De ‘gemeenschap’ bestaat niet. Het is truc van religieuze oorsprong.

frentrop
Bron: Getfunded

Tot de vreemdste woorden in de Nederlandse taal behoren de woorden die eindigen op ‘schap’. Een eigenschap is iets wat iemand eigen is en een nalatenschap is iets wat iemand achter laat. Maar een boodschap brengen is iets heel anders dan boodschappen doen.

Het achtervoegsel ‘schap’ duikt op de vreemdste plekken op. Met blijdschap geven wij bijvoorbeeld kennis van het resultaat van de zwangerschap of van het winnen van een kampioenschap, zeker als wij daar een weddenschap over hadden afgesloten.

‘Schap’ is mannelijk. Er zijn manschappen, maar geen vrouwschappen.  Er kan een heerschap rond lopen, maar nooit een damesschap. We kunnen van mening verschillen over het koningschap maar niet over het koninginneschap.

Niet evenwichtig; wel vaag

Schap is echter nooit evenwichtig. Zowel vriendschap als vijandschap is mogelijk. Landschap en waterschap zijn echter geen tegenstellingen. Als iemand iets kan of is spreken we van vakmanschap, stuurmanschap of burgerschap, maar niet van timmermanschap, politiemanschap of vreemdelingschap.

We kennen wel dronkenschap, geen nuchterschap. Wel leiderschap, geen volgelingschap. Wel wetenschap geen onwetenschap. We spreken van Nederlanderschap, maar niet van Belgschap of Frieslanderschap. We wensen mensen alleen maar beterschap, maar geen slecht-, goed- of bestschap.

Met schap hoor je er wel bij. Je bent in gezelschap. Dat geldt voor de maatschap, het lidmaatschap en de vennootschap. Vaderschap, moederschap en voogdijschap geven het bestaan van een relatie aan. Meestal een met zeggenschap. Schap klinkt ook een beetje deftig: genootschap, ridderschap, agentschap, productschap.

Maar bovenal is schap vaag. Dat geldt in het bijzonder voor gemeenschap. En dan bedoel ik een gemeenschap zijn, niet gemeenschap hebben. Wanneer we in het nieuws iets over een gemeenschap horen, is de kans groot dat we met een kluitje in het riet worden gestuurd, want die gemeenschap bestaat nooit.

De internationale gemeenschap bestaat niet

Neem de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. Dat was een afspraak tot samenwerking tussen enkele landen, die vlak daarvoor nog oorlog met elkaar hadden gevoerd. Een schuchtere eerste stap van vijandschap naar vriendschap. De Europese Economische Gemeenschap was een samenwerkingsverband op meer economische gebieden. Maar gemeenschap ging wie overkoepelend bestuur wilde niet ver genoeg en daarom kregen we de Europese Unie. Om het uniforme daarvan te maskeren, spreken EU-adepten sindsdien liever van Europa dan van Europese Unie.

De minst tastbare gemeenschap is de internationale gemeenschap. Wanneer zich ergens in de wereld een conflict voordoet, klinkt steevast de roep om ingrijpen door de internationale gemeenschap. Die doet dat echter nooit. De internationale gemeenschap laat het altijd afweten. Want de internationale gemeenschap bestaat niet.

Er bestaat wel een organisatie die de Verenigde Naties heet. Dat is geen gemeenschap. De meeste regeringen van de bijna tweehonderd lidstaten zijn een boevenbende. De Verenigde Naties zijn een kartel met leden die hun eigen bevolking mogen onderdrukken, maar niet die van een ander lid.

Beter kunnen we het niet regelen op deze wereld. Er bestaat geen internationaal strafrecht, al kunnen we doen alsof en in Den Haag een gebouw neerzetten dat International Criminal Court heet. Hoe weinig kleren de internationale gemeenschap draagt blijkt weer eens nu in de Verenigde Staten het Huis van Afgevaardigden een wetsvoorstel heeft aangenomen (The Illegitimate Court Counteraction Act) dat sancties oplegt aan iedereen die burgers onderzoekt, arresteert of vervolgt van landen die geen lid zijn van dat ICC. Dus ook aan Nederlandse ministers die een Israëlische premier willen arresteren.

Heimwee naar nationale gemeenschap

Net zomin als de internationale gemeenschap bestaat de nationale gemeenschap. Toch betreuren conservatieve denkers voortdurend de teloorgang daarvan. In 1953 begon Robert Nisbet ermee. In zijn The Quest for Community klaagde hij dat de steeds verder reikende overheid de fundamenten van de gemeenschap kapot maakte. Het verdwijnen van de invloed van familie, buurt, kerk en gilde leidde volgens hem tot vervreemding en eenzaamheid. En tot dictatuur, omdat mensen die wanhopig als alternatief omarmen. De emancipatie van het individu was slechts schijnbare vooruitgang.

Het verbreken van de knellende banden van verleden, achterhaalde instituties, beperkende zeden en gewoonten had onbedoelde gevolgen. Het individu werd vrij, maar hoorde nergens meer bij, menen de pleiters voor gemeenschap. In 2000 vertelde Robert Putnam in zijn befaamde Bowling Alone dat vertrouwen afbrokkelt bij gebrek aan gemeenschappen. In Nederland doet het CDA regelmatig een duit in dit zakje en roep op tot meer gemeenschapszin.

Gemeenschap verdoezelt

Daar zit iets achter. Gemeenschap geldt alleen voor mensen. We spreken van een kudde schapen, nooit van een gemeenschap van schapen. We kennen een vlucht regenwulpen, nooit een gemeenschap van regenwulpen. Bij mensen suggereert gemeenschap meer dan er is. Een gemeenschap is hooguit een aanduiding van mensen die één ding gemeen hebben. Maar wat voor dingen? Nooit horen we van de gemeenschap van Nederlandse automobilisten. Of van de gemeenschap van roodharigen of die van mensen met een achtertuin.

Dat komt omdat gemeenschap van origine een religieus woord is. Godsdienstige leiders besturen graag hun gemeenschap van gelovigen. Daarom horen we van de joodse gemeenschap, de islamitische gemeenschap, de christelijke gemeenschap.

Gemeenschap is een religieuze truc

Leden van iedere religieuze gemeenschap verschillen op allerlei vlakken van elkaar, maar het woord gemeenschap wordt gebruikt om die verschillen onder het tapijt te schuiven. Een woordvoerder van een ‘gemeenschap’ kan opeens spreken namens een heleboel mensen die over van alles met elkaar van mening verschillen. Dat is de truc.

Gemeenschap is een verdoezelwoord. Het is een door religie bedachte toverformule die uit het niets iets maakt. En gretig wordt overgenomen. Zo is Syrië geen gemeenschap maar schijnen we wel een Syrische gemeenschap in Nederland te hebben. Ook een Molukse, een Eritrese en een Chinese gemeenschap. Maar bestaan die echt? Spreken van een gemeenschap is doen alsof die ene gezamenlijke eigenschap – een geloof, of nationaliteit – het belangrijkste is voor iedereen die die eigenschap heeft. Dat is zelden waar.

De abcde-gemeenschap

Dat brengt ons dan toch op het hebben van gemeenschap. Want te pas en te onpas horen wij dat er gemeenschappen zouden bestaan van mensen met speciale seksuele voorkeuren. Sterker nog; al die verschillende smaken zouden samen een gemeenschap vormen die met letters wordt aangeduid: de lhbtqxyz-gemeenschap.

In de Verenigde Staten heeft de president onlangs verordonneerd dat al die gemeenschappen net zo min bestaan als de heteroseksuele gemeenschap. Ik denk dat hij gelijk heeft. Volgens mij is gemeenschap een term die vooral wordt gebruikt door belangenbehartigers om een achterban tevoorschijn te toveren die hun inbreng meer kracht geeft dan deze verdient. Ware ik hoofdredacteur dan zou ik het woord gemeenschap iedere keer doorstrepen en de tekst terugsturen ter verduidelijking.

Paul Frentrop was achtereenvolgens journalist, bankier, ondernemer, pensioenbeheerder, hoogleraar en lid van de Eerste Kamer.

Wynia’s Week verschijnt drie keer per week, 156 keer per jaar, met even onafhankelijke als broodnodige artikelen en columns, video’s en podcasts. U maakt dat samen met de andere donateurs mogelijk. We zijn weer enthousiast begonnen aan 2025. Doet u mee? Kijk HIER. Hartelijk dank!