De kortzichtige heren van Financiën hebben geen enkel oog voor de dynamiek en kwaliteit van de samenleving
…En toen namen aan de formatietafel drie heren plaats met een gemeenschappelijke opleiding bij het ministerie van Financiën: een van De Nederlandsche Bank (DNB), één van het Centraal Planbureau (CPB) en dan voor de zekerheid nog een derde hoge ambtenaar van het ministerie zelf.
Klaas Knot van DNB vertelde afgelopen zondag in Buitenhof wat zij gedrieën tegen de vier formerende partijen hadden gezegd. Allereerst: ‘De economie draait heel goed.’ Zulke heren zeggen dat graag, omdat ze daarmee politici willen blokkeren om extra geld uit te geven. De economie heeft immers volgens hen dan ‘geen behoefte aan een impuls’, wat wil zeggen extra geld om extra banen bij de overheid te financieren. Met ‘draait heel goed’ bedoelen ze ook niet dat alle Nederlanders tevreden zijn omdat onze samenleving sterker wordt, maar uitsluitend dat er niet zó veel werklozen zijn dat de overheid geld in de economie moet pompen.
Gefluister dat Caroline meer praktisch opgeleid was
Daarna vertelde Knot dat alledrie met klem hadden verwezen naar een rapport van nog weer andere heren van het ministerie van Financiën dat vorig jaar had berekend dat Nederland er nu goed aan doet om 17 miljard euro (ongeveer anderhalf procent van de economie) te bezuinigen. Niet omdat Nederland er wankel voorstaat – integendeel, de last van onze staatsschuld is een van de geringste in de Eurozone – maar als voorzorg voor mogelijke toekomstige tegenvallers.
Het vervolg op het bezoek van deze drie heren is bekend. Journalisten werd ingefluisterd dat Caroline van der Plas (BBB) een vraag had gesteld waaruit bleek dat zij meer praktisch was opgeleid, en die journalisten konden dat mooi combineren met een eerdere uitspraak van Van der Plas dat ze inderdaad advies nodig had bij het vormen van een politiek oordeel over de financiën van de overheid.
In de rest van deze column wil ik twee punten maken: zulke heren kunnen zich soms lelijk vergissen en hun analyse is sowieso griezelig beperkt.
Eén: inschattingsfouten van Financiën
Een nog niet vergeten pijnlijke fout in het verleden was de formatie van Paars I in 1994. Minister van Financiën Gerrit Zalm schatte (correct) in dat minister van Volksgezondheid Els Borst meer was geïnteresseerd in vragen van medische ethiek dan in de begroting, en forceerde een krachtige bezuiniging en bevriezing van de budgetten.
Alle lof voor Zalm in de eerste twee jaar, want hij had de overschrijdingen onder controle gekregen, maar verdriet daarna met schrijnende wachtlijsten in de zorg. Een half jaar wachten op een simpele cataract-operatie; enorme wachtlijsten voor nieuwe heupen -twee voorbeelden van operaties die makkelijk konden worden geïntensiveerd, maar dat gebeurde pas in 2002 toen Zalm en Borst al weer waren vertrokken.
Ook in 2012 leed Nederland onder foute inschattingen van het ministerie van Financiën. Geert Wilders had toen alle gelijk om dwars te liggen tegen de voorgestelde bezuinigingen en zijn gedoogsteun op te zeggen. 2012 en 2013 waren twee jaren van economische recessie en de rente op onze staatsschuld was een bescheiden 2,3 procent. Helemaal fout om dan extreem te gaan bezuinigen.
Twee: oogkleppen bij de heren van Financiën
Hun prognoses worden berekend met het rekenmodel ‘Saffier’ van het CPB. Dat heeft veel details over alle uitgaven en belastingen van de overheid die worden opgeteld om het financieringstekort op de Rijksbegroting in the schatten, maar is super-simpel over de ‘aanbodzijde’ van de economie. Alles wat belangrijk is voor de dynamiek en het verbeteren van de kwaliteit van onze samenleving blijft buiten beschouwing.
Is wat de vier partijen willen behulpzaam voor het bedrijfsleven? Dat zou de belangrijkste vraag moeten zijn, zeker nu ondernemingen zo veel lastige nieuwe wet- en regelgeving moeten verwerken over CO2 en verduurzaming. Niets daarover in rekenmodel ‘Saffier’. Doen de vier partijen genoeg om te bevorderen dat er nieuwe bedrijven komen wanneer een groot deel van de chemische industrie vertrekt vanwege onze extreme energie-prijzen?
Zorgen verdwijnen met simpele formule
Kunnen we onze visserij de nek omdraaien en worden dan boeren en tuinders nog banger dat hen hetzelfde lot boven het hoofd hangt? Moeten we accepteren dat mensen die werken in Utrecht-stad dan maar huren of kopen in Arnhem omdat ze een woning in Utrecht niet kunnen betalen, en dus per dag twee uur reizen in plaats van werken?
Zo kan de lezer zijn of haar eigen zorgen verwoorden – maar al die zorgen verdwijnen met een simpele formule waarbij de trend in het aantal gewerkte uren voor het gemak al is gefixeerd voordat de berekening van het financieringstekort op de Rijksbegroting begint.
Dat kan veel beter. In Engeland, bijvoorbeeld, is er een ‘Productivity Institute’ met cijfers over de kwaliteit van het onderwijs – de belangrijkste factor voor toekomstige concurrentie met andere landen – en over de investeringen in verschillende Engelse bedrijfstakken afgezet tegen internationale ‘best practice’.
Ook is daar een ‘Office for Budget Responsibility’ dat een schatting maakt van de maximaal bereikbare ontwikkeling van de economie, en dan kijkt of de voorstellen van de politici daarvoor behulpzaam zijn. Dat is het goede perspectief: op de lange termijn doet het er niets toe of het financieringstekort volgend jaar iets hoger is en dan het jaar daarna weer iets lager of andersom, maar het is heel belangrijk dat beter onderwijs, veel meer woningbouw en een rationeel landbouwbeleid bijdragen tot de groeipotentie van ons land (en de tevredenheid van de bewoners).
Ervaringen met ambtenaren van Financiën zijn te pijnlijk
Als schoolkinderen in Vietnam nu al meer leren dan schoolkinderen in Nederland, dan hoort dat een grote zorg te zijn voor de vier formerende partijen, en belangrijker dan kleine schommelingen van jaar tot jaar bij inkomsten en uitgaven van de overheid. Berekeningen die volkomen blind zijn voor de ‘aanbodzijde’ en de produktiviteit zijn daarom erger dan triviaal: ze zijn gevaarlijk.
Natuurlijk groeien de belastingbomen niet tot in de hemel, maar dan moeten de vier partijen maar elkaars handen vasthouden en de vier lijstjes met wensen prudent beoordelen. Daar zijn geen heren voor nodig van het ministerie van Financiën. Laat liever ambtenaren van de vakministeries vanuit hun ervaring adviseren of politieke plannen voor de zorg, het onderwijs, de landbouw etcetera doenbaar zijn, en laat daarna de politici daarover beslissen.
We hebben te veel pijnlijke ervaringen met ambtenaren van Financiën die ruwe, globale bezuinigingen voorstelden op de ziekenzorg, de jeugdzorg, delen van het onderwijs, defensie, het openbaar vervoer en andere sectoren, terwijl hun expertise niet verder strekte dan knullige berekeningen over het totale financieringstekort.
Eduard Bomhoff is oud-hoogleraar economie aan de EUR, Nyenrode en Monash University. In 2002 was hij vicepremier in het eerste kabinet-Balkenende.
Het zijn de donateurs die Wynia’s Week mogelijk maken. Doet u al mee? Doneren kan op verschillende manieren. Kijk HIER. Hartelijk dank!