiviteit. De staatsschuld verhult voorlopig nog de gevolgen, nu weigeren om te presteren de dominante cultuur in Duitsland is geworden, en het land van melk en honing achter de windmolens begint. In amper twee jaar tijd heeft de overheid de begroting en de sociale zekerheid opgerekt tot de grenzen van wat mogelijk is. De werkelijkheid eist haar tol, en die wordt steeds hoger door al die gekke ideeën over transformatie.
De grootste triomf van de Groenen moet nog komen: de overwinning van het klimaatbeleid op een mensenleven. De lijst met maatregelen is verwarrend: de vernietiging van de fossiele energievoorraden ten gunste van windenergie – met laag rendement – is een van de gevaarlijkste besluiten. Insecten moeten de schnitzel vervangen, honden en koeien zijn ‘klimaatmoordenaars’ en moeten daarom weg, hygiënische plastic rietjes worden vervangen door papieren producten die gif afscheiden: niets is te klein en niets zo groot dat het niet ten prooi kan vallen aan de klimaatideologie. Kinderen worden niet meer gezien als een geschenk of levensgeluk, maar als klimaatvervuiling, en die moeten we dus niet willen.
Vijandigheid als uitgangspunt
Vijandigheid tegenover het leven wordt het nieuwe normaal. Werkelijke impact op het klimaat? Niet meetbaar, moest bondsminister van Economische Zaken Robert Habeck toegeven in een debat over warmtepompen. De ideologie telt, niet de werkelijkheid. Omdat het klimaat zo veelomvattend is, zijn de maatregelen dat ook. En omdat die zogenaamd onvermijdelijk zijn, worden democratische verworvenheden als achterhaald afgedaan. Denk aan de scheiding der machten, het stabiele systeem van checks and balances, maar ook burgerrechten en vrijheden, of zelfs de markteconomie.
De weerstand hiertegen groeit, en dus nemen de groene utopisten hun toevlucht tot steeds radicalere maatregelen: weerbarstige partijen moeten verboden worden, de democratie moet afgeschaft worden; vrijheid wordt opnieuw gedefinieerd als de vrijheid om vrijwillig instructies te begrijpen en op te volgen, voordat de staat dwang gaat uitoefenen. Internetmedia worden, als zij nog andere meningen toelaten, met één druk op de knop uitgeschakeld of in ieder geval gelijkgeschakeld.
Landbouw en industrie worden stilgelegd of in de wacht gezet; ook die zorgen alleen maar voor vervuiling. Uiteindelijk ontstaat er een wereld zoals Gramsci die in de jaren twintig van de vorige eeuw kende: een almachtige staat regisseert en leidt de domme volksmassa’s. Anders kan het niet. Wat wel nieuw is: de overheid en groepen mondiale miljardairs hebben hun krachten al lang gebundeld, en clubs die de groene energietransitie, de groene transporttransitie en straks vast ook de groene medicijnentransitie erdoor drukken, weten het zo te spelen dat de bankrekeningen van een kleine clan zich steeds verder vullen. De zwoegende meerderheid krijgt de rekening gepresenteerd. Zo had Gramsci het toch niet bedoeld?
*Roland Tichy is hoofdredacteur van het Duitse opinietijdschrift Tichy’s Einblick.
Vertaling en bewerking Willy Hemelrijk
De donateurs vormen het fundament van Wynia’s Week. U maakt het als donateur mogelijk dat ons online magazine 104 keer per jaar verschijnt. Doneren kan op verschillende manieren, kijk HIER. Alvast hartelijk dank!