‘Diversiteit’ geldt alleen voor wie aan de norm voldoet

pride-amsterdam
Pride Amsterdam: tolerantie geldt niet voor iedereen.

Hoewel diversiteit hoog in de agenda’s van overheid en bedrijfsleven prijkt, staat de term in de praktijk eerder synoniem voor eenvormigheid. Naast allochtonen, moeten in toenemende mate ook vrouwen en ‘LBGTQ-ers’ voorbeeldig voorspelbaar zijn, conform heersende verwachtingen rond kleur, geslacht of geaardheid. Minderheden die niet in het diversiteitsmodel passen leveren ongemak op. Ongemak dat wordt weggepoetst met dedain of met het demoniseren van dissidente geluiden. In de ‘inclusieve’ samenleving is uitsluitend plek voor kleurloze modelminderheden.

Wie meer wil weten over het ideaalbeeld van personen van kleur, kan Netflix-series kijken. Volgens onderzoek scoort dat bedrijf (motto: iedereen moet gezien worden) beter op de diversiteitsladder dan traditionele Hollywoodstudio’s. De meeste mensen ‘van kleur’ – die sinds de aanstelling van een diversiteitsmanager vaker in de series te zien zijn – voldoen aan het beeld van de ideale progressieve schoonzoon. Gekleurde mannen en vrouwen zijn feministisch, houden vaak van kunst en staan open voor lesbische liefde en andere regenboogrelaties.

Minderheden zijn voorbeeldig

In de wereld van de beeldvorming kunnen minderheden weinig verkeerd doen. In de politieserie The Rookie kun je er bijna bij elke aflevering gerust van uitgaan dat een zwarte verdachte het niet heeft gedaan. Het oude stereotype van de zwartharige bad guy of girl versus lelieblanke onschuld is verruild voor het spiegelbeeld. Het gebrek aan creativiteit wordt binnenkort verder geïnstitutionaliseerd, bijvoorbeeld in diversiteitseisen die vanaf 2024 gelden voor films die voor een Oscar in aanmerking willen komen.

In Nederland wordt binnenkort ook via een nulmeting werk gemaakt van meer diversiteit in film en media. De Nederlandse cultuursector hanteert al langer De Code Diversiteit & Inclusie, een gedragscode om de sector ‘gelijkwaardig toegankelijk en aantrekkelijk te maken voor iedereen, waarbij iedereen wordt gewaardeerd en gerespecteerd en zich gehoord en thuis voelt’.

Allochtonen die niet aan het Netflix-ideaalbeeld voldoen roepen al langer ongemak op. Problemen rond criminaliteit of integratie worden niet benoemd. Dat vooral minderheden zelf in probleemwijken daarvan last ondervinden doet er niet toe. Sterker: door de immigratie op zijn beloop te laten is die in Nederland groter dan ooit. In het belang van minder succesvolle minderheden is dat niet, want woningproblematiek of bijvoorbeeld concurrentie met laaggeschoolde arbeidsmigranten uit Oost-Europa treft vooral de gekleurde onderklasse.

 ‘Inclusief zijn’ was ook onbelangrijk toen relatief meer allochtonen ongevaccineerd bleken en daarom vaker werden buitengesloten door de omstreden coronapas. Over de lagere vaccinatiegraad (rond zestig procent) werd hooguit hooghartig gedaan. Zo vonden sommige experts dat de overheid deze groep moest informeren ‘in een taal die zij begrijpen’ omdat ‘zij geen toegang hebben gehad tot dezelfde informatie als jij en ik’.

Van migranten worden politiek-correcte meningen verwacht

Het diversiteitsideaal geldt al zeker niet voor migranten met meningen die niet passen in het politiek-correcte plaatje. Allochtonen die geen hulp willen of de woke-ideologie bekritiseren liggen onder vuur of zijn onzichtbaar in het debat. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor het aanzienlijke deel van het allochtone electoraat dat op partijen als de PVV, FVD of JA21 stemt.

De dubbele diversiteitsmoraal blijft andere minderheidsgroepen evenmin bespaard. Het bestrijden van vrouwenhaat staat in de belangstelling. Kritiek op vrouwelijke politici wordt al snel als misogynie bestempeld. Sigrid Kaag sprak tijdens het jongste D66-congres van venijnige vrouwenhaat die middeleeuwse vormen aanneemt. ‘Demonisering en ontmenselijking van de ander hebben gevolgen. Je hoeft geen helderziende te zijn om te vrezen voor de gevolgen’, zei de partijleider tijdens het congres dat ironisch genoeg vooral in het teken stond van grensoverschrijdend gedrag binnen de partij.

In haar rijtje van vrouwelijke voorbeelden van vrouwenhaatslachtoffers stonden geen rechtse vrouwen. Wel noemde Sigrid Kaag burgemeester Femke Halsema en de linkse historicus Nadia Bouras die haatmail kreeg en onlangs over rechtsfilosoof Raisa Blommestijn en de haren twitterde dat zij ‘nooit eens ontroerd raken door muziek, een goed boek of een mooie film’. ‘Het zijn zombies, iedereen die ermee in aanraking komt wordt vergiftigd’, zei ze ook.

Het demoniseren van ‘verkeerde’ meningen

Vrouwen met verkeerde meningen heten al snel ‘extreemrechts’. Demonisering vergemakkelijkt het uitwissen van onwelgevallige meningen. Het label is ook een vrijbrief voor selectief seksisme. Toen opiniemaker Eva Vlaardingerbroek in een veelbekeken rechtse Amerikaanse talkshow stelling nam voor de boerenprotesten waren de seksistische aantijgingen niet uit de lucht. De kwalificatie ‘melkmeisje’ in een column in de Volkskrant is een mild voorbeeld daarvan. Anders dan bij de gebezigde termen ‘tassendrager’ of ‘boodschappenmeisje’ voor vrouwelijke politici leidde dit niet tot verontwaardiging onder diversiteitsaanhangers.

Ook de regenbooggemeenschap is minder veelkleurig dan het lijkt. De uitingen van de pridecultuur worden weliswaar steeds bonter, maar voor ideologische diversiteit is daarin geen plek. Zo konden de mannen en vrouwen van Stichting De Roze Leeuw niet meedoen met de Pride Walk in Amsterdam. De stichting vertegenwoordigt ‘nuchtere homo’s, lesbiennes en biseksuelen’ en neemt stelling tegen de regenboogslachtoffercultuur en expliciete kanten van de pridecultuur, zoals foto’s van geslachtsdelen van transpersonen op borden in de buitenruimte.

Voor de Pride-organisatie leek dat de reden om in een Engelstalig statement te stellen dat ‘extreemrechts’ niet welkom was bij de Pride. Na bedreigingen zag De Roze Leeuw af van deelname aan de parade die staat voor de veiligheid en rechten van de regenbooggemeenschap ‘in al zijn diversiteit’.

Het censureren van ongewenste meningen

De dwangmatige pogingen om opstandige minderheden te cancelen worden gerechtvaardigd met zerotolerance voor de ‘intoleranten’. Ook de organisatie van Pride Amsterdam haalt daarbij de veelgeciteerde voetnoot van wetenschapsfilosoof Karl Popper aan waarin staat dat intolerantie in een tolerante maatschappij bestreden mag worden.

Dat Popper in dezelfde voetnoot schrijft dat debat desondanks de voorkeur geniet wordt in het statement achterwege gelaten. Te betwijfelen valt ook of Popper, die alle vormen van autoritarisme uit zijn tijd hekelde, bedoelde dat vrijheid van meningsuiting moet plaatsmaken voor censuur of dat het plaatsen van – soms kort door de bocht – kritische kanttekeningen bij het dominante discours actief beteugeld moet worden in een democratie.

Betuttelen is racisme

Het betuttelen van minderheden doet denken aan het oude racisme waarin minderheidsgroeperingen stereotypen zonder menselijke gelaagdheid zijn die niet op eigen kracht vooruit kunnen komen. Rond het beeld van minderheden als nobele wilden is een slachtofferindustrie opgetuigd die moet beschermen tegen ‘systemisch racisme’ of ‘kwetsende’ woorden of beelden.

Een enkeling ontleent wellicht morele autoriteit aan een chronische ‘slachtofferstatus’. Voor anderen levert de helpersrol morele superioriteit of status op. Voor velen betekent doorgeslagen diversiteit minder het gepropageerde ‘jezelf kunnen zijn’ en meer conformisme. Met bevrijding van vooroordelen of met veelvormigheid heeft de dubbele diversiteitmoraal dan ook weinig van doen.

Wynia’s Week zorgt 104 keer per jaar voor broodnodige, onafhankelijke berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!