De wonderbaarlijke nieuwe biografie van Hans van Mierlo
Het is niet algemeen bekend, maar D66 heeft een opvallend politiek record op haar naam staan. Het is Neerlands enige politieke partij waarvan de drie founding fathers alle drie besloten hun lidmaatschap te beëindigen.
We hebben het dan over Peter Baehr (1935-2010), Erik Visser (1935-1997) en Hans Gruijters (1931-2005). Bij laatstgenoemde veroorzaakte de opzegging – in 2004 – de meeste reuring. Geen wonder, want Gruijters was behalve een van de drie oervaders van D66 tevens de ideoloog van de partij en, tussen 1973 en 1977, ook de eerste minister.
Slechte gewoonten
Gruijters stond niet bekend als een politiek correcte denker. Hij was bijvoorbeeld een uitgesproken voorstander van kernenergie. Ook verklaarde hij al in de jaren tachtig dat het volle Nederland geen immigratieland kon zijn. Bovendien: ‘Veel immigranten zijn afkomstig uit landen waar weinig of geen cultuur bestaat. Als ze wat meenemen, zijn het slechte gewoonten.’
Gruijters, zo stelde zijn biograaf Klaas Tammes vorig jaar vast, was teleurgesteld in wat er terecht was gekomen van de oorspronkelijke D66-idealen. ‘De doorbraak in de Nederlandse politiek was uitgebleven. De staatkundige vernieuwingen waren niet gerealiseerd. De nieuwkomer van toen was inmiddels geïncorporeerd in het oude bestel waar hij een consequente tegenstander van bleef.’
Taaie kost
Dat het zo afliep met D66, kan niet los worden gezien van de man die tussen 1966 en 1973 en tussen 1986 en 1998 optrad als partijleider: Hans van Mierlo. In 2012, twee jaar na zijn overlijden, verscheen onder de titel Een krankzinnig avontuur een lijvige bundel met een keuze uit zijn politieke beschouwingen. Het deed de nagedachtenis aan Van Mierlo geen goed.
Zijn roemruchte (congres)toespraken, vaak boeiend om te beluisteren, bleken taaie kost om te lezen. Ook inhoudelijk stelden ze teleur. Was dit echt ‘de meest vernieuwende Nederlandse politicus van de tweede helft van de twintigste eeuw’, zoals de flaptekst ons wilde doen geloven?
Van Mierlo in China
De bundel bevatte ook de vijf artikelen die Van Mierlo schreef voor dagblad De Tijd na zijn bezoek aan China, in de zomer van 1973. Mao’s Culturele Revolutie (1966-1976), waarbij tientallen miljoenen Chinezen de dood in werden gejaagd, was nog gaande – de grootste massamoord uit de geschiedenis van de mensheid.
Maar Van Mierlo komt in zijn reisverslag niet verder dan frases als ‘de rijstopbrengst gaat ieder jaar omhoog‘, ‘veel fabrieken hebben kindercrèches’ en ‘de communistische partij en het leger hebben grote invloed’. Onthutsend.
Warm hart, maar geen koel oog
Deze week verscheen onder de titel Een wonderbaarlijk politicus de langverwachte Van Mierlo-biografie van historicus en journalist Hubert Smeets. De auteur onthult in zijn voorwoord dat hij zijn baan bij NRC Handelsblad in 1980 te danken had aan een aanbeveling van zijn hoofdpersoon: ‘Ik ben Van Mierlo altijd dankbaar geweest voor dit duwtje. (-) Ik kan en wil niet ontkennen dat ik niet strikt neutraal naar hem kijk.’
En inderdaad: Smeets heeft een warm hart voor Van Mierlo, maar helaas voor zijn lezers niet altijd een koel oog. Zijn boute bewering dat Van Mierlo in 1973 een cruciale rol speelde bij de formatie van het kabinet-Den Uyl blijft onbewezen. Dat de D66-voorman negentien jaar later, bij de formatie van Paars, opnieuw van doorslaggevende betekenis was, wordt evenmin overtuigend aangetoond.
Paars hing in de lucht
‘Dwong’ Van Mierlo in 1994 Wim Kok (PvdA) en Frits Bolkestein (VVD) tot een samenwerking ‘die beiden eigenlijk niet wilden’, zoals Smeets schrijft? De enige andere optie die Kok had om premier te worden was hernieuwde samenwerking met het CDA, een constructie die de PvdA bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1994 had moeten bekopen met de grootste verkiezingsnederlaag uit de partijgeschiedenis.
Bolkestein, op zijn beurt, pleitte al in 1989 voor een coalitie zonder het CDA. ‘De christendemocraten,’ zei hij toen in een interview met Elsevier, ‘zijn al langer aan de macht dan de communistische partij in Rusland. (-) In de PvdA zitten heel aardige mensen en het is altijd leuk om met aardige mensen te regeren.’ Ook niet onbelangrijk: in de Tweede Kamer beschikten PvdA, VVD en D66 al sinds 1977 over een riante meerderheid. Paars, zou je kunnen zeggen, hing in de lucht.
Niet erg praktisch
Wie de winst- en verliesrekening van Van Mierlo wil opmaken, moet natuurlijk ook kijken naar zijn twee ministerschappen. Op Defensie (1981-1982) trok hij geen diepe sporen. Voor Van Mierlo, schrijft Smeets, was de atoombewapening ‘een wijsgerige kwestie’. Die benadering van het – op dat moment – belangrijkste thema in de Nederlandse politiek was weliswaar origineel, maar niet erg praktisch.
Op Buitenlandse Zaken (1994-1998) viel Van Mierlo volgens Smeets ‘buiten alle categorieën’ die het ministerie tot dan toe had gekend. ‘Hij is niet hooghartig en zeer gesteld op directe contacten en gesprekken. Hij houdt niet van de loodgieterstassen vol dossiers waarmee een minister thuis wordt opgescheept.’
De keerzijde? ‘Vaak laten besluiten lang op zich wachten, omdat de minister nog niet is uitgedacht. Secretaris-generaal Van den Berg wordt er wel eens tureluurs van. Als hij dan aan het eind van de middag met Van Mierlo wat napraat over de verstreken werkdag, een glas wijn en nootjes bij de hand, en de minister iets hoort beslissen, gaat hij niet naar huis maar nog even naar zijn kamer om deze besluiten snel de ambtelijke molen in te jagen zodat de minister er de volgende ochtend niet op kan terugkomen.’
Wederom origineel, maar niet erg praktisch.
Malle vertoning
Smeets sluit zijn boek af met een tien pagina’s tellend pleidooi voor een progressieve volkspartij, een ‘verkreukeld pronkstuk uit Van Mierlo’s politieke nalatenschap’ dat ‘herwaardering’ zou verdienen. Een malle vertoning zonder precedent in de moderne Nederlandse geschiedschrijving. Waarom zou je als lezer van een politieke biografie geïnteresseerd moeten zijn in de politieke privé-opvattingen van de biograaf?
Van Mierlo, zo meldt de achterflap van Smeets’ boek, was ‘een politicus die geen politicus was’. Misschien bestaan er ook wel biografen die eigenlijk geen biograaf zijn.
Hubert Smeets: Een wonderbaarlijk politicus. Hans van Mierlo 1931-2010. De Bezige Bij, € 39,99.