De obsessie met groepsidentiteit leidt tot een maatschappij van oorlogvoerende stammen
Yascha Mounk werd in 1982 geboren in München uit een gezin met een Pools-Joodse achtergrond. Hij studeerde politicologie in Engeland en werkte in Frankrijk en Italië voordat hij op Harvard University naam maakte als analist van de kwetsbaarheden van de liberale democratie. Mounk concentreerde zich aanvankelijk op het rechts-populisme, in zijn nieuwe boek ligt de woke-ideologie van links op de snijtafel.
Vijf jaar geleden presenteerde Mounk in The People vs. Democracy een simpele stelling. De liberale democratie, zo staat in alle leerboeken, bestaat uit twee componenten die onverbrekelijk aan elkaar vastgeklonken zijn: individuele vrijheid en de wil van het volk. Mounk stelde vast dat die twee componenten uit elkaar zijn gevallen in ‘democratie zonder rechten’ (denk aan Turkije, Hongarije, India) en ‘rechtsstaten zonder democratie’ (denk aan de Europese Unie met haar niet-gekozen Commissie en autonoom opererende Europese Centrale Bank).
Buiten de kiezer om
Populistische machthebbers kunnen in het begin rekenen op steun van een meerderheid van de bevolking. Die steun houdt (door corruptie en wanbeleid) niet eeuwig stand. Om aan de macht te blijven kwalificeren de volkstribunen alle politieke opposanten als verraders en saboteren ze de vrije pers en eerlijke verkiezingen.
In die andere component, de ‘rechtsstaten zonder democratie’ worden steeds meer beslissingen die de burgers raken buiten de kiezers om genomen. Denk aan verplichtingen die voortvloeien uit internationale verdragen, uitspraken van supranationale gerechtshoven en aan het ingrijpen van centrale banken in de wereldeconomie.
In zijn nieuwe boek The Identity Trap richt Mounk zijn pijlen op de bedreiging van de liberale democratie door de linkse obsessie met groepsidentiteiten. Vanwege zijn kosmopolitische achtergrond is Mounk zelf moeilijk in de mal van een groep te persen, maar als professor aan de Johns Hopkins University zit hij zelf midden in de cultuuroorlogen die Amerika onveilig maken.
Zijn stelling is opnieuw heel simpel: postmodern loony left (maf links), is vanuit de zolderkamers van de academie bezig aan een verontrustende opmars in de maatschappij als geheel. Hoe gevaarlijk die identiteitspolitiek kan uitpakken illustreert Mounk aan de hand van het Amerikaanse vaccinatiebeleid inzake corona. Toen de vaccins nog schaars waren gaven bijna alle instanties in de wereld voorrang aan de meest kwetsbare groepen: ouderen en mensen met een zwakke gezondheid.
Identiteitspolitiek als reactie op klassiek-links
Maar in de VS kwamen de betrokken instanties op het idee dat niet-blanken op die manier benadeeld zouden worden, omdat ze relatief ondervertegenwoordigd onder 65-plussers zijn. Het gevolg was dat verschillende staten en steden jongere zwarte Amerikanen (die dus niet tot de kwetsbare groepen behoorden) voorrang verleenden. Daarbij werd op de koop toe genomen dat vele duizenden ouderen dus niet konden worden gevaccineerd en zo onnodig aan covid zijn overleden. Het wrange is, onderstreept Mounk, dat dit voorkeursbeleid ten gunste van minder kwetsbaren logischerwijs ook duizenden zwarte 65-plussers onnodig fataal werd.
Mounk ziet de opkomst van de identiteitspolitiek als een reactie op klassiek-links, dat juist de nadruk legt op universele waarden. Wie zichzelf als vooruitstrevend beschouwt, staat erop dat mensen niet beoordeeld mogen worden op grond van hun ras, godsdienst, afkomst of seksuele voorkeur. Emancipatie van achtergestelde groepen was een kwestie van erkenning van de gelijkwaardigheid van alle mensen.
De Amerikaanse burgerrechtenbeweging van Martin Luther King – die droomde van zwarte jongetjes en meisjes die hand in hand liepen met witte jongetjes en meisjes – eiste dan ook gelijke rechten voor de zwarte bevolking. Wat zestig jaar geleden op papier werd bereikt, betekende evenwel nog lang niet dat een einde was gekomen aan racisme en discriminatie.
Teleurstelling daarover, analyseert Mounk, leidde tot de pessimistische conclusie dat racisme, seksisme en discriminatie onuitroeibaar zijn. Slavernij en koloniale onderdrukking werken door tot in de tiende generatie van de slachtoffers. Dat mensen van verschillende culturen en subgroepen elkaar kunnen begrijpen, is een illusie. Universele waarden als vrijheid van meningsuiting en gelijke kansen zijn afleidingsmanoeuvres om de marginalisering van minderheden te bestendigen.
Deze gedachtegang sloot mooi aan bij de postmoderne kritiek op ‘grote verhalen’ over de vooruitgang van de mensheid. Objectiviteit bestaat niet, het gaat om je eigen gevoel en ervaring. Mounk legt het vocabulaire van het postmodernisme helder uit, maar staat niet al te lang stil bij de filosofische achtergronden van de culture wars. (Daarvoor kunt u prima terecht bij het vorig jaar bij Boom verschenen Culturele veldslagen van Gijs van Oenen, docent filosofie aan de Erasmus Universiteit)
Oorlogvoerende stammen
De obsessie met groepsidentiteit, concludeert Mounk, ondermijnt de solidariteit en tolerantie met andere groepen en werkt een maatschappij van oorlogvoerende stammen in de hand. Een cultuur die mensen uitsluitend ziet als leden van een collectief, is niet in staat die leden als autonome individuen te zien. De betrokkenen lopen in de val van de groepsdwang: een zwarte vrouw mag niet trouwen met een witte man. Kritiek op groepsleden is verboden. Toe-eigening van de cultuur, zeden en gewoonten van anderen is uit den boze.
Links separatisme en rechts-populisme versterken elkaar, meent Mounk, voeden extremisme door polarisatie, die nog eens wordt aangewakkerd door sociale media. Zijn invalshoek is – in tegenstelling tot zijn eerdere boek – sterk Amerikaans. Volgens de socioloog Herman Vuijsje (in HP/deTijd van november 2023) valt het in Nederland nogal mee met het wokisme. Ik ben daar niet zo zeker van. De humaniora, de sociale faculteiten en veel culturele en maatschappeijke instellingen wedijveren ook bij ons met elkaar in politieke correctheid en zelfkastijding. Tot en met onze brave koning aan toe, die nota bene zijn eigen overgrootmoeder van haar voetstuk laat vallen.
Yascha Mounk: The Identity Trap, Allen Lane; 416 pagina’s; € 23,99. In het Nederlands verschenen als De identiteitsval, Spectrum; 464 pagina’s; € 29,99.
Hans Wansink is historicus en journalist. Hij was redacteur van NRC Handelsblad, Intermediair en de Volkskrant.
Wynia’s Week is er het hele jaar door. Met onafhankelijke, verrassende berichtgeving. Wynia’s Week is wel gratis, maar niet goedkoop. De lezers, kijkers en luisteraars maken Wynia’s Week mogelijk. Doet u mee? Doneren kan HIER. Hartelijk dank!