De rekenmodellen van het Centraal Planbureau houden vooral rekening met links
Al eerder waarschuwde ik in Wynia’s Week tegen politiek gebruik van ongeschikte rekenmodellen van het Centraal Planburau (CPB). Nu is dat extra acuut omdat het CPB de politieke partijen heeft uitgenodigd om op 21 augustus hun verkiezingsprogramma’s in te leveren – zodat ze kunnen worden doorgerekend.
GroenLinks doet niet zelfstandig aan de Tweede Kamerverkiezingen mee, anders zou de partij vast weer als winnaar uit de CPB-test komen. GroenLinks heeft namelijk klimaatactivist en voormalig Tweede Kamerlid Kees Vendrik in haar gelederen. Al lang geleden doorzag Vendrik hoe je een gunstige uitkomst krijgt bij toepassing van het CPB-rekenmodel: verhoog voor een paar jaar de overheidsbestedingen in het binnenland. Niet te lang, want dan gaat in het rekenmodel de staatsschuld omhoog, maar lang genoeg voor mooie cijfers in die eerste paar jaar.
Een absurde wedstrijd, met Saffier als arbiter
Zo wist Vendrik met het GroenLinks-programma bij eerdere verkiezingen de VVD te verslaan in de schoonheidwedstrijd van het CPB, met als scheidsrechter het rekenmodel Saffier. Je zou denken dat de VVD – althans in de tijd dat die partij nog oog had voor de ondernemers – met lagere belastingen en minder bureaucratie makkelijk kon winnen van GroenLinks. Maar lagere belastingen leiden volgens Saffier tot meer import van auto’s en horloges en dat telt niet mee voor de economische groeicijfers. Mogelijk gunstige effecten van lagere belastingen worden verwaarloosd en de opbrengst van minder bureaucratie is al helemaal niet zichtbaar in Saffier.
Nu krijgen we dus toch weer zo’n absurde wedstrijd met een nieuwe versie van Saffier als arbiter. Maar er is niks nieuws of bijzonders aan dat stelsel van vergelijkingen. De Engelstalige versie heeft ook geen enkele interesse gewekt in het buitenland. Er is precies één aanhaling in de literatuur, en die komt niet van een researcher die dankbaar ideeën copieert van Saffier, maar van de auteur van een handleiding voor een Nederlandse lerarenopleiding die de formules kritiekloos overneemt en uitlegt.
De formules in Saffier zijn bedoeld om de schommelingen in de conjunctuur een paar kwartalen vooruit te voorspellen. Belangrijk zijn daarom de wisselkoers van de euro (euro goedkoop, dan meer export), de rente (rente laag, dan meer auto-aankopen, hypotheken en investeringen) en de bestedingen van de overheid (meer ambtenaren, meer bouw van windmolens op zee; meer pgb’s in de zorg, dan meer groei in de totale bestedingen). Prognoses van de conjunctuur een of twee jaar vooruit zijn nuttig voor het kabinet, dat zulke cijfers nodig heeft bij de voorbereiding van Prinsjesdag.
Kees Vendrik kan met zijn GroenLinks niets bijsturen aan de euro of aan de rente, maar wél aan de bestedingen voor windmolens en kabelnetten in de Noordzee. Stoppen we maar genoeg miljarden in de Noordzee, dan compenseert dat de ecnomische krimp als gevolg van het instorten van de woningbouw, de wegenbouw en de visserij. En ook de negatieve gevolgen van het vertrek van de chemische industrie (denk aan kunstmest, toch zo nodig voor de landbouw in Afrika) naar landen met goedkopere energie.
Of zo’n GroenLinks-recept (inclusief de hoogste energieprijzen van West-Europa) op de lange termijn goed uitwerkt, is de vraag. Maar op die vraagt geeft Saffier geen antwoord, want het model is alleen geschikt voor economische ramingen op korte termijn.
GroenLinks staat dus nu al op winst bij het CPB – en dat wordt straks ons verlies. Verkiezingsprogramma’s horen vooral te gaan over de ‘aanbodzijde’ van de economie. Is de overheid het bedrijfsleven behulpzaam? Worden genoeg dokters opgeleid aan de universiteiten? Kunnen de bouwers bouwen, de boeren boeren en de vissers vissen?
Het CPB zou beter moeten weten
Iedereen weet dat die bouwers, boeren en vissers het moeilijk hebben, dat de files zelfs langer zijn dan vóór covid, dat de woningnood alleen maar stijgt, dat veel mensen geen huisarts kunnen vinden en dat het lager en voortgezet onderwijs achteruit gaan (volgens internationaal vergelijkend onderzoek van PISA). Allemaal onderwerpen die in Saffier geen enkele rol spelen, omdat het model alleen bestedingen in winkels en andere binnenlandse uitgaven optelt om tot een schatting van de conjunctuur te komen.
Het CPB zou beter moeten weten. En het erge is: het CPB weet beter. Dankzij Egbert Jongen, Programmaleider Arbeid bij het CPB en universitair hoofddocent aan de Universiteit van Leiden. In zijn research probeert hij antwoord te vinden op vragen die er echt toe doen. Een paar voorbeelden:
Is de wirwar van toeslagen en aftrekposten zo bizar dat het voorkomt dat iemand méér uren gaat werken, maar zoveel toeslagen kwijtraakt dat het inkomen achteruit gaat? Antwoord: ja.
Is het hoogste tarief in de inkomstenbelasting (49,5 procent) zó hoog dat als de politici het nog verder opschroeven (GroenLinks, PvdA en D66 willen dat, in het kader van ‘brede schouders’), de opbrengst nihil of zelfs negatief zal zijn, dankzij slimme belastingbetalers die hun adviseurs aan het werk zetten? Antwoord: ja, het tarief is voor Nederland ongeveer het maximaal haalbare.
Is er armoede in Nederland bij veel gezinnen met maar één werkende ouder en kleine kinderen? Antwoord: ja.
De studies van Jongen worden breed aangehaald, ook in het buitenland. (Als een artikel alleen wordt geciteerd door binnenlandse collega’s en kennissen van de auteur, zoals bijvoorbeeld de door De Nederlandsche Bank gefinancierde artikelen over de nieuwe pensioenwet, is dat een slecht teken). Als de politieke partijen hun voorstellen voor de arbeidsmarkt en ons belastingstelsel aan Jongen zouden voorleggen, zouden we daar veel van kunnen leren.
De inzichten van experts ontbreken
Dat zou overigens ook het geval zijn wanneer de politieke plannen voor de natuur en de CO2-uitstoot ter beoordeling werden voorgelegd aan Louise Fresco, internationaal vermaard voedselwetenschapper en succesvol oud-voorzitter van Wageningen University.
Maar al die inzichten van experts ontbreken in Saffier. Het is een rekenmodel met een gedetailleerd oog voor de bestedingen van de overheid, maar met de meest simpele formules voor de werkende sector (iedereen verdient hetzelfde loon en betaalt hetzelfde bedrag aan belasting). Saffier is alleen geschikt voor de korte termijn. Het is daarom onzinnig en zelfs gevaarlijk om het model in te zetten voor een wedstrijd tussen verkiezingsprogramma’s.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de EUR, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!