De NAVO-strategie inzake Oekraïne wordt bepaald door de realiteit op het slagveld
Een harde tijdlijn voor NAVO-toetreding zat er niet in. Maar verder kan de Oekraïense president Volodymyr Zelensky behoorlijk tevreden zijn over de NAVO-top in Vilnius van 11 en 12 juli. De alliantie trok de politieke banden met Kyiv nog nauwer aan en benadrukte voortdurend ‘dat de toekomst van Oekraïne in de NAVO ligt.’
De grote westerse G7-industrielanden beloofden Oekraïne langdurig te zullen steunen met alles wat nodig is om zich tegen Rusland te verdedigen: geld, wapens, munitie, inlichtingen en hulp bij het opbouwen van een defensie-industrie. Nederland sloot zich onmiddellijk bij de G7-landen aan en beloofde met name ondersteuning bij de luchtafweer en training van F16-vliegers.
Vooral dat laatste leverde Oekraïense complimenten op. Demissionair minister Wopke Hoekstra (Buitenlandse Zaken) formuleerde het zo: dit alles is bedoeld ‘om tegen Poetin te zeggen: het wordt echt een misrekening als je denkt dat de tijd aan jouw kant staat en dat je dit uiteindelijk kunt uitzitten.’ Of in dat dartelende pseudo-Angelsaksische taalgebruik van premier b.d. Mark Rutte: ‘Ook Moskou kijkt mee naar deze top. Ik wil dat Moskou denkt: fuck, het is ze weer gelukt!’
Von Clausewitz revisited
Laten we hier even een stapje terugdoen om het geheel beter te overzien. De NAVO-top in Vilnius – de vierde sinds de Russische inval – bevestigde een bredere waarheid: namelijk dat het Oekraïne-beleid van de meest betrokken staten in feite grotendeels afhangt van wat er op het slagveld gebeurt. De Pruisische militair-filosoof Carl von Clausewitz boog zich in zijn monumentale studie Vom Kriege (1832) al over de verhouding politiek en oorlog. Aan zijn denkwerk danken we onder meer het eindeloos herhaalde citaat dat ‘oorlog slechts de voortzetting is van politiek handelen met gebruikmaking van andere middelen.’ Aan politici de taak om de oorlogsdoelen helder te formuleren en daaraan vast te houden; aan de militairen de taak om – met hun vakkennis – deze doelen met zo weinig mogelijk offers in bloed en grondgebied te realiseren.
Een tijdlang (1812-1815) koos Von Clausewitz voor dienst in het Russische leger, te weten de strijdkrachten van tsaar Alexander I. Maar de ‘nieuwe tsaar’ Vladimir Poetin had beter Vom Kriege nog eens uit de kast kunnen trekken. Het oorspronkelijke politieke doel – onderwerping of zelfs inlijving van Oekraïne – was immers militair onuitvoerbaar met de beschikbare militaire middelen. Vervolgens bepaalde de werkelijkheid van het slagveld ook het vervolg van de Russische politiek. Kort samengevat: redden wat er te redden valt. Het strategisch initiatief was Rusland al snel kwijt. Van een werkzame balans tussen politieke leiding en de generaals – iets wat Von Clausewitz zo sterk benadrukte – was evident geen sprake. (De recente soap rond Wagner-baas Jevgeni Prigozjin zegt in dit opzicht genoeg.)
Zodra duidelijk werd dat Oekraïne niet ging verliezen, zag de NAVO de kans schoon om het kwakkelende bondgenootschap alsnog nieuw leven in te blazen. Een geluk bij een ongeluk, zou de cynicus zeggen. Overal – ook in Nederland – waren de defensiebudgetten inmiddels omhoog geschoten. De NAVO-bestedingsnorm (twee procent BNP) klonk wederom als mantra uit vele kelen. (Wat mij betreft is het vooral een politiek-symbolisch percentage, maar dat terzijde.)
In Vilnius bevestigde de NAVO haar nieuwe strategie van ‘afschrikking door actieve ontzegging’ (deterrence by denial). Langs de oostgrens gaat de NAVO haar aanwezigheid stevig opschroeven. Moskou moet het wel uit z’n hoofd laten om in de toekomst bijvoorbeeld een van de Baltische staten te grazen te nemen. De NAVO wil driehonderdduizend militairen snel in een hogere staat van paraatheid kunnen brengen.
Deze troepen moeten binnen dertig dagen aan de oostelijke NAVO-grens kunnen zijn. Kort na de Vilnius-top stelde president Joe Biden zelfs dat Vladimir Poetin de oorlog in feite al verloren heeft. Moskou zou volgens Biden een groot tekort aan middelen hebben en in serieuze economische problemen verkeren.
Dit alles klinkt heel zelfverzekerd, maar in feite zijn de NAVO-bondgenoten wel degelijk gebonden aan dezelfde dynamiek die in het verleden al zo vaak is opgedoken: het slagveld heeft de politiek in een houdgreep. Wat politici in NAVO-landen beslissen, hangt al sinds het begin van de Oekraïne-oorlog in hoge mate af van wat de militaire ontwikkelingen op het slagveld dicteren.
Dit is een herkenbare dynamiek. Tijdens de Eerste Wereldoorlog beloofden de generaals dat one last push of een ultieme Entscheidungsschlacht de vijand definitief op de knieën zou dwingen. Op aandringen van zijn politieke baas Lyndon B. Johnson verzekerde generaal William Westmoreland het Amerikaanse publiek herhaaldelijk dat de VS op het punt stonden de Vietnam-oorlog te winnen: er was licht aan het eind van de tunnel, one last push, nog één beslissend offensief (‘bomb them back tot the stone age’ – een citaat doorgaans toegeschreven aan de Amerikaanse luchtmachtgeneraal Curtis LeMay) en de vijand zou ineenstorten.
Duidelijkheid
Zo zijn er nog heel wat historische voorbeelden te bedenken waarbij het slagveld de politieke opties en besluitvorming domineerde. Hoe men er verder ook over oordeelt, de geallieerde grand strategy tijdens de Tweede Wereldoorlog – die erop neerkwam dat Duitsland en Japan zich onvoorwaardelijk moesten overgeven – schiep wel een zekere duidelijkheid, zowel politiek als militair.
Wat nu op het slagveld gebeurt, domineert dus ook de politieke besluitvorming van de bondgenoten van Oekraïne. Of ze dit nu willen of niet. In de eerste fase liet het slagveld de bondgenoten geen alternatief dan minimaal voldoende steun te leveren aan Oekraïne om zichzelf te kunnen verdedigen. Nu Oekraïne aan z’n tegenoffensief is begonnen, domineert opnieuw het slagveld.
De dynamiek is eigenlijk simpel. Tot nu volstonden wapens die vooral defensief (of in elk geval niet ál te offensief) van karakter waren. Maar een offensief vraagt nu eenmaal ook om de bijbehorende wapensystemen: tanks, pantservoertuigen en intussen ook gevechtsvliegtuigen en lange-afstandsraketten (ATACMS). Soms wekt het ‘gedram’ van Zelensky om nóg krachtiger wapensystemen trouwens ook irritatie op. Oekraïne zou wat meer dankbaarheid mogen tonen, sneerde de Britse defensieminister Ben Wallace: ‘I am not Amazon!’
Maar de dynamiek van het slagveld is onstuitbaar: als de NAVO wil dat Oekraïne deze oorlog wint, dan móet het offensieve wapensystemen leveren. Losing is not an option! Maar het politieke antwoord op de klassieke vraag wat ‘winnen’ precies inhoudt, kunnen de NAVO-bondgenoten niet geven. Herovering van het gehele Oekraïense grondgebied, inclusief de Krim? Een snelle Russische ineenstorting is niet ondenkbaar, maar tegelijk riskant vanwege alle onzekerheden die zoiets oplevert.
In de praktijk komt de politieke strategie van de NAVO-bondgenoten waarschijnlijk op het volgende neer: de hoop dat beide partijen tot vredesonderhandelingen bereid zijn zodra Oekraïne voldoende terreinwinst heeft geboekt op het slagveld.
De NAVO is de enige niet…
En zo zal de NAVO-strategie voor Oekraïne ook de komende maanden dus gedomineerd worden door de werkelijkheid op het slagveld. Overigens staat het Atlantisch bondgenootschap daarin zeker niet alleen. Zoals zo vaak in het verleden – vooral als het om oorlogen gaat ver voorbij de eigen grenzen – laat ook China zijn politieke reactie afhangen van de gebeurtenissen op het slagveld. Maar China is eerder een toeschouwer dan een cruciale betrokkene. Lippendienst aan de Russische soevereiniteit, zeker. Een dosis wapenleveranties aan Rusland, ongetwijfeld. Veroordeling van de NAVO-agressie, absoluut. Maar voor Peking draait alles – zoals altijd – om het maximaliseren van het nationale belang.
Als Poetin verliest, zal China vast en zeker zijn handen aftrekken van deze strategische junior partner. Voorlopig wacht China dus af wat er op het slagveld gebeurt. Misschien pakken de strategen in Peking er nog eens de Chinese vertaling van Vom Kriege bij. Een opfriscursus – voor zover nodig – over de verhouding oorlog en politiek. En prijzen de Chinezen zich betrekkelijk gelukkig dat ze enigszins zelfvergenoegd achterover kunnen leunen. Een ‘luxe’ die de NAVO-bondgenoten niet hebben. De roep van het slagveld domineert.
Militair historicus Christ Klep publiceert in Wynia’s Week regelmatig zijn actuele analyses over oorlog en andere veiligheidskwesties.
Wynia’s Week verschijnt 104 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige berichtgeving. De donateurs maken dat mogelijk. Doet u mee? Hartelijk dank!