Duitsland moet nog veel meer schulden gaan maken
Roland Tichy, hoofdredacteur van het Duitse blog Tichy’s Einblick, pleit tot zijn eigen verbazing voor meer schulden. Duitsland zit in een Europese schuldenunie, ook al beseffen de meeste mensen dat niet. Het Duitse begrotingsbeleid zou daarop in moeten haken en veel meer schulden moeten aangaan. In het belang van de eigen burgers.
Snel stijgende lasten voor de burgers
Deze week ronden de Duitse coalitiefracties hun overleg af over de federale begroting voor 2021. De vorig weekend uitgelekte cijfers doen het ergste vrezen: het ziet ernaar uit dat de Duitse minister van Financiën, Olaf Scholz (SPD), de schulden met 160 miljard euro wil gaan verhogen. Eerder was slechts sprake van 96 miljard euro.
Tegelijkertijd krijgen de Duitse burgers hogere belastingen voor hun kiezen: op 1 januari gaat de BTW weer met drie procentpunten omhoog tot 19 procent.
De klimaattransitie, waarvoor minister van Milieu Svenja Schulze en bondskanselier Angela Merkel ruimhartige compensatie hadden beloofd, zal elektriciteit, gas en verwarming duurder maken, uiteindelijk toch zonder enige vorm van compensatie. Voor een ééngezinswoning betekent dat in 2021 ongeveer 120 euro extra energiekosten. In 2025 zal dat bedrag zijn opgelopen tot 264 euro.
Gezondheidssoli
Natuurlijk is alleen extreem rechts ertegen dat de overheid meer geld gaat beuren voor de publieke omroep. Voor maar 84 cent per maand extra gaan ARD en ZDF nog meer oude tv-series herhalen in plaats van dure sport uit te zenden.
De Duitse regering had in 2019 besloten de al drie decennia bestaande solidariteitstoeslag (ter ondersteuning van de Oost-Duitse economie) vrijwel geheel af te schaffen. Maar de SPD wil deze Soli, zoals de toeslag afgekort wordt genoemd, nu niet eens gedeeltelijk afschaffen, maar gewoon omdopen in ‘gezondheidssoli’.
Dat heeft natuurlijk niets te maken met de pandemie. De gezondheidskosten zijn in 2020 in Duitsland zelfs gedaald doordat operaties worden uitgesteld en de anderhalvemeterregel griepgolven voorkomt. ‘De coronacrisis verschaft een alibi waarmee tegoeden in speciale fondsen worden geparkeerd voor toekomstige uitgaven,’ aldus de voorzitter van de Federale Rekenkamer (BRH) in zijn kritiek op de manier waarop de staat zijn burgers aanpakt. Regeren en cashen gaan makkelijker in dit coronajaar.
Onnodige zorgen over Duitslands hoge schuld?
Moeten we ons zorgen maken over de oplopende schulden? Eigenlijk wel, maar toch ook weer niet. Natuurlijk, die nieuwe, grotendeels door de Europese Centrale Bank gefinancierde staatsschuld is duizelingwekkend hoog. Er wordt meer geld gedrukt, veel meer geld, en de Duitse minister van Financiën kan het zich gemakkelijk veroorloven schulden aan te gaan, want hij hoeft geen rente te betalen. In het verleden zouden we dan waarschuwen dat van zo’n overvloed aan geld op een gegeven moment inflatie komt, en berg je dan maar! Je ziet de gefronste gezichten al voor je van de hoogleraren Economie die beweren dat al die schulden toch op een dag moeten worden afbetaald.
Maar de paradox van de huidige staatsschuld is dat die niet zal worden terugbetaald. En nog erger: alle schulden die Duitsland niet maakt, maakt de EU dan wel zelf. Of een andere lidstaat. De vraag is alleen nog: welk land gaat de schulden aan en welk land profiteert ervan? De sociale voorzieningen in het ene land zijn de schulden in het andere. Wie wil Duitsland zijn in deze rolverdeling?
In de EU eten alle bewoners de koelkast leeg
Natuurlijk hebben we decennialang het tegenovergestelde betoogd: stabiliteit en soberheid. Maar als de situatie verandert, moeten we ook anders gaan denken. En reken maar dat de situatie drastisch is veranderd. Wie zich houdt aan de lessen van weleer beseft niet dat de EU in de afgelopen zomer heel anders van aard is geworden: voor het eerst is er nu een centrale staat met centrale inkomsten, schulden en uitgaven. Het coronapakket van de EU omvat in totaal 1,8 biljoen euro. Dat is 1800 miljard euro. Daarmee vergeleken stelt de begroting van de Duitse minister van Financiën niets voor. Alsof een kleine jongen met knikkers speelt in plaats van geld. De beslissing om schulden aan te gaan wordt door anderen genomen. De EU is een gedeeld appartement waarin de bewoners de koelkast leegeten maar niemand maakt schoon. Niemand doet zelfs maar boodschappen.
Voor het wederopbouwfonds met een volume van 750 miljard euro zijn woorden als ‘nieuw’ en ‘historisch’ inderdaad op hun plaats, want zo is het: voor het eerst in haar geschiedenis lanceert de EU een door schulden gefinancierd economisch stimuleringspakket. De Commissie krijgt de ruimte om obligaties uit te geven op de financiële markten en nog veel meer schulden aan te gaan, en om die met financiële producten meer ‘leverage’ te geven, dat wil zeggen: te verveelvoudigen.
Duitsland is niet langer baas over eigen financiën
En wat ook duidelijk is: de individuele natiestaten zijn aansprakelijk voor de schulden van de gemeenschap. Jarenlang heeft Duitsland gevochten tegen die eurobonds, tegen die gezamenlijke obligaties van de EU-lidstaten. Nu zijn deze bonds er, ook al heten ze misschien anders. Het draait niet om de naam, maar om de economische realiteit.
Met het fonds is Duitsland aansprakelijk voor de schulden van de EU en haar lidstaten. Berlijn is niet langer de baas over zijn eigen financiën. De Bondsdag heeft zijn soevereine recht om zelf de begroting vast te stellen allang overgedragen aan de Commissie in Brussel. Dat zijn de simpele feiten.
Duitsland houdt gepensioneerden kort, andere landen niet
Nou verschillen de schulden en de sociale voorzieningen enigszins per EU-lidstaat. Een voorbeeld: in de laatste zomer vóór Corona wisten de Fransen met hun gele hesjes een door president Macron geëiste verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd van 62 naar 64 jaar gewoon weg te staken. Duitsland heeft de pensioengerechtigde leeftijd allang naar 67 jaar verhoogd, met als gevolg dat in Frankrijk 15% van het bnp naar de pensioenen vloeit, en in Duitsland slechts 10%.
Moet Duitsland dan om zijn pensioenfondsen te saneren de pensioengerechtigde leeftijd nog verder verhogen, zoals vaak wordt voorgesteld? Prima, maar in feite worden via de EU-pensioenfondsen de EU-schulden toch al tussen de lidstaten vereffend, of juist niet: terwijl Duitsland zijn gepensioneerden kort houdt, zijn andere landen royaal. De gemiddelde AOW bedraagt in Duitsland € 1264 per maand, in Frankrijk € 1638 en in Italië krijgen de oudjes zelfs € 1724.
Duitsers werken hard en spekken hun staat, anderen niet
Dat heeft ook veel te maken met de staatsschuld. Vóór de recente stijgingen van de staatsschuld bedroeg de Duitse schuldquote, gemeten naar het bruto binnenlands product (bbp), 71 procent; in Italië was dat 132 procent en in Griekenland, ondanks herhaalde schuldverlagingen ten koste van Duitsland, toch weer 176 procent. Desondanks krijgen studenten in Athene drie gratis maaltijden per dag in de kantine, terwijl Duitse studenten hun eten zelf moeten betalen.
Duitsers zijn harde werkers en spekken hun staat. Fransen en Italianen daarentegen houden hun staat kort en halen er zoveel mogelijk uit. Het gemiddelde netto vermogen (dus na aftrek van schulden) bedraagt in Duitsland slechts € 51.400 per hoofd van de bevolking. In Italië is dat € 163.000. Er zijn wel twijfels over deze cijfers – of een Italiaans gezin echt drie keer zo rijk is als een Duits gezin valt te bezien. Maar de Italianen zijn heus niet armer. In ieder geval zijn de mensen in Italië over het algemeen relatief rijk en de staat juist arm, terwijl in Duitsland een gulzige staat gevoed moet worden door armere burgers.
Is er nou, met dit in gedachte, echt geen andere mogelijkheid dan de belastingdruk in Duitsland hoog houden, in de uitkeringen snijden, en ondertussen de op één hoop gegooide fondsen van de lidstaten naar het zuiden overhevelen? Italië is Duitsland mentaal een paar stappen vóór. En dat is geen wonder, want het moderne bankieren is een Italiaanse en geen Duitse vinding.
Italiaanse schulden kwijtschelden
‘Europa moet de Covid-schuld kwijtschelden,’ kopte het Italiaanse dagblad La Repubblica deze week, nadat David Sassoli, voorzitter van het EU-parlement, zich over de Italiaanse schuldenkwestie had uitgelaten in Die Welt. Sassoli vond dat het wel tijd werd voor kwijtschelding. En hij is niet de enige. Duitse economen riepen in het voorjaar in Welt am Sonntag al om een gedeeltelijke schuldenverlichting voor Italië. ‘Vooral de Italiaanse schuldquote moet dringend omlaag,’ zegt Clemens Fuest, voorzitter van het Ifo Institute (voor economisch onderzoek) in München. ‘Over een paar jaar komt die schuldenverlichting voor Italië er heus wel.’ Die moet zo worden georganiseerd dat er geen bankencrisis volgt. ‘Maar ja, iemand moet de lasten dragen,’ benadrukt Fuest.
Alles goed en wel, maar wie zou daar dan voor opdraaien? Weet iemand een vrijwilliger, een goede vriend en beschermheer van Italië? Ook de econoom Lars Feld, vertrouweling van Merkel en voorzitter van de zogeheten Economische raad van wijzen (specialisten die macro-economische ontwikkelingen in de gaten houden) komt aan het woord. Hij denkt dat de eurozone zwaar onder vuur komt te liggen.
‘Er kan een eurocrisis 2.0 van komen,’ zei Feld tegen Welt am Sonntag. En die schuldenlast van Italië is ook zorgwekkend. Dit jaar stijgt die van ongeveer 135 naar 158,9 procent van het bbp. Volgens het Verdrag van Maastricht is 60 procent de bovengrens. ‘Deze situatie zou heel goed kunnen leiden tot een nieuwe staatsschuldencrisis zoals we die tussen 2010 en 2012 hebben gehad,’ waarschuwt Paul de Grauwe, econoom aan de London School of Economics. De toename van de schuldenlast zal bij beleggers de angst aanwakkeren dat de lasten op de lange termijn niet op te brengen zijn. ‘Als de financiële markten daar over gaan twijfelen, kunnen de risicopremies snel oplopen, met een schuldencrisis tot gevolg,’ waarschuwt Feld opnieuw. Klinkt verwarrend, maar de verklaring is simpel: als je zoveel schulden hebt, heb je hulp nodig. Dat heeft Italië goed geregeld! Alleen, wie gaat dat betalen als er toch geen goede vriend en beschermheer opduikt?
Kwijtschelding betekent enorme strop voor Duitsland
Kwijtschelding van een deel van de Italiaanse schulden zou aan het licht brengen dat Italië zijn schulden aan de ECB of de Deutsche Bundesbank niet langer betaalt. Het gaat daarbij ook om de mysterieuze Target2-saldi, geld dat de Bundesbank aan andere eurolanden verstrekt als lening wanneer ze Duitse producten kopen. Afgelopen september was dat bedrag opgelopen tot 1056 miljard, en ongeveer de helft daarvan, 520 miljard is een schuld van Italië aan de Deutsche Bank.
Kwijtschelding van de Italiaanse leningen zou dus een enorme strop voor Duitsland betekenen. Het Italiaanse deel van de Target2-saldi zou dan oninbaar worden. Italië zou wel geconsumeerd hebben, maar niet hoeven betalen.
Met 70 nog het dak op?
Maar als andere eurolanden ongecontroleerd schulden aangaan om hun sociale voorzieningen te financieren, waarom moet Duitsland dan nog steeds zijn dakdekkers op 70-jarige leeftijd het dak op sturen, bejaarden afknijpen en bezuinigen? Kunnen de Duitsers niet beter de Italiaanse weg kiezen: schulden maken ten gunste van de eigen burgers en eigen bedrijven, weinig belasting heffen en de sociale voorzieningen bekostigen met EU-fondsen?
Wie schulden heeft, kan ook investeren – scholen bouwen, wegen aanleggen, kortom: het land mooier inrichten. Dat blijft, zelfs als de schuldeisers handenwringend door het land trekken: een nieuwe school, die met geleend geld gebouwd is, kan niemand zomaar meenemen. Die school die staat er en de schuldeiser kijkt door het sleutelgat. En gepensioneerden die op 62-jarige leeftijd met pensioen zijn gegaan, kunnen op hun 70ste niet meer aan de slag. Slim is degene die de schulden maakt, in ieder geval in de EU. Die heeft een mooier leven en laat anderen ervoor betalen.
Wel of geen schuldenunie?
Deze vraag is des te prangender omdat het zogeheten Corona-hulppakket van de EU eenzelfde lot beschoren lijkt als de solidariteitsheffing voor Oost-Duitsland dertig jaar geleden: ook dit nieuwe tijdelijke pakket gaat nooit meer weg, zelfs al wordt nu het tegenovergestelde beweerd. In het begin, onmiddellijk na het akkoord in juli 2020, verzekerde bondskanselier Angela Merkel de Duitsers dat zo’n lening iets eenmaligs moest blijven en zeker niet betekende dat Duitsland toetrad tot een permanente schuldenunie. Maar Christine Lagarde, president van de Europese Centrale Bank, roept al op om van het Corona Reconstruction Fund iets permanents te maken. En pas in september vroeg de Franse minister van Financiën om een evaluatie van het werk van het wederopbouwfonds, om daarna te beslissen of het moest blijven bestaan.
Laten we het zo zeggen: Lagarde is geloofwaardiger dan Merkel. Frankrijk wil de EU-schulden ook allemaal in één pot stoppen, en dat is logisch, want de Franse economische cijfers lijken meer op die van Italië dan op die van Duitsland. Frankrijk volgt ook met veel succes de Italiaanse route en stuurt zijn werknemers vroegtijdig en goedbetaald met pensioen. Het land put uit het EU-schuldenvat dat de Duitsers dan weer moeten vullen.
Waarom neemt Duitsland geen voorbeeld aan Italië?
Wat zou er eigenlijk op tegen zijn als Duitsland de Italiaanse route zou nemen? Duitsland is natuurlijk samen met Nederland, Finland en Zweden het stabiliteitsanker van de EU. Sinds het Corona-fonds hebben de oorspronkelijke Maastricht-contracten afgedaan. Destijds werd daar afgesproken dat er geen gezamenlijke aansprakelijkheid en geen ‘bail out’ zou zijn; dat andere landen dus geen schulden van Italië zouden overnemen. Dat mag niet en dat zal niet gebeuren, hand op het hart van politici als Helmut Kohl en co, mensen die al lang niet meer leven of innig tevreden met zichzelf en hun dure eden van hun fijne pensioen genieten.
Ze kunnen er ook niets aan doen: EU-verdragen hoeven niet opgezegd of vernieuwd te worden – ze worden met voeten getreden en sterven een langzame dood. Wie zich er niet aan houdt, wordt niet gestraft. Alleen wie zich eraan houdt, betaalt de rekening. De laatste die eraan vasthoudt, is de domste. In dit geval Duitsland, samen met de andere landen die op stabiliteit hameren, en die daardoor de schulden van de andere landen moeten betalen.
Het einde van de monetaire unie
Schulden maken duidt op politieke wijsheid en een vooruitziende blik. Deze ogenschijnlijk rationele oplossing betekent uiteindelijk het einde van de monetaire unie en dus mogelijk ook van de EU, zoveel is wel duidelijk. Want als Duitsland met een nog sneller schuldenbeleid dan de huidige regering sowieso al heeft uitgezet, zijn naam als baken van stabiliteit te grabbel gooit, zal vroeg of laat niemand meer ‘Europese’ staatsobligaties kopen of de euro als munteenheid accepteren.
Dit zou betekenen dat EU-schulden niet langer kunnen worden gefinancierd. Het vertrouwen in de munt zou snel wegvallen – iedereen die euro’s heeft, wisselt ze in: in dollars, goud, bitcoin, Zwitserse franken of de Chinese munt die aan de horizon verschijnt. De euro zou devalueren, Europese burgers zouden steeds armer worden, Europese producten zouden voor afbraakprijzen over de toonbank gaan en de sociale voorzieningen zouden onbetaalbaar worden.
Uiteindelijk verliest iedereen
Daarmee hebben de machthebbers in Duitsland het land dus in een positie gemanoeuvreerd van waaruit maar één slechte en één nog ergere uitweg mogelijk is: Duitsland blijft (en dit geldt ook voor Nederland en andere kleinere, veelal Scandinavische landen) een redelijk ordelijk financieel beleid voeren en houdt goed in de gaten of de overheidsfinanciën en sociale voorzieningen wel betaalbaar blijven. In dat geval zijn de mensen in het land daar de dupe van. Die moeten dan immers veel belasting en premies betalen, worden daardoor steeds armer, raken hun concurrentiepositie in de wereld kwijt, en moeten ondertussen ook nog eens Frankrijk, Italië en andere landen overeind houden.
Andere mogelijkheid: de euro en misschien zelfs de EU vallen om doordat Duitsland de euro-bonds, het systeem van gezamenlijke aansprakelijkheid en de gemeenschappelijke begroting opgeeft. Dan zou er voor Angela Merkels beleid echt geen alternatief meer zijn.
Uiteindelijk verliest hoe dan ook iedereen. Het kostte Merkel 15 jaar om op dit punt te komen, the point of no return.
Vertaling: Willy Hemelrijk