Driss, afgekickt dankzij vriendin
Hans Werdmölder volgde jonge (Marokkaanse) misdadigers vanaf de jaren tachtig. Eerdere afleveringen van deze serie in Wynia’s Week gingen over Najib, Ilias, Abdel, Rinus, Chico, Bob en Brahim.
Driss (1962) behoort ook tot de oorspronkelijke groep van het clubhuis. Hij heeft alles meegemaakt, waaronder ook de vele krakersactiviteiten met het doel het krijgen van een eigen honk. Via Rinus, de ‘witte Marokkaan’, is hij bij de club gekomen.
Terugkijkend op deze ‘wilde periode’, zei hij in 2009: ‘Wij waren toen heel wilde jongens. Je dacht alleen aan plezier maken, aan uitgaan, naar de disco en zo, én je had geld nodig. We dachten ook niet na, als wij mensen beroofden. Je luisterde ook niet naar je ouders die jou op het rechte pad wilde houden.’
De ouders van Driss zijn gescheiden toen hij vijftien was. Zijn moeder is als pleegkind opgegroeid bij een welgestelde familie in Marokko. Vader is als gastarbeider in Nederland gaan werken. Vanwege de grote verschillen in opvoeding klikte het niet goed tussen zijn ouders, zeker niet na de gezinshereniging.
Eerste en laatste aanhouding
In 1976, hij was toen veertien jaar, werd Driss voor het eerst aangehouden vanwege ‘eenvoudige winkeldiefstal’. Daarna volgde verschillende 311 en 312 delicten, ‘diefstal in vereniging’ en ‘diefstal met geweld’. Driss komt in de jaren tachtig veel in het clubhuis. Daar staat hij onder invloed van Joessef die uit dezelfde streek in Marokko komt. Joessef zou in 1983 door zijn vader worden teruggestuurd naar zijn geboorteland.
Driss is ook kritisch op de groep Marokkaanse jongens. In een interview zegt hij: ‘Marokkaanse jongens kunnen soms heel vreemd doen. Het lijkt wel of zich beter voelen dan een ander. Ze zijn helemaal niet behulpzaam, gedragen zich min of meer asociaal en maken rotzooi. Vooral de ‘tweede generatie’ heeft dat heel erg. Maar als ze tegen mij zo doen, dan doe ik het terug.’
Driss was twintig jaar toen hij weer eens werd opgepakt. Ditmaal zit hij zes dagen vast op het politiebureau. Hij herinnert zich: ‘Dat was helemaal niet leuk. Je kon niet roken, je zat de hele dag in dat hok. Ik werd hartstikke gek. Ik heb toen gezworen nooit meer iets te doen.’ Tijdens de rechtszitting komen nog andere zaken aan het licht, misdrijven waar zijn vader toen pas van hoorde. Driss krijgt een voorwaardelijke gevangenisstraf met een proeftijd van twee jaar.
Van de reacties van zijn vader en andere familieleden is hij behoorlijk geschrokken. Hoewel hij daarna nog verslaafd zou raken aan de coke, heeft hij sindsdien niets meer met justitie van doen gehad. Die ervaring was een duidelijk keerpunt in zijn leven als crimineel.
Het timmerproject
Driss is meegaander en minder passief dan de rest. Dat blijkt wel uit de ervaringen met het timmerproject. Er moet een kast en een tafel worden gemaakt, terwijl de bar zal worden verlengd. Hiervoor is speciaal een timmerman aangetrokken, die de jongens zal begeleiden bij hun werkzaamheden. In de subsidieaanvraag wordt door de leiding van het clubhuis opgemerkt dat de animo voor het inrichten, zelf maken van meubels en bar, schilderen van muren en beveiliging tegen vernielingen erg groot is.
Tweemaal per week maakt de timmerman zijn opwachting. Op dinsdag klokslag twaalf uur verschijnt hij in het clubhuis. Hij heeft er zin in en wordt enthousiast ontvangen door Achmed, de Marokkaanse stagiaire. De eerste taak is een timmerkast te maken om alle spullen veilig te kunnen opbergen. Pas daarna kunnen de werkzaamheden aan de bar beginnen, zo laat de timmerman weten.
Na een kwartiertje kom Albert even kijken. Hij wordt enthousiast begroet door Achmed, maar Albert kan niet. Hij moet vandaag met Bolle mee. ‘Waar zijn Hamid, Abdelkader en Najib,’ vraagt Achmed. Ook zij hebben zich voor het project opgegeven. Albert haalt zijn schouders op. Weet hij veel. Achmed zegt het heel vervelend te vinden en verontschuldigt zich bij de timmerman. Na een uur vergeefs wachten gaat de timmerman onverrichter zake naar huis.
Later op de middag komen Driss, Hamid en anderen druppelsgewijs het clubhuis binnenwandelen. Inmiddels heeft Achmed de werktekeningen bestudeerd en gaat met Driss aan de slag. De timmerman laat mij na een paar weken weten: ‘De timmerkast en de tafel zagen ze nauwelijks zitten. Ze hadden ook allemaal verschillende meningen, hoe het er eigenlijk eruit moest zien. De meesten kwamen een uurtje en dan zei ik: ‘Zullen we eens wat gaan doen?’ ‘Nee, want …’ ‘Dan keken ze op hun klokje en hadden geen tijd. Achmed, de stagiaire, sprong er steeds op in. Hij ging tekeer tegen de jongens, maar hij kreeg ze ook niet zover.’
Op gegeven moment heeft de staf het clubhuis voor bezoekers gesloten, zodat een klein groepje, onder wie Driss en Achmed, ongestoord kon werken. Van het leeraspect van het timmerproject is weinig terecht gekomen, zo meent de timmerman.
Als verweer op de klachten van de jongerenwerkers voeren de jongens aan dat de timmerman elke dag aanwezig moet zijn. ‘Als we willen timmeren moet dan kunnen en niet tweemaal in de week. Ook Frans, de jongerenwerker, baalt er behoorlijk van. ‘Ze willen allemaal. Toen werd het mooi weer, weg waren ze. Naar Zandvoort of Hilversum. Op die manier ga ik af bij de gemeente’ is zijn reactie.
Mustafa, de oudere broer van Hamid, heeft het allemaal onder zijn neus zien gebeuren. Als ik hem hierover aanspreek, schudt hij meewarig het hoofd. ‘Ze hadden al het geld – daarmee bedoelt hij het gemeenschapsgeld om de bar te verlengen – beter kunnen besteden voor Marokkaanse jongeren die een vak willen leren.’
Voor Driss is het ook een reden om niet meer met de jongens van het clubhuis om te gaan. De meesten komen uit de Rif, het Noorden van Marokko, terwijl hij is geboren in de streek rond Fez. Zoals bekend zijn er grote regionale verschillen in Marokko, vaak ook nog gebaseerd op verschillende gesproken (Berber)talen. Dergelijke verschillen zijn ook van invloed op de relaties en vriendschappen van Marokkanen in Nederland. Dat afstand nemen van je vroegere vrienden valt vaak niet mee. Het wordt gemakkelijker als je regulier werk hebt, in een andere omgeving bent gaan wonen en een vaste relatie hebt.
‘Vroege uittreder’
Driss is een ‘vroege uittreder’. Hij is vóór zijn 25ste jaar gestopt met het plegen van crimineel gedrag. Toch is hij nog ernstig verslaafd geraakt aan het gebruik van coke, maar hij hoefde geen criminele activiteiten te plegen om de coke te kunnen betalen.
In 1986 heeft hij afscheid genomen van het clubhuis Marnel, na een fikse ruzie met Abdelkader. In de sociale arena van het clubhuis stak Abdelkader vaker de draak met hem. Op gegeven moment was Driss het opgefokte gedrag van Abdelkader beu en zijn er wat klappen uitgedeeld. Hij is toen gaan werken als barman bij het jongerencentrum Happy Family. Dat was toen zwart werk.
In die periode, eind jaren tachtig, had hij ook vaste verkering. Hij heeft zijn vriendin leren kennen als barkeeper in één van de Happy’s. Mede dankzij de hulp en steun van zijn toenmalige Nederlandse vriendin is Driss afgekickt.
Over de rol van zijn vriendin – ‘ze snoof niet, ze dronk niet, ze rookte alleen sigaretten’ – bij het stoppen van zijn verslaving aan cocaïne en gokken, vertelde hij mij: ‘Een gedeelte heeft ze me geholpen, een gedeelte heb ik zelf gedaan. Ze praatte wel, maar ze was niet iemand die mij pushte… Dan ging ik toch weer gebruiken. Ik heb wel drie jaar gesnoven. Maar als ik na een heftige ruzie wegloop, ga je toch nadenken. Dan denk ik weleens: je hebt toch gelijk, weet je.’ Dat was een tweede, belangrijk keerpunt in zijn leven. Uiteindelijk heeft Driss werk gevonden via een uitzendbureau.
In 2009 ontmoet ik hem weer in Amsterdam-West. We hebben elkaar lange tijd niet gezien, maar gelukkig herkent hij mij nog. Driss is inmiddels getrouwd met een Marokkaanse vrouw uit zijn geboortestreek. Hij heeft vier kinderen uit twee relaties en werkt tegenwoordig als taxichauffeur. Die baan bevalt hem prima.