Deze extreme inflatie bedreigt de eigenwaarde van de middenklasse
We leven in extreme tijden. Elke nieuwe dag lijkt alarmerend politiek-economisch nieuws te brengen. Twee lekke gaspijpleidingen (terreuraanslagen?) van Rusland naar Duitsland. Een reddingsactie van de Britse centrale bank voor de pensioenen van miljoenen burgers. In Nederland: 17 procent inflatie. Ongehoord.
Nederlands politici en beleidsmakers hebben al ruim twee generaties geen ervaring meer met onbeheersbare prijsstijgingen. De laatste keer dat het zo uit de hand liep was in de roerige jaren zeventig van de vorige eeuw. Snappen politici wel ten volle wat de gevolgen zijn van de galopperende inflatie?
Hogere inflatie dan Brazilië
Hoe snel inflatie zekerheden aantast, wordt duidelijk uit een artikel in Het Financieele Dagblad van begin februari, nog maar acht maanden geleden. De inflatie was toen 7 procent. Aan het woord kwam onder meer een hoogleraar economische geschiedenis. De vakbonden zouden geen looneisen van 10% tot 15% stellen zoals in de jaren zeventig, dacht hij. Toen staakten zij ook volop om hun eisen kracht bij te zetten, maar hun macht op de werkvloer hebben ze niet meer, was zijn analyse.
Als mensen die de geschiedenis moeten kennen zo de plank misslaan, hoe moet het dan met topambtenaren en politici? Welkom in onze extreme tijden. Want hoe is het nu? FNV en CNV stellen looneisen van 10 procent of meer. Bij de NS, waar werd gestaakt, en in de grootmetaal hebben de bonden al bijna gekregen wat zij wilden: 8 à 9 procent extra.
Afgelopen week staakten, voor het eerst in vijftig jaar, personeelsleden van het luxe warenhuis De Bijenkorf in Amsterdam. Een teken aan de wand? Als economische zekerheden wegvallen gaan mensen de straat op. Wij kennen die beelden uit Sri Lanka of hyperinflatielanden in Zuid-Amerika, maar dat kan hier ook. En, zoals econoom Han de Jong op zijn blog laat zien: in Brazilië dat al veertig jaar worstelt met torenhoge inflatie, ligt de inflatie nu onder die in Nederland.
Vlak de ECB niet uit
Waar komt de inflatie vandaan? De tomeloze gasprijzen als gevolg van Poetins oorlog in Oekraïne spelen de hoofdrol. Maar bedenk wel: het was al beleid in Nederland om gas steeds duurder te maken, zodat burgers ‘gestimuleerd’ worden tot verduurzaamde energievoorziening.
Maar vlak de ultra-lage rentepolitiek van de Europese Centrale Bank (ECB) ook niet uit. De ECB heeft jarenlang geprobeerd om met een extreem lage rente de economie te stimuleren en de inflatie richting 2 procent te tillen. Maar de enige prijzen die écht stegen waren de prijzen van aandelen en van huizen. Op zijn beurt joeg de hausse op de Nederlandse huizenmarkt de economie aan. Gouden tijden voor bouwers, banken, klusbedrijven, keukenverkopers en parketleggers.
De ECB dacht vorig jaar dat de inflatie tijdelijk was en deed weinig. Mis. Inmiddels moeten rappe renteverhogingen de overspannen economie beteugelen. Geld lenen wordt duurder, consumenten zijn al somber, bedrijven zien hun omzet dalen en reorganiseren, zodat de krapte op de arbeidsmarkt verdwijnt en looneisen gematigd worden in het zicht van groeiende werkloosheid.
Dat proces kan best lang duren. En in de tussentijd worden zekerheden van huizenbezitters, spaarders en gepensioneerden aangetast door de oplopende inflatie én de hogere rente van de ECB.
Huis in brand
Eerst het goede nieuws. Gepensioneerden krijgen weer compensatie voor de gestegen prijzen. Daar hebben zij soms meer dan tien jaar op moeten wachten. Het slechte nieuws: de pensioenfondsen moeten sappelen om met de dalende aandelen- en obligatiekoersen de eindjes aan elkaar te knopen.
De rentesprongen zitten de pensioenwereld nog op een andere manier dwars. Pensioenfondsen verzekeren de pensioenen gedeeltelijk tegen renteschommelingen. Dat kost geld, maar dat is gezien de enorme invloed van de rente op pensioenen niet onverstandig. Maar nu de ECB de rente steeds verhoogt, zijn die kosten extreem. Vergelijk het maar met de bewoner van een brandend huis die een brandverzekering wil hebben: peperduur.
Nog steeds geen rente
In de eerste zes maanden van 2022 moesten Nederlandse pensioenfondsen voor maar liefst 82 miljard euro beleggingen verkopen om hun renteverzekeringen te betalen. Dat was ruim 4 procent van hun totale vermogen. Met hoeveel verlies? Dat laat zich niet becijferen voor buitenstaanders. Gezien de rentesprongen is het eind nog niet in zicht.
Een bittere pil is er voor spaarders. Eerst kreeg je als gevolg van de ECB-politiek steeds minder rente, toen niks, of zelfs een boete. Maar de geldontwaarding was ook laag. Nu confronteert de ECB-politiek de spaarder met extreme inflatie en, nog steeds, bijna geen rente. Tel uit je verlies.
Verleden slechte raadgever
De derde groep zijn de huizenbezitters, rond 55 procent van de Nederlandse huishoudens. Koopwoningen zijn het kernbezit en de eigenwaarde van de middenklasse. Wat staat hen te wachten? De huizenmarkt reageerde in het verleden traag op economische schokken en rentesprongen. In de jaren zeventig waren huizen lange tijd zelfs een goeie verzekering tegen oplopende inflatie, want de huizenprijzen stegen mee.
Dus gaat u allen rustig slapen, huiseigenaren? Als de economische schokken van de laatste maanden iets hebben laten zien is dat het verleden een waardeloze raadgever is. Met één uitzondering: extreme inflatie voedt onrust en onrustige burgers zijn niet bang voor politieke wending.
Econoom en journalist Menno Tamminga was redacteur en columnist voor NRC Handelsblad. Sinds begin augustus 2022 publiceert hij zijn wekelijkse columns in Wynia’s Week.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar. De betalende lezers maken dat mogelijk. Wordt u ook donateur? Dat kan HIER. Hartelijk dank!