De kosten van corona lopen nog steeds door. Op hoeveel miljard staat de teller nu?

menno (1)
Wat heeft de pandemie Nederland in economisch opzicht gekost? Foto: Wikipedia.

De toekomst heeft een verleden. Elke regering kijkt graag vooruit. Vrijdag publiceert het kabinet-Schoof zijn regeerakkoord. De dinsdag daarop volgt de Miljoenennota 2025.

Nieuwe plannen. Maar ook oud zeer blijft een rol spelen in de economie en de begroting. De voorbije zomer was de vijfde op rij in de coronareeks. Er was in juli een opleving van de besmettingen. Inmiddels is er een nieuwe vaccinatiecampagne.

Tegen deze achtergrond rees de vraag: wat heeft de pandemie Nederland in economisch opzicht eigenlijk gekost? Staan er nog rekeningen open? Zijn er kosten die nu pas zichtbaar worden?

Problematisch: 5,7 miljard euro

De kosten van de pandemie zijn meer dan alleen de bedragen die de overheid heeft uitgegeven aan medische voorzieningen, vaccins en steun voor bedrijven om banen te redden en een domino-effect van faillissementen te voorkomen. De Algemene Rekenkamer en het Centraal Planbureau (CPB) hebben daar onderzoek naar gedaan.

De Rekenkamer becijferde begin vorig jaar in zijn laatste corona-overzicht dat de overheid in de periode 2020-2023 maar liefst 83 miljard euro had besteed aan crisismaatregelen. Het CPB zette een paar maanden geleden de vier grootste steunmaatregelen op een rij. Deels overlappen deze optelsommen elkaar.

Van de bedrijfssteun à 84 miljard euro is een aanzienlijk deel teruggevloeid naar de overheid. De grootste steunoperatie was namelijk de mogelijkheid voor bedrijven en zelfstandigen om uitstel van belastingbetalingen aan te vragen. Wel uitstel, geen afstel. Er is zo’n 30 miljard euro terugbetaald. Nog 10 miljard euro staat op de lat.

De Rekenkamer noemt de inning van 5,7 miljard euro aan uitgestelde belastingen problematisch. Ook vanwege capaciteitsproblemen bij de Belastingdienst. Hoeveel daarvan oninbaar zal blijken, zal minister van Financiën Eelco Heinen (VVD) in de Miljoennota onthullen.

Deze onbetaalde rekening is een voorbeeld van het oud zeer dat de overheid nog parten speelt.

Het CPB, dat de miljardensteun aan bedrijven heeft beoordeeld, was tevreden met de snelheid van handelen. De overheid bleef in de ogen van het CPB wel te lang doorgaan met de steun. Daarmee roert het CPB een belangrijk punt aan, namelijk de verwachting of misschien wel het verlangen naar de overheid als reddende engel. Niet alleen in een pandemie, maar structureel in de economie.

Dat is een van de onzichtbare kosten van de pandemie geworden: het ‘recht’ op overheidshulp. Steun claimen is een nationale sport. Iedereen doet ‘t, van de hyper winstgevende chipmachinefabrikant ASML in Veldhoven tot woningbouwers, recyclingbedrijven en ondernemers die extra steun vragen bij buitenlandse investeringen. De pandemie heeft bijgedragen aan een klimaat van afhankelijkheid van de overheid.

Dat zie je in Europa, waar het coronaherstelfonds in Brussel naar meer smaakt. Een grotere rol voor de Europese Commissie op nieuwe beleidsterreinen, liefst met eigen financiering met gezamenlijke obligaties.

Je ziet het ook in Nederland, waar fractievoorzitter Pieter Omtzigt (NSC) in zijn HJ Schoo-lezing vorige week opriep tot meer regie van de overheid en meer ordening.

Dynamiek

Er is nog zo’n onzichtbare kostenpost die samenhangt met te lang voortgezette staatssteun. De steun bevroor de verhoudingen in de economie. Gesteunde bedrijven konden probleemloos voorbestaan, nieuwe bedrijvigheid komt trager op gang. Per saldo verschraalt de dynamiek in de economie.

Dat is fijn voor mensen die hun baan behouden omdat hun werkgever met steun langer overeind blijft. Maar op enig moment blijkt toch of men levensvatbaar is of niet. In de tussentijd stappen mensen niet over naar andere banen in andere sectoren waar de productiviteit misschien hoger is.

Anders gezegd: de verschraalde dynamiek schaadt de economische groei. Om de gedachte te bepalen: 1 procent economische groei staat gelijk aan tien miljard euro.

Waardeverliezen

Een kostenpost die CPB en Rekenkamer in hun becijferingen niet meenemen, zijn de waardeverliezen van beleggers. De pandemie kende namelijk ook een aantal winnaars, zoals maaltijdbezorgers (Just Eat Takeaway), producenten en verkopers van (elektrische) fietsen, waaronder Accell (Batavus) en Stella, en de hightech en digitaliseringsindustrie. De koers van hun aandelen spoot omhoog.

Zonder corona had chipmachinefabrikant ASML waarschijnlijk niet zo snel zijn huidige bijna mythische status verkregen. Daar staat tegenover dat de waarde van aandelen van maaltijdbezorgers en fietsfabrikanten na het einde van pandemie is gekelderd.

Er is nog een kostenpost die je doorgaans niet tegenkomt in de becijferingen. Dat is het lot van mensen die niet of onvoldoende zijn hersteld van een covidinfectie. Dat is op de eerste plaats persoonlijk leed. Maar het heeft ook economische gevolgen. In de cijfers van het UWV zie je het aantal WIA-uitkeringen met corona als hoofddiagnose toenemen. In heel 2023 waren het gemiddeld 330 per maand, dit jaar van januari tot en met april 550 per maand. Zij zijn de mensen die in de eerste stadium van de pandemie besmet raakten, twee jaar ziek bleven en nu een uitkering aanvragen.

De groep die nu een uitkering krijgt is maar een klein deel van het aantal mensen dat volgens het RIVM in meer of mindere mate last heeft van de besmetting. Het RIVM schatte hun aantal in mei op ongeveer 3 procent van de 26-plussers. Dat komt overeen met 300.000 mensen. Een aanzienlijk deel van hen behoort tot de (potentiële) beroepsbevolking. Zijn zij nog aan de slag?

Alles opgeteld

Het gekke is: in de verklaringen over de tekorten op de arbeidsmarkt lees je wel over de vergrijzing en de inhaalvraag na de pandemie, maar nooit over de uitval van coronaslachtoffers.

Tel je alles op, de maatregelen, de verschraalde dynamiek, de oninbare belastingen, de vermogensverliezen en de tekorten op de arbeidsmarkt dan zit je gemakkelijk op een kostenpost van 100 miljard euro.  

Menno Tamminga  is economisch columnist van Wynia’s Week. Eerder was hij redacteur en columnist van Het Financieele Dagblad en van NRC Handelsblad.  

Wynia’s Week wordt mogelijk gemaakt door de vrijwillig betaalde abonnementen van de lezers. Doet u al mee? Doneren aan Wynia’s Week kan HIER. Hartelijk dank!