De kunstprijzen gaan onderuit. Teveel aanbod? Of lusten we geen moderne kunst of oude meubels?

Op de kunstmarkt is iets vreemds aan de hand. Toch lees je er weinig over. Alles wordt duurder, van de dagelijkse boodschappen tot de aandelen, maar kunst…? Kunst wordt steeds goedkoper.
Wat is er aan de hand in ‘kunstland’?
Kunst en pindakaas
Kunst is natuurlijk een breed begrip. Kunst heb je in alle soorten en maten, van Rembrandts tot Banksy’s, van sculpturen tot Chinese vazen. Elk kunstvoorwerp is anders. Dat maakt het lastig om de prijzen te vergelijken, zoals je dat met andere producten wel kan doen. Een pot pindakaas kan in meerdere variaties en onder verschillende merknamen in de schappen van de supermarkt staan, maar één ding is voor de consument duidelijk: het is pindakaas. De prijzen laten zich in een oogopslag vergelijken.
Dat is bij kunst niet zo. Je kunt hooguit binnen specifieke stromingen of kunstvormen kijken, zoals impressionisten of naoorlogse Engelse schilders en dan de prijzen vergelijken.
Kunst is ook handel
Ook voor kunst is een markt, net als voor pindakaas. Dat is altijd zo geweest, want ook kunstenaars moeten leven en hun werk zien te verkopen.
Maar de afgelopen decennia is er wel iets veranderd. De hele wereld is rijker geworden. Rijke mensen beleggen. En zij hebben adviseurs die hen tippen over nog niet ontdekte pareltjes om nóg rijker te worden. Zo is kunst ook een belegging geworden. En vervolgens speculatieobject.
Dat was voor de grote veilinghuizen een uitkomst. Meer handel, meer provisies bij aan- en verkopen. Naast de klassieke kunstliefhebbers zijn beleggers en speculanten in de markt gedoken. Zij doen het niet voor de schoonheid van de kunst, maar gewoon voor het geld.
Gokje wagen?
Maar of het nu om schoonheid of geld gaat, de markt ligt op z’n gat. Als je de uitschieters omhoog én omlaag eruit filtert, zijn de prijzen de afgelopen twee jaar met een derde gedaald, blijkt uit de All Arts index van databureau Art Market Research.

En daar stuiten we al meteen op de ongerijmdheid van de huidige kunstmarkt. Want op andere markten waar de deelnemers niet vies zijn van een gokje, zoals de aandelen- en de bitcoin-markten, zijn de prijzen juist wél gestegen. En hoe!
De beursbarometers van bijvoorbeeld de VS en Nederland staan op of rond recordstanden. De prijs van bitcoin fluctueert, maar heeft een indrukwekkende opmars achter de rug, de laatste drie maanden tot boven de 100.000 dollar. Bitcoin levert net als kunst geen rente of dividend op. Dus als bitcoin wel gewild is, waarom laten beleggers kunst links liggen? De vergelijking met de gestegen bitcoinkoers maakt de prijsdaling op de kunstmarkt alleen maar eigenaardiger.
Wie zijn oor te luisteren legt om antwoorden te horen, krijgt verschillende verklaringen. De Amerikaanse rentestijging maakt het duurder én risicovoller voor speculanten om kunst op krediet te kopen. Militaire conflicten in Oekraïne en Gaza maakten kopers huiverig. De neergang van de Chinese vastgoedmarkt heeft de kooplust uit het Verre Oosten een knauw gegeven.
Op zich zijn dit logische verklaringen die zeggen: de afgelopen veertig jaar zijn er nieuwe categorieën kopers bijgekomen, die nu (gedeeltelijk) weer afhaken. Vandaar de lagere prijzen.
Maar er is ook een interessante verklaring die wat dieper graaft. Dat is de vergrijzing. Of beter geformuleerd: het grotere aanbod van erfenissen dat op de markt komt.
Ouwe meuk
Kinderen en kleinkinderen hebben minder of helemaal géén belangstelling voor de kunst die hun babyboom ouders de laatste decennia hebben verzameld en zelf geërfd. Ze voelen er niks voor om dat aan de muur te hangen of in hun woonkamer te zetten. Ze wonen kleiner, ze missen de ruimte of ze houden, plat gezegd, niet van die ouwe meuk. Ze brengen het naar de veiling.
Zoals een Zwitserse galeriehouder opmerkte: sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw is meer kunst geproduceerd dan in de drie tot vierhonderd jaar daarvoor. Dat komt nu op de markt en zorgt voor een prijsval.
Antiek was ooit gewild
En als de kinderen van de kunstverzamelaars er al geen trek meer in hebben, dan hoeft de kunstmarkt ook niet te rekenen op de kinderen van de níet-verzamelaars die inmiddels ook rijker zijn geworden. Het zou best zo kunnen zijn dat veel kunstobjecten hetzelfde overkomt als antiek. In de jaren zeventig raakte antiek in de mode. Kasten, meubels, tafels, stoelen – gewilde, doorleefde gebruiksvoorwerpen. Nu wil de kringloop het bij wijze van spreken niet eens meer hebben.
Wie weet is dat ook een verklaring voor de prijsdalingen. Maar waar je zelden over leest is de kwaliteit van de aangeboden kunst. Kwaliteit is deels een kwestie van smaak. En over smaak valt niet te twisten. Maar toch… Kunst is een schepping, een uiting van persoonlijke creativiteit. Kunst moet schuren, zegt men, grensverleggend zijn, shockeren en noemt u maar op. Best mogelijk dat de kunstmarkt overvoerd is met zulke concepten en de klant liever iets anders koopt. De opmars van fotografie als kunst-, verzamel- én beleggingsobject zou dan de andere kant van de medaille zijn. De neergang van de ene markt levert de zuurstof voor de markt voor fotografie.
Menno Tamminga is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.
Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!