De jaren ’70 zijn nog lang niet voorbij

550x814
70’s. Het levensgevoel van de jaren zeventig in advertenties.

De talloze Nederlanders die 2020 afsloten door tussen Kerst en Oud en Nieuw de Top 2000 te beluisteren, hoeven we niets te vertellen: popmuziek uit de jaren zeventig is populairder dan ooit. Onder de hoogste tien noteringen in de lijst bevonden zich deze keer maar liefst zes nummers uit de seventies: Bohemian Rhapsody (1975), Hotel California (1976), Piano Man (1974), Stairway To Heaven (1971), Wish You Were Here (1975) en Heroes (1977). Hoe de wereld toen klonk, raakt ons kennelijk nog steeds.

IJkpunten

Ook op tal van andere manieren zijn de jaren zeventig nog altijd onder ons. Het decennium fungeert als Fundgrube voor iedereen die zich bezighoudt met kunst, mode, film en design. Opvallend is ook hoeveel politieke, culturele en sportieve ijkpunten in de jaren zeventig verscholen liggen.

Winnen linkse partijen verkiezingen? Dan wordt al snel gehoopt op – of gewaarschuwd voor – een terugkeer naar de dagen van het kabinet-Den Uyl (1973-1977), de enige progressieve regeringsploeg die Nederland heeft gehad.

Trekt een Nederlandse bioscoopproductie volle zalen? Dan is er al snel de vergelijking met Turks Fruit (1973), de best bezochte en meest iconische Nederlandse speelfilm ooit.

Zijn Nederlandse voetballers succesvol? Dan wordt direct hardop terugverlangd naar de gouden jaren van Johan Cruyff, Willem van Hanegem en Rob Rensenbrink, met zes Europacups en – in 1974 en 1978 – twee WK-finales.

Hoezo rode jaren?

Ondanks die relatieve nabijheid bestaan over de jaren zeventig ook veel mythes en misverstanden. Erg hardnekkig is bijvoorbeeld het geloof dat we ‘tien rode jaren’ beleefden, zoals bijvoorbeeld de journalist en filosoof Antoine Verbij in 2005 claimde in zijn gelijknamige boek over Nederland in de seventies.

En inderdaad, het al genoemde kabinet-Den Uyl had een uitgesproken progressieve signatuur. Maar zelfs op het toppunt van zijn electorale roem, bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1977, deed Joop den Uyl (33,8 procent van de stemmen) het nauwelijks beter dan zijn verre voorganger Willem Drees in 1956 (32,7 procent).

Terwijl de omstandigheden voor Den Uyl heel wat gunstiger waren: de verzuiling was voorbij en de confessionele partijen, van oudsher de grootste concurrenten van de PvdA, haalden in 1977 niet ruim de helft van de stemmen, zoals ten tijde van Drees, maar nog niet eens een derde.

Van de ontzuiling en de afkalving van het christelijke electoraat profiteerde in de jaren zeventig niet de PvdA van Joop den Uyl maar de VVD van Hans Wiegel. De liberalen scoorden in 1977 hoger dan ooit (18 procent) en zagen bovendien hun ledental exploderen: van 38.000 (1970) naar ruim 100.000 (1978).

Einde van het communisme

Wie de jaren zeventig wil typeren als ‘rode jaren’ komt ook in de knoei als het gaat om de CPN. De communisten verloren na 1972 voortdurend verkiezingen en kregen in 1977 een electorale dreun die ze nooit meer te boven kwamen: vijf van de zeven Tweede Kamerzetels gingen teloor. En wat te denken van de maoïsten van de Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland marxistisch-leninistisch (KENml). Ze spelen in Verbij’s terugblik op de jaren zeventig een prominente rol, maar kwamen nooit verder dan 0,03 procent van de stemmen.

Ook in medialand werden de grootste overwinningen geboekt door ‘rechts’. De oplage van ’s lands meest gelezen dagblad De Telegraaf klom van 577.000 in 1970 naar 735.000 in 1979 en de eveneens VVD-vriendelijke TROS was de snelst groeiende omroep. TROS Kompas (oplage 861.000) was aan het eind van het decennium Neerlands grootste tijdschrift.

Oplagecijfers kunnen ook dienen om de mythe te ontzenuwen van de jaren zeventig als hoogtijdagen van de vrouwenbeweging. Zeker, het ‘radikaal feministiese’ maandblad Opzij had in 1979 ruim 20.000 lezers. Maar vergeleken met de oplage van Libelle (709.000) en Margriet (704.000) was dat niet erg veel, en ook de midden jaren zeventig gelanceerde roddelbladen Story (593.000) en Privé (475.000) scoorden bij vrouwelijke lezers stukken beter.

Punk in geen velden of wegen te bekennen

Met de Top 2000 net achter de kiezen, mag ook de grootste muziekmythe van de jaren zeventig niet onvermeld blijven. We hebben het dan over de veronderstelde impact van de punkbeweging. Deze rond 1976 ontstane ‘muzikale tegenstroming’ zou, zo wordt om de haverklap beweerd, ook in Nederland diepe sporen hebben getrokken. Johnny Rotten, zanger van de Sex Pistols, de Britse vaandeldragers van het punkgenre, was zelfs ‘de stem van zijn generatie’, meldt de Pop-encyclopedie van OOR.

Wat een onzin. Zeker, de Sex Pistols scoorden in hun thuisland zeven toptienhits op rij en werden in 1977 door de lezers van de gezaghebbende New Musical Express uitgeroepen tot ‘band of the year’.

In Nederland daarentegen haalde geen enkele single van de Sex Pistols de Top 40 of zelfs maar de tipparade. Ook in Toppop – hét muziekprogramma van die dagen – waren ze nimmer te zien. De lezers van de Hitkrant wezen in 1977 Queen, Abba en Smokie aan als hun favoriete bands. In de jaarlijkse populariteitspoll van Muziek Expres wonnen The Rolling Stones, Queen en The Eagles en was Rumours van Fleetwood Mac het beste album. De Sex Pistols, maar ook andere ‘prominente’ punk-acts (The Clash, Generation X, The Ramones, The Jam) waren in geen velden of wegen te bekennen.

Onze belangstelling voor de jaren zeventig gaat, zo lijkt het, gepaard met veel bijziendheid. Terwijl het decennium van een heldere blik echt niet minder mooi wordt.

Onlangs verscheen van Roelof Bouwman en Minke de Vogel het boek 70’s. Het levensgevoel van de jaren zeventig in advertenties, uitgeverij Nieuw Amsterdam.