De vrijspraak van Richard de Mos draait het zoeklicht van de kleine naar de grote Nederlandse netwerkcorruptie

DALES260423-demos
‘Rutte-fluisteraar’ Ben Verwaaijen, hier op een bijeenkomst van het World Economic Forum in China (Beeld: Xinhua News Agency)

door Geert Dales

Richard de Mos, de kleurrijke Haagse ‘ombudspoliticus’, is vrijgesproken van corruptie en deelname aan een criminele organisatie. Dat is zonder meer een felicitatie waard. Het zal je maar gebeuren dat je, als Bekende Nederlander en vooraanstaand lokaal politicus, leider van de grootste partij in Den Haag, drieëneenhalf jaar over straat moet met de verdenking van zulke zware misdrijven boven je hoofd. Terwijl er, zoals de rechtbank Rotterdam op 21 april 2023 vonniste, geen sprake was van welk strafbaar feit dan ook. 

Het moet De Mos vooral goed hebben gedaan dat de rechter oordeelde dat zijn handelen niet alleen niet-strafbaar was, maar bovendien positief gewaardeerd kon worden als oprechte inzet voor een beter Den Haag. Zelden is een verdachte met meer égards vrijgesproken dan Richard de Mos. 

Geen wettelijk kader

Toch wringt er iets. De Mos kwam er niet alleen goed mee weg omdat de verdediging de rechtbank ervan heeft overtuigd dat zijn handelen in het algemeen belang was, maar ook omdat er geen wettelijk kader bestond waaraan dat handelen getoetst kon worden.

Het strafrecht is niet de oplossing voor het ontbreken van deugdelijke regels voor de financiering van politieke partijen,’ aldus het vonnis en dat was een uitspraak die tot veel nadenken en actie moet leiden. Als er geen wettelijke regels zijn kan iemand niet worden veroordeeld voor het overtreden van die regels.

De vraag is nu: welke regels hadden er moeten zijn? En als die er waren geweest, hadden die dan wel tot een veroordeling geleid? Het lijdt immers geen twijfel dat De Mos ging sjouwen voor ondernemers die doneerden aan zijn lokale partij, al concludeerde de rechtbank dat dat sjouwen niet alleen de financiers diende, maar ook andere ondernemers in de horeca- en vastgoedbranche. In die zin was corrupt gedrag niet bewezen omdat er geen één-op-één causaal verband was te leggen tussen de giften van bepaalde ondernemers en het politieke handelen van De Mos.

Wat dat betreft zou een vervolging van minister-president Mark Rutte voor het OM wellicht kansrijker zijn. Diens vele logeerpartijen en gesprekjes ten huize van tech-investeerder en VVD-prominent Ben Verwaaijen werden immers opgevolgd door passages in het VVD-verkiezingsprogramma die rechtstreeks strekten ten voordele van de business van Verwaaijen.

Verwaaijens zoon, medevennoot in het bedrijf Keen Venture Partners, werd bovendien uitgenodigd in het Catshuis om deel te nemen aan een brainstormsessie over fiscale regelgeving ter bevordering van het investeren in start- en scale-ups (zie hier de passage ‘over de ‘Goult lobby’). Dan kom je toch akelig dicht in de buurt van rechtstreekse politieke beïnvloeding via gunsten met als oogmerk bevordering van een concreet persoonlijk of zakelijk belang.

Onder partijdonaties worden ook giften in natura verstaan. Het logeren van talloze VVD-toppers in Verwaaijens Franse buitenverblijf kan gerust op tienduizenden euro’s, zo niet tonnen worden gewaardeerd. Anders dan voor de lokale partij van De Mos gold en geldt er voor een landelijke partij als de VVD wèl een wettelijk kader.

Hoger beroep? Begin liever een zaak tegen de VVD

In plaats van een – gelet op het vonnis nagenoeg kansloos – hoger beroep in de zaak-De Mos zou het OM het land beter dienen door een zaak te beginnen tegen de VVD en de leiding van die partij, zodat er glasheldere jurisprudentie komt over wat wel en niet mag. Niet dat ik Rutte c.s. achter de tralies wil hebben, maar wel zie ik graag gelijke monniken met gelijke kappen.

Om te voorkomen dat binnenkort de volgende al dan niet lokale politicus aan de schandpaal wordt genageld op verdenking van het plegen van feiten die bij nader inzien geen strafbare feiten zijn omdat er nu eenmaal geen toetsingskader is, is het dringend noodzakelijk te komen tot glasheldere regelgeving over wat wel en niet mag bij het begunstigen van een politieke partij.

Dat geldt primair voor lokale politieke partijen waarvoor nog niets geregeld is, maar ook voor landelijke partijen waar de huidige regelgeving veel ruimte biedt voor gescharrel en gesjoemel. Niet voor niets hebben meerdere politieke partijen rondom de rechtspersoon van de partij zelf een heel scala aan vriendenstichtingen opgericht, allemaal bedoeld om de grenzen van wat de wet toelaat maximaal op te rekken.

De huidige wet op de financiering van politieke partijen (WFPP)  bepaalt bijvoorbeeld dat bij schenkingen van boven 4500 euro de naam van de gever bekend moet worden gemaakt. De truc om die transparantie in de wielen te rijden is heel simpel: gewoon de gift verdelen over meerdere porties van iets minder dan 4500 euro en klaar is Kees. Dit gebeurt van links tot rechts. 

De WFPP geldt alleen voor landelijke politieke partijen. Het is een ondermaats document, maar het is tenminste iets. Voor lokale partijen ontbreekt zo’n regeling helemaal. In dat juridische vacuüm zocht Hart voor Den Haag zijn weg en dat dit voor zowel gevers als ontvangers grote risico’s met zich meebracht is zonneklaar.

In deze leemte moet zo snel mogelijk worden voorzien. En dan niet met de halfbakken voorstellen van de nieuwe ontwerpwet op de politieke partijen (WPP), die opnieuw alleen gaat over landelijke politieke partijen, terwijl de zaak-De Mos indringend heeft aangetoond dat ook voor lokale partijen regelgeving dringend gewenst is.

In de WPP worden de limieten van giften waarvoor openheid is vereist omlaag gebracht. Van elke gift boven 250 euro moet de partij de naam van de gever noteren. Voor die van meer dan 1000 euro wordt publicatie vereist. Giften van buiten de Europese Unie worden verboden. Mij ontgaat totaal wat dit oplost.

Voor elke in het wetsontwerp bedachte regel ter bevordering van transparantie kan ik tien trucs bedenken hoe die te omzeilen. De enige oplossing om het risico weg te nemen dat met geld rechtstreekse invloed wordt gekocht en regelrechte corruptie de democratische organen binnensluipt is een totaalverbod op financiering van politieke partijen anders dan door rijkssubsidiëring. Dit bepleit ik al jaren, mede op basis van mijn eigen waarnemingen over de handel en wandel in politieke partijen.

Naïef

Dat in Nederland zo wordt gedraald en geklungeld met straffe regelgeving om corruptie tegen te gaan heeft twee oorzaken. Ten eerste de naïeve gedachte dat het met de corruptie in ons land wel meevalt. Maar het valt helemaal niet mee. Nederland staat bol van de corruptie, tot op het hoogste niveau.

Daarbij moeten we niet denken aan koffertjes met cash, maar aan het gesjacher, geritsel en heimelijk geregel in de krochten van de politieke en bestuurlijke netwerken. ‘Netwerkcorruptie’ heet dat tegenwoordig. Dat ons land daarin uitblinkt bewijzen de voortdurende rapporten van GRECO (Raad van Europa) over Nederland, dat steevast niet voldoet aan internationale standaarden voor transparantie en het tegengaan van corruptie.

Lobbyisme tiert welig, met types als oud-minister Cora van Nieuwenhuizen (VVD) die schaamteloos haar zakken vult via de energielobby, of de recent uit de Kamer vertrokken oud-staatssecretaris Raymond Knops (CDA) die nu zijn via de politiek opgebouwde netwerk verzilvert in de defensiebranche.

Dit is overigens geen rechtse hobby. In de Eerste Kamer zit nog altijd drs. N.K. Koffeman te Vierhouten, senator namens en grondlegger van de Partij voor de Dieren, groot in de vega-wereld (De Vegetarische Slager) die er herhaaldelijk op betrapt kon worden politieke standpunten te bepleiten en voor wetgeving te stemmen die rechtstreeks in zijn zakelijke belang waren. 

Zuinig

Een tweede reden dat in Nederland, anders dan in bijvoorbeeld België en Canada, geen stevige rem wordt gezet op partijdonaties van bedrijven en particulieren is typische Hollandse zuinigheid. Voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Politieke partijen gelden als essentieel voor het goede functioneren van de democratie. ‘Politieke partijen zijn nog steeds de primaire intermediair tussen samenleving en bestuur. Ze voeren essentiële functies uit voor de representatieve democratie’ zegt de Memorie van Toelichting bij de nieuwe WPP.  

Maar dat mag kennelijk niet veel kosten. Eén euro per jaar per inwoner is wat Nederland uitgeeft aan de instandhouding van het partijpolitieke stelsel. Heel het financieringsgat dat ontstaat bij een totaalverbod op partijdonaties kan worden opgelost door van die ene euro twee te maken. Da’s nog eens andere koek dan de 1100 euro die iedere burger, baby’s inbegrepen, van minister Van der Wal moet steken in het stikstoffonds. Waar wachten we op?

Verenigingsvrijheid

Als tegenargument voor het door mij bepleite verbod geldt de verenigingsvrijheid. Burgers, ook in de gedaante van bedrijven of stichtingen, moeten de vrijheid hebben een vereniging van hun keus te ondersteunen.

Daar ben ik ook voor. Wie het op heeft met de automobilist kan doneren aan de KNAC, de Koninklijke Nederlandse Automobiel Club. Wie vooral het fietsersbelang wil promoten kan terecht bij de Fietsersbond. Sympathie voor de boeren? Steun LTO Nederland of een van de vele andere behartigers van agrarische belangen.

Voor ongeacht welk ideëel of zakelijk belang bestaan er in Nederland vele organisaties die uw steun goed kunnen gebruiken. Er is niets op tegen om geld te pompen in de bevordering van iets waar de donateur zelf ook belang bij heeft. Kankeronderzoek, acceptatie van transseksuelen, vogelbescherming, behoud van de tuinkabouter, het kan me niet gek genoeg zijn of ik ben voor. 

Wake-up call

De grens hoort te liggen bij directe of indirecte beïnvloeding van politici en bestuurders via geldelijke of op geld te waarderen steun aan politieke partijen. De democratie is van ons allemaal. Iedereen in Nederland moet ervan verzekerd kunnen zijn dat zijn of haar belang in dezelfde mate behartigd wordt als dat van een ander, ongeacht de omvang van de portemonnee.

Het is principieel onjuist dat mensen met een zekere financiële draagkracht voordelen – meepraten, meevergaderen, dineren, ontmoeten, telefoonnummers uitwisselen, bellen, lobbyen, etcetera – kunnen verwerven die de medeburger zonder geld niet heeft.

Dat er donateurs zijn die giften doen zonder enigerlei persoonlijk oogmerk wil ik best geloven. Maar het risico dat onder het mom ‘algemeen belang’ een persoonlijk of zakelijk belang wordt gediend is reëel en het aantal voorbeelden van beïnvloeding door de inzet van geld te groot.

Laat de zaak-De Mos een wake-up call zijn voor de democratie. Zijn vrijspraak is hem van harte gegund en de omvang van de donaties aan Hart voor Den Haag was bepaald niet wereldschokkend, maar dit soort gesjacher en gescharrel is het openbaar bestuur onwaardig. Als politieke partijen essentieel zijn voor het goede functioneren van de democratie dan dienen ze ook naar die status behandeld te worden. 

Geert Dales was onder meer diplomaat, VVD-wethouder in Amsterdam en burgemeester van Leeuwarden. Hij schijft nu boeken en artikelen.

Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!