Dit weerwoord van Arnout Jaspers werd geweigerd door De Volkskrant
Afgelopen zaterdag besteedde De Volkskrant ruim aandacht aan mijn boek De Stikstoffuik, maar op een merkwaardige manier. Een bestseller in dat genre wordt normaliter door een van de wetenschapsredacteuren gerecenseerd, of middels een interview met de auteur kritisch behandeld. Maar De Stikstoffuik was blijkbaar te radioactief voor journalisten: er werden vijf citaten uit het boek gelicht, waar drie verklaarde tegenstanders van het boek (‘experts’) hun pijlen op mochten richten.
De Volkskrantredacteur die de inleiding bij het stuk schreef, Jean-Pierre Geelen, noemde het boek op twitter een zakbijbeltje voor rechtse stikstofontkenners.
Van mij mag het allemaal; als er maar een echt debat over stikstof op gang komt. Dat bleek De Volkskrant echter niet van plan.
Ik stuurde onderstaande repliek op het artikel naar de opinieredactie van de krant. Die werd zonder opgaaf van redenen afgewezen. In hun standaard afwijzingsmail staat wel dit: ‘Een stuk komt voor plaatsing in aanmerking als het de aanzet geeft tot een debat of als het een bijdrage levert aan een lopend debat, als het een oorspronkelijke zienswijze bevat, en als het inhoudelijk en stilistisch voldoet.’
Hieronder staat het weerwoord dat door De Volkskrant werd geweigerd. Oordeelt u vooral zelf.
‘Paniekzaaien met grammen’
Het is op zich verheugend en terecht dat De Volkskrant afgelopen zaterdag twee wetenschappers en een medewerker van een natuurbeschermingsorganisatie vroeg om commentaar op mijn boek De Stikstoffuik. Het publieke debat over natuur moet heropend worden, en vooral bevrijd uit het keurslijf van het heersende stikstofnarratief.
Uiteindelijk is dat een discussie over waarden: hoeveel sociaaleconomische schade hebben wij als Nederland echt over voor piepkleine natuurgebiedjes met een minieme betekenis voor de Europese biodiversiteit? Dit gaat dus niet over de Biesbosch of de Waddenzee, maar over al die over Nederland uitgestrooide snippers Natura2000-gebied. Daar mag iedereen een mening over hebben, maar wel op basis van wetenschappelijk onderbouwde feiten, graag. Op sommige punten draagt het commentaar van de drie geïnterviewden daar niet aan bij.
Ecoloog Wieger Wamelink zegt dat een grenswaarde van een kilo extra stikstofdepositie (per hectare per jaar) ‘geheid desastreuze effecten op de biodiversiteit’ heeft. Dit zou zijn aangetoond in een studie uit mei 2021. Ik heb die opgezocht, en net als uit alle andere stikstof-studies die ik eerder heb bekeken, blijkt daar uit dat een kilo meer of minder geen meetbare invloed op een stuk natuur heeft.
Er zit altijd zoveel natuurlijke variatie in de data, dat 5 kilo meer of minder de laagste dosis stikstof is waaraan je – soms – een significant effect op biodiversiteit kunt toeschrijven. Dat blijkt ook uit het feit, dat Kritische DepositieWaardes (KDW’s) internationaal met een bandbreedte van 5 à 10 kilo worden opgegeven. Alleen in Nederland zitten die tot op de kilo vastgepind, puur formeel, vanwege de vergunningsverlening.
Er zijn hier dan ook legio Natura2000-gebiedjes waar het ondanks vele kilo’s overschrijding van de KDW goed gaat met de natuur.
Dat betekent natuurlijk niet dat je willekeurig veel bedrijven elk een kilo depositie op een en hetzelfde Natura2000-gebied mag laten veroorzaken, maar die situatie doet zich in Nederland niet voor. Bij geweigerde vergunningen gaat het in de praktijk om grammen, niet om kilogrammen depositie.
Sander Turnhout van SoortenNL beweert dat de natuur ‘waar wij goed in kunnen leven’ het door stikstof steeds moeilijker krijgt, en dat dit ook ‘een probleem is voor mensen die niks met natuur hebben’. Dit is paniekzaaien. Wat betreft de directe gezondheidseffecten van stikstof op mensen voldoet Nederland aan de Europese normen, en wij leven niet in en van de natuur. De ecosysteemdiensten waar Nederland deels van leeft, komen uit de landbouw en uit zee, niet uit die stikstofovergevoelige Natura2000-gebiedjes.
‘Stikstofprofessor’ Jan Willen Erisman vindt dat we maar gewoon moeten vertrouwen op computermodel AERIUS, waarvan hij zelf toegeeft dat het ongeschikt is voor vergunningsverlening. Hij trekt een vergelijking met de coronacrisis, toen het kabinet ook ingrijpende maatregelen nam op basis van modellen – toen van het RIVM, met grote onzekerheden.
Interessante vergelijking. De RIVM-modellen leverden voor het kabinet het alibi om de avondklok in te stellen. Een maatregel die de grondwettelijke vrijheid van burgers aantastte, en die, naar we nu weten, nul effect had op de pandemie.
Het grote verschil met AERIUS is, dat die coronamaatregelen inmiddels allemaal zijn teruggedraaid. Maar als talloze boeren straks door AERIUS onterecht worden aangewezen als ‘piekbelaster’ en worden onteigend, is dat nooit meer terug te draaien. Terwijl de natuur er weinig tot niets mee opschiet.
Arnout Jaspers is de wetenschapscolumnist van Wynia’s Week. De donateurs maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!