De oude Engelse elite is niet meer de baas

Tony Blair
‘Aeron Davis schetst Tony Blair als topverkoper van de Britse politiek.’

We hebben nieuwe elites maar geen nieuw establishment, zo schrijft Aeron Davis in zijn boek Reckless Opportunists, een boek over de veranderende verhoudingen in de Engelse politiek, het bedrijfsleven en de pers.

De oude elites gingen naar de Clarendon public schools zoals Eton, men ging van Sandhurst naar Oxbridge. Van daaruit zonder al te veel moeite naar invloedrijke private en publieke functies. Deze Clarendon-Oxbridge ‘lopende band’ zoals Davis het noemt werkte prima voor haar deelnemers.

De elite is vervangen

Er heeft echter een ingrijpende verandering plaatsgevonden: de oude elites zijn vervangen door een nieuwe generatie. Davis sprak met zo’n driehonderd managers, captains of industrie, politici, de top van de communicatiewereld, de pers, tv et cetera.

Op dit moment is slechts een derde van zijn geïnterviewden afkomstig uit deze maatschappelijke bovenklasse. Niemand had op de elitescholen gestudeerd, en slechts drie van de dertig waren afgestudeerd aan een Oxbridge-college. Een aantal geïnterviewden kwam uit immigrantenfamilies, een enkeling had een adellijke achtergrond.

‘Disruptieve technologieën’

Davis interviewde Andrew Owens, oprichter en CEO van Greenergy, een van de grootste en weinig bekende Britse bedrijven in de brandstof distributie. Owens heeft geen eigen kantoor meer, hij is altijd op reis met zijn laptop van het ene kantoor naar het andere. Hij ziet zijn bedrijf als ‘disruptive technology’, een omgeving waar dat in feite niet mogelijk zou moeten zijn volgens de concurrentie.

Hij heeft forse kritiek op de geprivilegieerde posities in de grote bedrijven, de financiële sector, de politiek en de overheid. ‘Whitehall is full of idiots. It’s become a self-fulfilling black hole of hope’, aldus Owens.

Engelse elite verliest haar greep

In de jaren ’60 was de Britse ambtenarij voor het overgrote deel afkomstig van de ‘lopende band’, maar recent onderzoek laat zien dat dit voorgoed voorbij is. De belangrijkste Britse bedrijven worden gerund door niet-Britse CEO’s, de meeste aandelen zijn niet langer in handen van de Britten zelf of hun pensioenfondsen, maar worden verhandeld op een internationale beurs zonder al te veel invloed van de Britten.

De nieuwe generatie managers in het bedrijfsleven en de financiële sector ontberen de elite-opleidingen maar verdienen daarentegen veel meer dan hun voorgangers.

De nieuwe elite ziet niets in de oude waarden van het ‘old boys network’ waarvan de leden elkaar hielpen aan de top te komen. De waarden aan de top van de piramide zijn nu persoonlijke rijkdom, individualisme en eigenbelang.

Het boek van Joris Luyendijk Dit kan niet waar zijn geeft een inzichtelijk beeld van deze nieuwe managerscultuur. De Engelse titel Swimming with sharks kon het niet beter verwoorden.

Neoliberalisme

We noemen dat al snel ‘neoliberalisme’: het promoten van een afgeslankte overheid, vrije markt, lage belastingen, weinig regulering, globalisering etcetera. Het woord wordt ook in Nederland regelmatig gebruikt, maar wie verder kijkt ziet dat zo’n vrije markt, lage belastingen en, zoals in Engeland, een drastisch afgeslankte overheid hier nauwelijks bestaan.

Er ligt in Nederland een enorm pakket aan (EU-)wetgeving en reguleringen en het ambtenarenapparaat is nagenoeg gelijk gebleven (tussen 2007 en 2018 is het arbeidsvolume aan Rijksambtenaren gedaald van 123.171 naar 121.211).

Het verschilt overigens sterk per sector. In een van de sectoren waar ik wat meer kijk op heb, wetenschappelijk onderwijs, is het arbeidsvolume gestegen van 49.435 naar 57.823. Maar zonder demografische context zeggen deze cijfers weinig.

Old boys network

Een van Davis’ geïnterviewden, David Bailey, die zo’n 35 jaar werkzaam is in een toppositie in de Londense City schetst hoe het was onder het ‘old boys network’: de managers konden hun verschillen opzij zetten als er een dreiging was die hun allemaal aanging. Maar sinds de jaren ’80 is dat voorbij. Met name de banken waren te groot geworden en in buitenlandse handen gekomen. De oude Britse regels golden niet meer.

Ongeveer alles in de maatschappij is complexer geworden. Vooral de financiële sector is zo in beweging dat het voor geen mens is bij te houden. Opvallend is dat Bailey zegt dat niemand nog greep heeft op zijn beslissingen en derhalve geen persoonlijke verantwoordelijkheid meer draagt. Individuele inkomsten konden gigantisch zijn, maar als het misliep was niemand aansprakelijk. En niemand werd veroordeeld bij malversaties.

Economisch handelen is niet rationeel

De City drijft op emoties, hebzucht en eigenbelang, er is geen persoonlijke verantwoording meer mogelijk want iedereen zit in hetzelfde schuitje. Financiers alloceren geen kapitaal meer in de reële economie maar handelen onderling.

En wie denkt dat de economie een rationele wetenschap is moet dit boek zeker lezen. Een van de beurshandelaren merkt op dat als economisch handelen rationeel zou zijn, er voor hem niets te verdienen valt. Cathy O’Neil, wiskundige en critica van big data-modellen zegt: ‘modellen zijn opinies die verpakt zijn in wiskundige vergelijkingen’. Maar we varen er blind op. En niet alleen in de economie.

Zwartgallig beeld van de media

Journalisten bedrijven volgens Davis geen onderzoeksjournalistiek meer. Hij is uiterst kritisch over de Britse pers, autonome nieuwsmedia zijn er niet meer volgens hem. Het publiek heeft weinig tot geen vertrouwen meer in de pers. In dat opzicht scoorde Engeland in de periode 2005-2009 van 56 onderzochte landen als op een na laagste.

Dat lijkt me al te zwartgallig. Wat hij niet ziet is dat er wel degelijk individuele journalisten zijn die hun werk goed doen, en dat de digitale blogs die vaak ongebonden opereren van de grote uitgevershuizen prima in staat zijn actuele onderzoeksjournalistiek te leveren.

FTM groeide in Nederland in een paar jaar uit tot een belangrijk digitaal platform, het Australische Quillette is een van de best toegankelijke en meest kritische wetenschappelijke blogs voor een groot publiek geworden.

Iedereen is bezig zichzelf te verkopen

Opvallend is dat de politici en topmanagers met wie Davis spreekt altijd overkomen als gehaaide verkopers. Bewust of onbewust waren ze altijd bezig zich zelf te verkopen. Hij schetst Tony Blair als topverkoper van de Britse politiek.

Davis is onmiskenbaar een Labour-aanhanger, maar door zijn onderwerp is hij vooral in de Tory’s geïnteresseerd. Over Corbyns rampzalige oppositieperiode heb ik Davis niet gehoord.

Managers en politici ontvingen Davis allerhartelijkst, hij kreeg persoonlijke aandacht, vriendschappelijke gesprekken, maar waar hij in verzeild raakte was een mix van media-obsessie en journalistieke en politieke oppervlakkigheid.

Veel Britse politici hadden al ervaring in de media of pr voor ze actief werden in de politiek, zoals David Cameron, Boris Johnson, Michael Gove en Ed Miliband. Alles lijkt te draaien om beeldvorming, soundbites en de juiste persrelaties.

Grote bedrijven huren substantiële aantallen PR-medewerkers in. In de jaren ’80 steeg dat in Engeland in een aantal gevallen van 25% naar 85%. Het aantal voorlichters in de politiek geeft hetzelfde beeld.

In Nederland is de situatie niet veel anders. De journalistiek moet zich een weg banen langs de vele voorlichters, pr-functionarissen en partijbonzen.

Hoewel het idee is om de communicatie en transparantie te verbeteren, is Davis’ ervaring eerder tegengesteld.

Houd slecht nieuws uit de pers

In een interview met een persvertegenwoordiger in Whitehall krijgt hij te horen dat men probeerde om zo’n 70 procent van wat Whitehall niet beviel uit de berichtgeving te filteren.

Het hoofd communicatie van John Major werkzaam op Number 10 verklaarde dat eenzelfde percentage ging zitten in ‘slecht nieuws’ uit de pers houden. Networking en mediavaardigheid is voor politici even belangrijk als de MBA’s voor de huidige manager. 

Zelfdeceptie in politiek en bedrijfsleven is aan de orde van de dag, men is een overtuigd pleitbezorger van ingrijpende milieumaatregelen en tegelijkertijd neemt men beslissingen die er regelrecht tegen ingaan. De morele ambiguïteit voert noodzakelijk naar bedrog, het traineren van informatie en ‘vergeetachtigheid’. De relatie met de Nederlandse politiek mag u zelf leggen, maar lijkt me niet veel anders.

Aeron Davis, Reckless Opportunists, Elites at the end of the Establishment
(Manchester University Press 2018)