De kiezer wil minder asielzoekers, maar na een half jaar kabinet-Schoof is er weinig veranderd. Hoe kan dat?

roodenburg
Het kabinet wordt bij het beteugelen van de asielmigratie hardnekkig tegengewerkt. Beeld: YouTube.

Hoe staat het ervoor met de door de kiezer gewenste beperking van de asielmigratie? Tijd voor een tussenbalans. Sinds het aantreden van het kabinet-Schoof op 2 juli is spektakel rond het asieldossier niet van de lucht. De regeringsploeg staat voor de zware opgave om de uitslag van de verkiezingen van 22 november 2023 – die de facto een referendum waren over het immigratiebeleid – om te zetten in beleid. Meer concreet: vooral de ongeremde asielmigratie, die in toenemende mate een ondragelijke belasting vormt van de Nederlandse samenleving, moet drastisch en blijvend omlaag.

Als we de voorlopige balans opmaken, moeten we constateren dat het afgelopen half jaar nog bitter weinig is bereikt. Komt dit doordat de verantwoordelijke minister Marjolein Faber (PVV) niet op haar taak is berekend? Dat zou een rol kunnen spelen, maar het lijkt prematuur hierover nu reeds tot een oordeel te komen. Het regeerprogramma voorziet in ingrijpende wetswijzigingen en die kosten nu eenmaal tijd. Wat wel vaststaat, is de hardnekkige tegenwerking, zowel op het politieke vlak als vanuit de verschillende instituties.

Tegenwerking: politiek

Beperking van de asielmigratie wordt – nog afgezien van de internationale dimensie – bemoeilijkt door twee zwakke punten in de huidige politieke constellatie.

In de Tweede Kamer is NSC een onberekenbare factor gebleken. Fractieleider Pieter Omtzigt ontpopte zich als een ongeleid projectiel en vanuit de fractie werd voortdurend zand in de machine gestrooid, met als dieptepunt de intrekking van de steun aan de Tijdelijke Asielcrisiswet uit het eerder overeengekomen regeerprogramma. De partij schoffeert met dit gedrag haar eigen kiezers, die immers in meerderheid willen dat de immigratie wordt aangepakt. Geen wonder dat NSC in recente peilingen wordt gereduceerd tot een splinterpartij.

Wat betreft de Eerste Kamer kampt het kabinet met het probleem dat de regeringsgezinde fracties hier geen meerderheid hebben. Ook als we bij hun gezamenlijke dertig zetels nog de in totaal zeven zetels optellen van JA21, FVD en SGP, komt men een zetel tekort voor een meerderheid. Shoppen bij andere partijen, bij voorbeeld het linksige CDA, lijkt geen aanlokkelijk perspectief. Deze situatie wordt nog verergerd doordat op steun van de VVD-fractie in de Eerste Kamer – nog tot 1 januari onder leiding van Edith Schippers – niet gerekend kan worden. Dit bleek toen die fractie met de oppositie meestemde om de intrekking van de spreidingswet te torpederen.

Alleen al vanwege de politieke verhoudingen zal het een hele toer worden om de in het regeerprogramma beoogde wijzigingen van het asielbeleid door het parlement te loodsen. Maar er is meer.

Tegenwerking: ambtenarij

Minister Faber is voor het welslagen van haar beleid afhankelijk van de loyale medewerking van haar ambtenarenapparaat. Onder rijksambtenaren is het progressieve wereldbeeld dominant en dat zal op het departement van Faber niet anders zijn. Van oudsher hebben we het dan over de PvdA, maar ook GroenLinks en D66 hebben zich stevig in de Haagse ambtenarij weten te nestelen. Dat progressieve wereldbeeld staat haaks op de opdracht die de kiezers heeft gegeven om een einde te maken aan de ongebreidelde asielmigratie. Zolang het tegendeel niet is bewezen, moeten we aannemen dat haar ambtenaren niettemin loyaal zullen meewerken aan de uitvoering van die opdracht, maar van harte zal het niet gaan. Zie ook mijn artikel in Wynia’s Week eerder dit jaar over deze kwestie.

Terzijde: vooral de geslaagde mars door de instituties van GroenLinks is opmerkelijk. Leden van de communistische CPN, de oudste voorganger van GroenLinks, kwamen er vroeger bij de overheid niet in. In de jaren zestig had ik een vakantiebaantje bij de Girodienst, toen onderdeel van het Staatsbedrijf der PTT, en later opgegaan in ING. Voordat ik daar aan de slag kon moest ik een verklaring ondertekenen dat ik geen lid was (geweest) van de CPN en nog een hele reeks mantelorganisaties.

Ook elders uit het overheidsapparaat bereiken ons signalen dat de noodzakelijke paradigmaverschuiving inzake asiel daar nog niet is verinnerlijkt. Exemplarisch hiervoor is wat we wel mogen noemen de ‘Affaire Van Mulligen’. Betrokkene is werkzaam bij het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en – niet onbelangrijk in deze context bij het grote publiek bekend van het NOS Journaal, waar hij met enige regelmaat actuele cijfers over economie en arbeidsmarkt van commentaar voorziet.

Peter Hein van Mulligen meende, in een tweet op X, zich te kunnen permitteren om Jan van de Beek, na diens optreden in de talkshow Bar Laat ter gelegenheid van het uitkomen van zijn boek Migratiemagneet Nederland, te diskwalificeren als ‘cherrypickende charlatan’. Goed voor de verkoopcijfers van het boek natuurlijk, maar buitengewoon schadelijk voor de reputatie van het CBS als neutrale leverancier van cijfers. De leiding van het CBS koos dan ook eieren voor zijn geld. Van Mulligen ging – niet eigener beweging naar valt aan te nemen – door het stof en trok zijn tweet publiekelijk in. De Hoofddirecteur Communicatie en Nieuws bood Van de Beek vervolgens namens het CBS excuses aan. Overigens is Van Mulligen niet de enige CBS’er die laakbare uitlatingen richting Van de Beek heeft gedaan.

Tegenwerking: juridisch Nederland

Volgens de planning gaat nog voor het eind van dit jaar een aantal wetsvoorstellen naar de Kamer. Juridisch Nederland, in casu de Raad voor de rechtspraak, de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) heeft inmiddels laten weten not amused te zijn, zowel op inhoudelijke gronden als met het oog op de korte reactietermijn. Dat worden dus geen hamerstukken. Sterker nog: er valt uit die hoek flink wat obstructie te verwachten, mede gezien de toenemende neiging van rechters om op de stoel van de politiek te gaan zitten.

Tegenwerking: media

Het beeld dat de reguliere media uitdragen over immigratie en asiel is veelal eenzijdig en bevooroordeeld, maar soms met verrassende uitzonderingen. Ter illustratie hieronder enig anekdotisch bewijs voor deze stelling.

Voordat in 2021 het rapport Grenzeloze Verzorgingsstaat verscheen werd Jan van de Beek meermaals uitgenodigd bij de publieke omroep om zijn visie te geven op de immigratieproblematiek. Ook na het verschijnen van genoemd rapport volgde nog een uitnodiging, en wel voor de talkshow Op1. Op het laatste moment werd de uitnodiging ingetrokken en moest Van de Beek plaatsmaken voor nota bene Leo Lucassen, die kort daarvoor nog in de Volkskrant zijn ongenoegen over het rapport had kenbaar gemaakt, maar daarbij een blunder beging die zijn hele betoog onderuit haalde.

Hierna werd Van de Beek door de publieke omroep langdurig genegeerd. Dit was echter niet langer vol te houden toen in oktober van dit jaar zijn boek Migratiemagneet Nederland verscheen dat meteen de bestsellerslijsten bestormde en veel media-aandacht genereerde. De Volkskrant plaatste – tot ongenoegen een deel van de lezers – een uitgebreid interview met de auteur. De opinieredactie meende hier een kritisch artikel tegenover te moeten stellen van Leo Lucassen en zijn collega-migratieprofessor Hein de Haas. Dat stuk ging mank aan verkeerd gebruik van cijfers en kromme redeneringen. Later bleek dat de opinieredactie zelf ook nog wat aan het stuk had gesleuteld. Een reactie van Van de Beek werd geweigerd (hoezo wederhoor?), maar uiteindelijk volgde een zuinige en onopvallende rectificatie.

In de eerste helft van 2023 verscheen de tweede druk van het rapport Grenzeloze Verzorgingsstaat, zowel in het Nederlands als in een Engelse vertaling. Beide versies werden massaal gedownload. De Nederlandse media besteedden wederom nauwelijks aandacht aan het rapport. De Engelstalige versie daarentegen werd opgepikt door tal van buitenlandse media. Kranten in Duitsland (Die Welt, Bild) en andere Europese landen schreven erover, zo ook media in Canada, Japan en de Verenigde Staten (The Wall Street Journal).

Tegenwerking: Europese Unie

In het voorgaande lag de focus op de besluitvorming op binnenlands niveau. Het gaat allereerst om het plukken van ‘laaghangend fruit’, en dat is gelet op de gesignaleerde tegenwerking in diverse geledingen van de samenleving al een immense opgave. Maar uiteindelijk zullen doorbraken moeten worden geforceerd op het niveau van de Europese Unie. Daar zullen bondgenootschappen moeten worden gesmeed met gelijkgestemde landen om tot een opt-out te komen en om uiteindelijk de resterende verplichtingen van de lidstaten inzake asiel uit het Unie-acquis te slopen. Een lange weg te gaan, maar minister Casper Veldkamp (NSC) van Buitenlandse Zaken, die blijkens de naar hem genoemde motie heeft bewezen oog voor de zaak te hebben, kan alvast zijn diplomaten aan het werk zetten om een begin te maken met het smeden van die bondgenootschappen.

Hoe verder?

Minister Faber heeft alles bij elkaar dus flink wat tegenwerking te overwinnen. Voor één persoon in een sceptische zo niet vijandige omgeving een haast onmogelijke opgave. Adviseurs van buiten de ambtenarij met kennis van zaken op verschillende relevante gebieden en gemotiveerd om de vereiste paradigmaverschuiving te helpen realiseren, zijn daarbij onmisbaar. Deze motivatie ontbreekt bij de Adviesraad Migratie, die asielmigratie niet zozeer ziet als probleem maar meer als maatschappelijke opgave.

Een geschikte kandidaat voor zo’n groep adviseurs lijkt mij bijvoorbeeld oud-minister Rita Verdonk. Tijdens een interview met Powned verklaarde zij te zijn gepolst voor het kabinet-Schoof, maar dat zo’n zware functie niet viel te combineren met de huidige invulling van haar leven als pensionado. Mogelijk geldt dat niet voor een adviseursfunctie. Een andere oud-minister voor vreemdelingenzaken en integratie is Hilbrand Nawijn (ex-LPF), die bovendien ervaring heeft als baas van de IND en als asieladvocaat.

Intussen maakt de ministersploeg een verre van stabiele indruk en kijken de oppositiepartijen, met inbegrip van invloedrijke leden van de VVD, reikhalzend uit naar de val van het kabinet. Maar het zou een illusie zijn om te menen dat daarna de draad van vóór de verkiezingen van 22 november 2023 weer kan worden opgepakt. Nu reeds is voor de meeste kiezers wat asiel betreft de maat vol. En hoe langer wordt gewacht met het aanpakken van de asielmigratie, hoe groter het probleem wordt en des te drastischer de maatregelen die nodig zijn om het op te lossen.

Hans Roodenburg is econoom en gaf bij het Centraal Planbureau leiding aan onderzoek naar de economische gevolgen van immigratie. Hij publiceert sinds 2021 in Wynia’s Week over het Nederlandse immigratiebeleid. 

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. Doet u weer mee, ook in het nieuwe jaar 2025 https://www.wyniasweek.nl/doneren/ ? Hartelijk dank!