Duitse neergang is voor Nederland een regelrechte economische bedreiging

MennoTamminga 12-11-24
De Duitse bondskanselier Olaf Scholz. Beeld: noz.de

Vraag een Nederlandse ondernemer welke exportmarkt het belangrijkste is, Duitsland of de Verenigde Staten. Wat zal hij zeggen?

Duitsland.

Het Nederlandse bedrijfsleven exporteerde vorig jaar voor 166 miljard euro goederen en diensten naar de Bondsrepubliek. Naar de VS ging 52 miljard.

Hier geldt het gezegde: beter een goede (economische) buur dan een verre vriend. De VS zijn onze vriend, al ziet iedereen na de herverkiezing van Republikein Donald Trump dat deze vriend maar één belang heeft: het Amerikaanse economische en politieke belang. Dat was onder president Joe Biden overigens in grote lijnen hetzelfde.

Mediakakofonie

De VS zijn natuurlijk een supermacht en de belangrijkste leverancier en financier van onze militaire veiligheid in de NAVO. Maar toch steekt de aandacht voor de Duitse teloorgang schril af bij de Nederlandse mediakakofonie rondom de Amerikaanse verkiezingen.

Op dezelfde dag dat de Amerikaanse kiezers Trump een historisch mandaat gaven, implodeerde de Duitse coalitie van SPD, Groenen en FDP. Bondskanselier Olaf Scholz (SPD) ontsloeg zijn minister van Financiën Christian Lindner, tevens partijleider van de liberale FDP.

Duidelijker kan de tegenstelling niet zijn: de VS staan aan de vooravond van het economische programma van de dominante, maar onvoorspelbare president Trump. Duitsland, de leidende deelnemer aan de Europese Unie, is krachteloos, politiek verdeeld en stuurloos.

Twee korte observaties illustreren de tegenstelling. In Trumps plannen zit geen rem op extra overheidsschulden, terwijl Duitsland zo’n rem, de Schuldenbremse, in de wet heeft verankerd. Nummer twee: de invoering van importheffingen, Trumps favoriete woord, belemmert de Duitse export en maait de economische groei weg. 

En Nederland?

Het slechte nieuws is: Nederland kan zich niet onttrekken aan deze Duitse herfst. Decennia zeiden economen: als Duitsland niest, is Nederland verkouden. Zo erg is het niet meer, maar de economische relaties zijn zo hecht, dat nu al de eerste waarschuwingen klinken. Van ondernemers én vakbond.

Europese auto-industrie onderschatte China

Het middelpunt van de Duitse economische malaise is Volkswagen. De autofabrikant is overrompeld door de Chinese export naar Europa én de ‘kopersstaking’ in China van Duitse auto’s. VW wil dat de Duitse arbeiders 10 procent loon inleveren om de kosten omlaag te brengen. De vakbond wil juist 7 procent erbij. Volgens nog steeds onbevestigde berichten zou de directie ook drie fabrieken in Duitsland willen sluiten.

Dat is niet eerder vertoond. Genoeg brandstof voor sociale strijd. En bedenk wel: VW staat model voor de Duitse én Europese auto-industrie die de concurrentiekracht van Chinese producenten van elektrische auto’s als BYD ernstig heeft onderschat.

Nedcar

Nederland heeft eerder al een voorproefje gekregen van de neergang van de auto-industrie toen Nedcar in Born moest sluiten. Daar werkten op de piek van de markt ongeveer 5.000 arbeiders. De sluiting van Nedcar, omdat opdrachtgever BMW daar geen nieuwe auto’s meer wilde laten maken, volgt een bekend patroon. Eerst nemen de Duitse fabrikanten maatregelen tegen fabrieken in het buitenland. Dan probeer je nog wat kostenbesparingen uit je buitenlandse leveranciers te wringen. En als de nood maar blijft stijgen, moet ook je (Duitse) thuismarkt eraan geloven.

Inmiddels klinken ook in Nederland de waarschuwingen. Bestuurder Hans Wijers van vakbond FNV Metaal vreest bijvoorbeeld ontslagen bij Nederlandse toeleveranciers. ‘De orders stromen momenteel niet binnen.’

Minder, minder, minder

De invloed wordt breed gevoeld. Minder Duitse autoverkopen betekent minder orders voor staal bij Tata Steel in IJmuiden. Minder kunststofbumpers. Minder uitlaatpijpen. Minder schuifdaken. Allemaal producten die Nederlandse bedrijven aan Duitsland leveren. Minder autoproductie betekent ook minder doorvoer vanuit de Rotterdamse haven.

Minder auto’s betekent minder werk voor uitzendkrachten. Zij staan als eerste op straat. Dat zie je terug in de cijfers van Randstad, die ook voor de Duitse auto-industrie werkt. De omzet in Duitsland kromp in de eerste drie kwartalen van dit jaar met 14 procent ten opzichte van 2023 en de marktomstandigheden zijn ‘onverminderd zwaar’.

Denk bij toeleveranciers niet alleen aan producenten van hardware. In een auto zit tegenwoordig ook een hele lading software. En ook daarvan komt een deel uit Nederland, namelijk van NXP in Nijmegen. NXP was ooit een divisie van Philips, maar is nu een zelfstandige gigant. Topman Kurt Sievers waarschuwde vorige week voor ‘bredere economische zwakte’, lees: minder orders.

Als je uitzoomt van de auto-industrie naar de héle Duitse industrie zie je dat ook het kabinet-Schoof last kan krijgen van de industriële krimp. Een maatregel die in Duitsland de ronde doet is een verlaging van de stroomkosten, zodat industriële bedrijven goedkoper uit zijn. Laat nu uitgerekend het Nederlandse staatsbedrijf Tennet in Duitsland een prominente positie hebben in het hoogspanningsnet. Moeten Tennets tarieven omlaag? Compenseert de Duitse regering het verschil?

Duitsland wilde twee jaar geleden het Duitse Tennet-net wel kopen, maar haakte af. Geen geld. Inmiddels hebben de kabinetten RutteVier en Schoof maar liefst 44 miljard euro geleend aan Tennet om zijn investeringen in Duitsland te blijven doen. Wat een hoofdpijndossier.

Traagheid en achterstand

Scholz talmt met een stemming in het Duitse parlement over het voortbestaan van zijn vleugellamme regering. Als hij wordt weggestemd, wat zeker is, dan volgen in het voorjaar vervroegde verkiezingen.

In de VS regeert vanaf 20 januari Trump. Duitsland loopt achter de feiten aan en blijft dat doen. Made in Germany was decennialang een kwaliteitsstempel. Nu symboliseert het traagheid en achterstand. Voor buurland Nederland is dat een regelrechte economische bedreiging, misschien nog wel bedreigender dan Trumps invoerheffingen.

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week verschijnt nu drie keer per week! De groei en bloei van Wynia’s Week is te danken aan de donateurs. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!