De VVD heeft een nieuwe lijsttrekker, maar verder is er niets veranderd
Het afgelopen weekend congresseerden vijf partijen op zaterdag en een zesde op zondag. Bij het VVD-congres, in Rotterdam, voelde men zich vereerd dat andere partijen hun voorbeeld volgden.
Het tekende de sfeer. Het eerste partijcongres met Dilan Yeşilgöz-Zegerius als lijsttrekker en partijleider straalde optimisme uit. Alsof de VVD bij de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november vanzelfsprekend de grootste partij blijft.
De recente parlementaire geschiedenis spreekt dit tegen. Na de eerste verkiezingen zonder CDA-premier Ruud Lubbers (1982-1994) en PvdA-premier Wim Kok (1994-2002) belandden hun partijen in de oppositie. Maar de VVD toonde geen enkele twijfel.
De nalatenschap van Mark Rutte lijkt verzekerd
Voor de VVD lijkt niks wezenlijks veranderd door de val van het kabinet, behalve de partijleider. Mark Rutte, zoals ieder congres in wit overhemd met opgestroopte mouwen, oogde ontspannen. Zijn nalatenschap leek verzekerd.
De kandidatenlijst lijkt op die van 2021. Van de eerste twintig kandidaten stonden twaalf de vorige keer ook in de top 20. Van de acht opengevallen plekken werden vijf opgevuld met mensen die al in 2021 op de lijst stonden of bewindspersoon waren in het vierde kabinet-Rutte. De eerste kandidaat zonder landelijke politieke ervaring staat op plek 16.
Let vooral op de eerste vijf. Rutte wilde niet door, nummer twee Tamara van Ark vertrok eerder om gezondheidsredenen. De overige drie schoven omhoog. Yeşilgöz lijsttrekker. Sophie Hermans, die niet overtuigde als fractievoorzitter, op twee. Bente Becker, de afgelopen jaren zo weinig in beeld dat niet verwacht werd dat ze doorging, op drie.
Plek vier en vijf zijn voor Eric van der Burg en Christianne van der Wal. Het asielbeleid van staatsecretaris Van der Burg viel slecht bij de achterban. Het stikstofbeleid van Van der Wal werd daags na de presentatie afgekeurd door het VVD-congres (Mirjam Nelisse, die de motie indiende, staat onverkiesbaar op 47).
Yeşilgöz wordt beschouwd als rechtser dan voorganger Rutte. Rechtse kiezers zagen Van der Burg en Van der Wal als VVD-bewindspersonen die D66-beleid uitvoerden. lijstrekker Yeşilgöz blokkeert de spreidingswet , die Van der Burg blijft verdedigen. Wat wordt de netto-indruk bij de kiezer?
Er zijn twee mogelijke ‘vooropleidingen’ voor Kamerleden: politieke ervaring opdoen in gemeente, provincie of Europees Parlement dan wel eerst medewerker zijn van de fractie, Kamerleden of bewindspersonen. Raads- en statenleden combineren hun mandaat met en brengen maatschappelijke ervaring mee. Gewezen medewerkers zijn al bekend met de mores op het Binnenhof. Vaak belanden ze daar direct na afloop van hun studie, werkervaring buiten de politiek hebben ze zelden.
De partijtop kon weer ongehinderd een kandidatenlijst opstellen
Voormalige medewerkers Hermans en Beckers stonden in 2017 voor het eerst op de kandidatenlijst, lager dan ervaren landelijke politici. In 2021 kregen voormalige medewerkers hogere plekken dan kandidaten met plaatselijke of provinciale ervaring. Dit versterkte het beeld dat de VVD eenzijdig gericht is op het landelijke niveau. De meeste leden van politieke partijen betalen enkel contributie. Als één op de tien – desnoods enkel voor de sociale contacten – meedraait in de plaatselijke afdeling, is dat al veel.
Tijdens het partijleiderschap van Rutte werd het huishoudelijk reglement gewijzigd. Als minder dan 50 procent plus één van alle VVD-leden stemt, is de uitslag van het ledenreferendum ‘slechts adviserend’. Sinds de wijziging is de opkomstdrempel nooit gehaald.
Voor komend najaar stond een statutenwijziging op de agenda. De ’50 procent plus één’-norm zou hoogstwaarschijnlijk verdwijnen. Vanwege de kabinetsval werd dit uitgesteld. Dit jaar kon de partijtop ongehinderd de lijst opstellen – net als onder Rutte.
Deelsessies tijdens de Algemene Beschouwingen
Leden beslissen nog wel over het partijprogramma. Bij het vorige congres, op 3 juni, werd een nieuwe opzet uitgeprobeerd: vooraf inhoudelijk discussiëren over moties in (digitale) deelsessies, zodat op het congres enkel gestemd hoefde te worden. Voordeel: digitale sessies waren ook toegankelijk voor wie er op het congres niet bij kon zijn.
Toch was er kritiek: naast de zaterdag moesten nu ook deelsessies vrijgehouden worden in de agenda. Doordeweeks, wanneer lokale en provinciale politici vaak ook andere partijactiviteiten hebben. Sommigen vreesden dat de partijtop al in de deelsessies uitkomsten stuurde. Wat heeft een landelijke ledenvergadering voor zin als niet ook plenair gediscussieerd kan worden?
Ondanks de kritiek werden nu opnieuw deelsessies georganiseerd. Helaas voor Kamerleden en bewindspersonen op de woensdag- en donderdagavond van de Algemene Politieke Beschouwingen.
Bij aanvang van de bespreking van het partijprogramma werd de opzet uitgelegd. Het ging om politieke bedoelingen, met het oog op coalitiebesprekingen werden concrete middelen niet vastgelegd. Er waren 573 amendementen ingediend. Wanneer leek alsof het amendement een programmapunt hooguit anders formuleerde, werd contact opgenomen met de indieners. Zo bleven er veertig over.
Eén van de weinige partijstandpunten die niet verwaterden onder Rutte was het opkomen voor autobezitter. Zo verhoogde het eerste kabinet-Rutte (2010-2012) de maximumsnelheid van 120 naar 130 kilometer. Als gevolg van de stikstofcrisis werd dit teruggedraaid. Sindsdien gaat er geen congres van de ‘vroempartij’ voorbij zonder motie om 130 weer in te voeren. Een amendement over de kwestie werd ontraden. Als de stikstofcrisis opgelost werd, zouden veel burgers andere prioriteiten hebben, zoals woningbouw (applaus van de twintigers en dertigers in de zaal).
De VVD was altijd tegen rekeningrijden. Eind 2021 werd bekend dat het aankomende kabinet-Rutte IV rekeningrijden mogelijk maakte. Wie denkt dat dit een concessie was aan D66 vergist zich. Een amendement om het rekeningrijden af te schaffen werd ontraden. Andere programmapunten, zoals meer geld voor defensie, moesten immers ook ergens van worden betaald. Elektrisch rijden wordt de toekomst. De goede verstaander wist genoeg: rekeningrijden moet de wegvallende benzineaccijnzen compenseren.
Er waren twee groepen liberale congresgangers
Op één punt toonden de congresgangers zich uiterst principieel. Op de bijna laatste pagina van het conceptpartijprogramma werd, om versplintering tegen te gaan, een kiesdrempel bepleit. Dit leverde drie moties op. Strekking: stemmen mogen niet verloren gaan door een kiesdrempel. Alleen op dit punt liet het bestuur zich overtuigen. Vooraf waren alle drie ontraden, nu werd opgeroepen te stemmen voor de duidelijkst geformuleerde motie. Dat werd één van slechts drie aangenomen amendementen. De andere twee betroffen dierenwelzijn.
In feite waren er twee groepen congresgangers. Een deel schaart zich achter de partijtop, een ander deel betreurt de verwatering van oude partijstandpunten. De eerste groep telt veel leden die het prettig vinden dat de VVD onder Rutte een middenpartij werd, de laatste groep veel liberalen met heimwee naar de dagen van Hans Wiegel en Frits Bolkestein.
Sinds een jaar of drie worden de bezwaren van de laatste groep verwoord door het platform Klassiek Liberaal. Hun criticasters in de VVD beschouwen het als een klein gezelschap dat haar mening wil opleggen aan de hele partij. De twee stromingen interpreteren de opkomst van BBB en Nieuw Sociaal Contract (NSC) totaal verschillend.
Wie zich herkent in de partijkoers, ziet het optreden van Caroline van der Plas bij de afgelopen Algemene Politieke Beschouwingen als een teken dat de BBB vanzelf leegloopt. Pieter Omtzigt wordt gezien als een uitmuntend Kamerlid, maar kan, zo wordt gedacht, geen partij leiden. Kiezers gaan dan vanzelf beseffen dat de VVD beter en stabieler is.
Ontevreden liberalen zien de nieuwe partijen als voorbode. Gaat de VVD de eerste verkiezingen zonder Rutte opnieuw een rechtse campagne voeren om daarna verkiezingsstandpunten ondergeschikt te maken aan coalitievorming, wordt het einde VVD.
Natuurlijk, de BBB en NSC zijn eerst en vooral CDA-afsplitsingen. CDA-kiezers die het regionale geluid missen of vinden dat het CDA de centrumrechtse kiezer verwaarloost, stappen over. Maar de BBB blijkt ook aantrekkelijk voor ontevreden VVD’ers.
De BBB lijft ontevreden VVD’ers in
De nummers één (Ilona Lagas) en drie (Gert-Jan Oplaat) op de BBB-Eerste Kamerlijst waren in het verleden respectievelijk VVD-wethouder en VVD-Tweede Kamerlid. Ook Lagas’ echtgenoot Ad, voorheen voorzitter van Klassiek Liberaal, stapte over naar de BBB, net als Claudia van Zanten, tot voor kort VVD-deelraadslid in Amsterdam-Zuid. Ze staat op nummer zeven van de BBB-kandidatenlijst voor de aanstaande Tweede Kamerverkiezingen.
Het tevreden deel van de VVD-achterban zal hun vertrek niet betreuren. Zij scharen zich enthousiast achter de nieuwe lijsttrekker Dilan Yeşilgöz. De ontevredenen wijzen erop dat dezelfde mensen nog steeds aan de liberale touwtjes trekken. De VVD heeft een andere lijsttrekker, verder is er niets veranderd.
Pieter de Jonge is historicus en publicist.
Wynia’s Week is er het hele jaar door, minstens 104 keer per jaar. Met onafhankelijke, verrassende berichtgeving. En Wynia’s Week is wel gratis, maar niet goedkoop. De lezers, kijkers en luisteraars maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!