Dirk Achten, voormalig Belgisch ambassadeur: ‘Nederland maakt zich ongeliefd door overal de schoolmeester uit te hangen’
door Michael Vandamme
Hoe anders is Nederland, vergeleken met België? Zorgt onze bestuurscultuur er daadwerkelijk voor dat de dingen beter zijn georganiseerd dan bij onze zuiderburen? Het zijn vragen die Dirk Achten met nuance benadert.
Als Belgisch ambassadeur in Nederland – voorheen was hij onder meer hoofdredacteur van het Vlaamse dagblad De Standaard – was Achten de afgelopen vijf jaar een bevoorrecht waarnemer. De vele vergelijkingen leidden tot het boek Ligt het aan ons, ondertitel: Waarom Nederlanders en Belgen hun land anders organiseren.
Wat was precies de reden om tot het schrijven over te gaan?
Achten: ‘Het is een rijpingsproces en bovendien had ik door mijn pensionering plots de tijd om er ook echt aan te beginnen. Ik woonde toen in Marseille waar mijn vrouw ook als diplomate nog even aan de slag was. De basis ervan is echter gelegd toen ik nog werkte.’
‘Zoals elke ambassadeur die zijn post verlaat, moest ik bij mijn vertrek uit Nederland een zogenaamd ‘eindezendingsverslag’ maken. Dat is een omstandig verhaal over de indrukken die men heeft van het land dat men verlaat. Daar zat zoveel materiaal in dat ik voor dit boek kon gebruiken. Daar koppelde ik ter vergelijking dan de Belgische realiteit aan.’
U beschrijft een enquête waaruit blijkt dat Nederlanders hun taal een belangrijk onderdeel van hun identiteit vinden. Toch een opmerkelijk resultaat als men weet met welke souplesse ze op het Engels overstappen, of iets wat daarvoor moet doorgaan.
‘Ik vond dat ook een opmerkelijk resultaat. Als je in Nederland bent, heb je de indruk dat voor hen de taal louter utilitair is. Gezien onze geschiedenis ligt dit bij ons wel anders. Ze is haast existentieel. Taal bepaalt wie je bent, wat blijkbaar heel wat Nederlanders dus ook vinden. Feit is dat je dat niet merkt in het dagelijks leven. Zoals u terecht opmerkt, schakelen ze nogal graag over op het Engels.’
‘De plaats die ze het Engels in hun hoger onderwijs hebben toegekend, zit in eenzelfde lijn. In Enschede is een universiteit die uitsluitend in het Engels doceert, waar je dan voornamelijk Duitsers in de collegebanken aantreft (lacht).’
‘Je merkt dat het ongenoegen wel toeneemt, ook om praktische redenen. De instroom van buitenlandse studenten legt een sterke druk op de woningmarkt, met alle gevolgen van dien. De instellingen barsten ook uit hun voegen. Een grote omslag zie ik nog niet, maar als die enquête correct is – en niets doet me daaraan twijfelen – zal die er beslist komen.’
‘Er zit iets ambigu in de Nederlandse identiteit: enerzijds zijn ze al dan niet zelfverklaarde wereldburgers, maar anderzijds is Nederland de standaard van zowat alles. Ze ontkennen nationalisten te zijn, maar het tegendeel is waar, veelal onbewust. Ze hebben hun identiteit dermate geïnterioriseerd (verinnerlijkt– red.) dat ze het niet meer als nationalisme herkennen (lacht).’
Historisch kunnen we niet om de religieuze tradities van Nederland heen. Welke maatschappelijk rol speelt religie vandaag?
‘De ontkerkelijking is natuurlijk ver gevorderd, maar het religieus verleden laat veel sporen na. Meer dan je denkt. Te beginnen met de bestuurscultuur, die een duidelijke protestants stempel draagt. Ook al waren katholieken altijd al in ruime mate aanwezig.’
‘Je merkt in het politieke landschap ook nog steeds de SGP en de Christen Unie, twee partijen voor wie religie een centrale rol in hun programma speelt. Samen zijn ze toch goed voor acht zetels. In mijn ogen is religie belangrijker in het Nederland van vandaag dan in Vlaanderen.’
U schrijft over de bestuurscultuur in beide landen. Hoe kneedbaar is zo’n bestuurscultuur?
‘Geschiedenis kan veel verklaren, maar een bestuurscultuur kan veranderen, en doet dat ook. Sommige analyses stellen wat allemaal moet gebeuren, alsof je met een wit blad begint. Men moet zich goed bewust zijn dat een bestuurscultuur veranderen een erg traag proces is. Niet vergelijkbaar met het wijzigen van een bedrijfscultuur.’
België en Nederland hebben al heel wat stappen gezet op het vlak van samenwerking. Botsen we op limieten of bestaat er ruimte om de samenwerking nog uit te breiden?
‘Ik denk dat de wil om verdere stappen te zetten zeker bestaat. Ik heb daar zelf als ambassadeur hard aan gewerkt. Wij hebben met Buitenlandse Zaken het initiatief genomen om samen met Nederland een ambassade in Albanië te delen. De ambassadeur was een Nederlander, de nummer twee een Belg, maar onze ambassade stond ten dienste van alle twee de landen Wij zijn trouwens de enige twee landen die dat doen, een ambassade delen!’
‘Op het gebied van defensie is ook al een heel parcours afgelegd en inmiddels is de marine geïntegreerd en onder één centraal commando geplaatst. Ook de verdediging van het luchtruim doen we samen. We zijn de twee landen die binnen de EU het nauwst samenwerken. Niet toevallig is de Benelux net de kern van het Europees eenmakingsproces.’
‘Wat ontbreekt is de samenwerking Nederland-Wallonië. Die is onbestaande, terwijl beide grenzen aan elkaar. Nederland heeft maar twee buurlanden, maar veel animo om aan die specifieke band iets te veranderen lijkt niet te bestaan.’
U had het over de SGP en de ChristenUnie, twee van de vele partijen in de Tweede Kamer. Hoe belangrijk is die politieke versnippering?
‘Ze werkt erg verlammend, wat behoorlijk hard weegt. Je merkt dat aan de regeringsvormingen die steeds langer duren. Er wordt uitgebreid onderhandeld, iedereen wil zijn ding binnenhalen, wat tijdrovend is. Anderzijds wordt het systeem er niet door platgelegd. Toch werkt deze situatie verzwarend, alles verloopt trager en de Tweede Kamer kan minder goed functioneren.’
‘En dan hebben Nederlanders nog de luxe maar één taal te hebben in een land zonder communautaire tegenstellingen. Mochten ze dat er nog eens bovenop krijgen, zou het land volstrekt onregeerbaar geworden zijn. Misschien dat de invoering van een kiesdrempel soelaas kan brengen, maar dat lijkt niet aan de orde te zijn. Ergens domineert het gevoel dat ze zich die versnippering nog kunnen veroorloven.’
Slaagt Nederland erin zich binnen de EU te herpositioneren nu de Brexit de traditionele machtsverhoudingen door elkaar heeft geschud?
‘U moet goed beseffen dat ze nooit erg enthousiast zijn geweest over de Europese eenmaking, ook al waren ze een van de pionierslanden. Maar Nederland heeft nu eenmaal de blik meer gericht op het Noorden en de Angelsaksische wereld, terwijl ze de EU vooral als een Frans-Duits project percipiëren. Sommigen zagen er zelfs een katholiek verhaal in, vooral protestanten dan (glimlacht). In het verleden konden ze zich achter de Britten verschuilen, vandaag niet meer, dat begint door te dringen.’
‘Er worden studies uitgevoerd over hoe Nederland zich binnen de Unie kan en moet positioneren. Ze beseffen dat ze het moeten stellen met de huidige constellatie. Niet toevallig duikt Emmanuel Macron wel eens op in Den Haag en Mark Rutte in Parijs. Dat zijn banden die aangehaald worden.’
‘Ziet u, Nederland heeft een van de best presterende economieën ter wereld, maar door haar omvang behoort ze niet tot het clubje van ‘rijke’ landen. En dat ergert hen. Een ander nadeel waarom ze internationaal niet meer boven hun gewicht spelen, is de onweerstaanbare drang om te moraliseren. Wanneer je constant schoolmeestertje speelt naar anderen toe, dan wekt dat geen sympathie op natuurlijk. En zo verliezen ze op andere momenten steun.’
Michael Vandamme schreef dit interview voor doorbraak.be
Wynia’s Week verschijnt twee keer per week, 104 keer per jaar. Helemaal gratis! Dat wordt mogelijk gemaakt door de lezers, luisteraars en kijkers die vrijwillig bijdragen. Doet u mee? Hartelijk dank!