Dit EU-akkoord zal de instroom van asielzoekers niet beteugelen
De lidstaten van de Europese Unie bereikten vorige week een akkoord over nieuwe regels voor de afhandeling van asielverzoeken. Dit resultaat werd in de media over het algemeen positief ontvangen. Net nu de instroom volkomen uit de hand dreigt te lopen, en de aantallen asielzoekers naar ongekende hoogten dreigen te stijgen, komt dit bericht als geroepen.
Worden de aantallen nu eindelijk – zoals premier Rutte beweert na te streven – beheersbaar? Om de lezer niet langer in spanning te laten: het korte antwoord op deze vraag is nee. Alvorens dit nader toe te lichten hieronder eerst een korte samenvatting van de bereikte overeenkomst.
Het onderhandelingsresultaat omvat een tweetal clusters van maatregelen, te weten:
- de asielprocedureverordening, en
- de verordening asiel- en migratiebeheer.
De eerste cluster met de titel ‘asielprocedureverordening’ voorziet onder meer in éénzelfde ‘gestroomlijnde’ asielprocedure in alle lidstaten. Dat zou tot gevolg kunnen hebben dat het Nederlandse inwilligingspercentage meer in lijn komt met het veel lagere EU-gemiddelde. Voorts is voorzien in wijziging van de ‘Dublinregels’ inzake het terugsturen van doorgereisde asielzoekers naar het land van aankomst in de EU. Of een en ander een significant dempend effect gaat hebben op de instroom in Nederland is op voorhand moeilijk in te schatten.
Schiften aan de buitengrenzen
Een meer fundamentele systeemwijziging binnen deze cluster wordt gevormd door de ‘verplichte grensprocedures’: ‘Deze grensprocedures zijn bedoeld om aan de EU-buitengrenzen snel te kunnen beoordelen of aanvragen ongegrond of niet-ontvankelijk zijn. Als de asielgrensprocedure van toepassing is, krijgt de betrokken persoon geen toegang tot het grondgebied van de lidstaat.’
Dit zou bijvoorbeeld potentieel overlast gevende zogenoemde ‘veiligelanders’ kunnen beletten om door te reizen naar Ter Apel. Dit vooruitzicht zou op zijn beurt een ontmoedigend effect kunnen hebben op potentiële migranten in veilige landen. Het zwakke punt van deze oplossing is natuurlijk dat de betrokken landen nog steeds niet of slechts in beperkte mate meewerken aan het terugnemen van hun onderdanen.
De tweede cluster met de weinigzeggende titel ‘verordening asiel- en migratiebeheer’ betreft allereerst een ‘Nieuw solidariteitsmechanisme’. Dit gaat over het verdelen van de instroom in de EU en de daaraan gerelateerde lasten over de lidstaten: ‘De lidstaten kunnen kiezen voor herplaatsingen, financiële bijdragen of alternatieve solidariteitsmaatregelen, zoals de inzet van personeel. Welke vorm van solidariteit zij kiezen is volledig aan de lidstaten. Geen enkele lidstaat zal ooit worden verplicht om herplaatsingen uit te voeren.’
Polen en Hongarije, die steeds weigerden aan eerdere herplaatsingsplannen mee te werken krijgen zo hun zin. Dwarsliggen loont dus in de EU. Hierbij moet worden aangetekend dat deze landen ook tegen het leveren van een financiële bijdrage zijn als alternatief voor herplaatsing.
EU is beter in bedenken dan in handhaven van regels
Een ander element van de tweede cluster is het ‘voorkomen van misbruik en secundaire bewegingen’. Het betreft maatregelen gericht op vermindering van de mogelijkheden voor de asielzoeker om zelf te kiezen in welke lidstaat hij of zij een verzoek indient. Mits ook werk wordt gemaakt van de handhaving zou dit minder klanten voor Ter Apel tot gevolg kunnen hebben.
Maar de EU is helaas beter in het bedenken van regels dan in het handhaven ervan. Denk alleen al aan de criteria van het Stabiliteits- en Groeipact, die sinds de invoering van de euro door tal van lidstaten langdurig aan hun laars worden gelapt. Elkaar houden aan gemaakte afspraken is in EU-kringen not done.
Niet meer grip op de instroom
De bereikte overeenkomst zal door de Europese Raad ter goedkeuring worden voorgelegd aan het Europese Parlement. Het kan nog wel een paar jaar duren voordat de nieuwe regels in werking treden. Maar als die regels eenmaal van kracht zijn zullen we nog steeds geen grip hebben op de instroom. De nieuwe regels hebben immers betrekking op de afhandeling van de asielverzoeken, maar niet op de instroom.
Als het meezit zullen sommige nieuwe regels wel een ontmoedigingseffect hebben op de instroom. Maar het migratiepotentieel in Afrika en het Midden-Oosten is nu eenmaal praktisch onbeperkt en de internationale verdragen impliceren nog steeds een open-einderegeling. Iedereen die de EU weet te bereiken heeft immers recht op een asielprocedure. Daar brengen de vorige week gemaakte afspraken geen verandering in. En dit betekent dat er nog steeds geen enkele bovengrens kan worden gesteld aan de instroom, een instroom die inmiddels tekenen van een exponentiële groei vertoont.
Deals met transitlanden naar het voorbeeld van de Turkijedeal kunnen, hoewel verre van ideaal, helpen de instroom te beteugelen. De missie naar Tunesië van premier Rutte, zijn Italiaanse collega Meloni en EC-voorzitter Von der Leyen moet in dit licht worden bezien. Maar als ook deze route onvoldoende resultaat afwerpt komen andere opties in beeld.
Te denken valt aan offshore processing van asielverzoeken en opvang in de regio naar het voorbeeld van initiatieven in Denemarken en het Verenigd Koninkrijk. Hiervoor zijn overeenkomsten nodig met landen in de regio’s van herkomst en zullen de nodige juridische hobbels moeten worden genomen. Als ook langs deze weg onvoldoende resultaat wordt geboekt rest nog maar één oplossing om de instroom aan banden te leggen.
Pas verdragen aan of zeg ze op
VVD-prominent en asieldeskundige Henk Kamp legde onlangs uit hoe dat ultimum remedium eruit ziet: aanpassing of anders opzegging van het VN-Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Omdat deze verdragen zijn geïncorporeerd in het recht van de EU zal, volgens Henk Kamp, de EU hierin mee moeten gaan, of anders zullen we onze relatie met de EU moeten herzien. Premier Rutte is zo ver nog niet. Afgelopen vrijdag in zijn wekelijkse gesprek met de NOS benadrukte hij dat we binnen de verdragen moeten blijven.
Een en ander impliceert overigens niet dat we in de EU, en dus ook in Nederland, helemaal geen vluchtelingen meer zouden moeten opnemen. Het gaat erom dat de aantallen, zoals premier Rutte steeds benadrukt, beheersbaar zijn.
Idealiter zouden we zelf moeten kunnen bepalen hoeveel, maar ook – zoals de sociale wetenschapper Ruud Koopmans voorstelt – wélke vluchtelingen we toelaten: ‘Je kan een zeer restrictief systeem invoeren zoals Denemarken, maar tegelijk ook meer échte vluchtelingen blijven opnemen. Bijvoorbeeld via hervestigingsprogramma’s van de VN.’
Hans Roodenburg is econoom en gaf bij het Centraal Planbureau leiding aan onderzoek naar de economische gevolgen van immigratie. Hij publiceert sinds maart 2021 in Wynia’s Week over het Nederlandse immigratiebeleid.
Wynia’s Week volgt het Nederlandse bevolkingsbeleid kritisch en op de voet. Steunt u deze broodnodige berichtgeving? Graag! Doneren kan HIER. Hartelijk dank!